Hoofdstuk 4. Specifiek mandaat
Het hoofd Juridische zaken wordt mandaat verleend:
-
– tot het vertegenwoordigen van een bewindspersoon en de algemeen directeur bij bezwaarschriftenprocedures,
gedingen bij de bestuursrechter en overige geschillen en gedingen, aanhangig bij de
rechter dan wel een niet-rechterlijke instantie,
-
– tot het optreden, vertegenwoordigen en handelen ter zake van alle juridische procedures
en daarmee samenhangende handelingen binnen het werkterrein van de rijksdienst met
het recht zich door anderen te laten bijstaan;
Het hoofd Kunstcollecties wordt mandaat verleend:
-
– tot het ondertekenen van bruikleenovereenkomsten op grond van het bepaalde in artikel 2.2 van de Erfgoedwet,
-
– tot het vervreemden van museale cultuurgoederen van de Staat in beheer bij de afdeling
Kunstcollecties van de rijksdienst;
Het hoofd Roerend Erfgoed wordt mandaat verleend:
-
– tot het optreden, vertegenwoordigen en handelen ter zake van procedures inzake restitutie
op grond van het restitutiebeleid cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog van cultuurgoederen
in bezit van de Staat der Nederlanden en daarmee samenhangende handelingen met het
recht zich door anderen te laten bijstaan,
-
– tot het instemmen met het geven van bindend advies door de Adviescommissie restitutieverzoeken
cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog inzake restitutie op grond van het restitutiebeleid
cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog van cultuurgoederen in bezit van derden,
-
– tot het geven van opdracht aan het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken
tot het uitvoeren van onderzoek inzake restitutie van cultuurgoederen op grond van
het restitutiebeleid cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog;
Het hoofd Rijkserfgoedlaboratorium wordt mandaat verleend:
-
– tot het voeren van overleg en het afdoen en tekenen van stukken ter zake van de verkrijging
en de verantwoording van Europese subsidieregelingen met betrekking tot researchprojecten,
-
– voor het accepteren van een onderzoeksopdracht;
Het hoofd Strategie & Internationaal wordt mandaat verleend:
-
– tot het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 21 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met artikel 9.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Erfgoedwet, en het afdoen en tekenen van stukken ter zake van deze besluiten,
-
– tot het uitoefenen van bevoegdheden tot het nemen van besluiten, het geven van adviezen,
het geven of onthouden van instemming, het indienen van zienswijzen, bedenkingen en
andere officiële inspraakreacties, het voeren van overleg en het afdoen en tekenen
van stukken ter zake van deze besluiten, adviezen, instemmingsbesluiten, zienswijzen,
bedenkingen, andere inspraakreacties en overleg inzake de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Wet inrichting Landelijk gebied, de Crisis- en herstelwet, of, na inwerkingtreding van die wet, de Omgevingswet;
Het hoofd Wettelijke taken wordt mandaat verleend:
-
– tot het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 10 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met artikel 9.3, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet, en de artikelen 3.1 tot en met 3.5 van de Erfgoedwet, en het afdoen en tekenen van stukken ter zake van deze besluiten,
-
– tot het handhaven van het bepaalde in artikel 5.6 van de Erfgoedwet, het voeren van overleg en het afdoen en tekenen van stukken ter voorbereiding en
uitvoering van besluiten tot handhaving, daaronder begrepen het nemen van invorderingsbesluiten,
-
– het verlenen van ontheffing van de voorschriften als bedoeld in artikel 5.6, vijfde lid, van de Erfgoedwet,
-
– tot het nemen van besluiten, het voeren van overleg en het afdoen en tekenen van stukken
ter zake van subsidieverstrekking op grond van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, en de artikelen 7.1 en 7.3 van de Erfgoedwet, voor zover deze besluiten het bedrag van € 125.000 niet te boven gaan,
-
– tot het voeren van overleg en het afdoen en tekenen van stukken ter voorbereiding
en uitvoering van besluiten en adviezen als bedoeld in de Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2016,
-
– tot het nemen van besluiten of het afdoen van stukken ter zake van subsidie op grond
van de Wet overige OCW-subsidies, voor zover deze besluiten het bedrag van € 125.000 niet te boven gaan,
-
– om goedkeuring te verlenen aan statutenwijziging voor rechtspersonen, die in hun statuten
hebben vermeld dat deze de goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
voor statutenwijziging of opheffing van de rechtspersoon vereist is;
Het hoofd Archeologie wordt mandaat verleend:
Het hoofd Informatievoorziening wordt mandaat verleend:
De hoofden van de regio’s Midden-Zuid, Noord-Oost en Noord-West wordt mandaat verleend:
-
– tot het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 21 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met artikel 9.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Erfgoedwet, en het afdoen en tekenen van stukken ter zake van deze besluiten,
-
– tot het uitoefenen van bevoegdheden tot het nemen van besluiten, het geven van adviezen,
het geven of onthouden van instemming, het indienen van zienswijzen, bedenkingen en
andere officiële inspraakreacties, het voeren van overleg en het afdoen en tekenen
van stukken ter zake van deze besluiten, adviezen, instemmingsbesluiten, zienswijzen,
bedenkingen, andere inspraakreacties en overleg inzake de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Wet inrichting Landelijk gebied, de Crisis- en herstelwet, of, na inwerkingtreding van die wet, de Omgevingswet;
De adviseur bij de regio Midden-Zuid, Noord-Oost of Noord-West wordt mandaat verleend:
-
– tot het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 21 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met artikel 9.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Erfgoedwet, en het afdoen en tekenen van stukken ter zake van deze besluiten,
-
– tot het uitoefenen van bevoegdheden tot het nemen van besluiten, het geven van adviezen,
het geven of onthouden van instemming, het indienen van zienswijzen, bedenkingen en
andere officiële inspraakreacties, het voeren van overleg en het afdoen en tekenen
van stukken ter zake van deze besluiten, adviezen, instemmingsbesluiten, zienswijzen,
bedenkingen, andere inspraakreacties en overleg inzake de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Wet inrichting Landelijk gebied, de Crisis- en herstelwet, of, na inwerkingtreding van die wet, de Omgevingswet;
De jurist wordt mandaat verleend:
-
– tot het vertegenwoordigen van een bewindspersoon en de algemeen directeur bij bezwaarschriftenprocedures,
gedingen bij de bestuursrechter en overige geschillen en gedingen, aanhangig bij de
rechter dan wel een niet-rechterlijke instantie,
-
– tot het optreden, vertegenwoordigen en handelen ter zake van alle juridische procedures
en daarmee samenhangende handelingen binnen het werkterrein van de rijksdienst met
het recht zich door anderen te laten bijstaan;
De specialist archeologie wordt mandaat verleend:
De specialist onderwaterbodems wordt mandaat verleend:
-
– tot het verlenen van goedkeuring aan bij de rijksdienst ingediende archeologisch inhoudelijke
programma's van eisen, plannen van aanpak, wetenschappelijke kaders en standaardrapportages,
-
– tot het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 21 van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met artikel 9.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Erfgoedwet, en het afdoen en tekenen van stukken ter zake van deze besluiten,
-
– tot het uitoefenen van bevoegdheden tot het nemen van besluiten, het geven van adviezen,
het geven of onthouden van instemming, het indienen van zienswijzen, bedenkingen en
andere officiële inspraakreacties, het voeren van overleg en het afdoen en tekenen
van stukken ter zake van deze besluiten, adviezen, instemmingsbesluiten, zienswijzen,
bedenkingen, andere inspraakreacties en overleg inzake de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Wet inrichting Landelijk gebied, de Crisis- en herstelwet, of, na inwerkingtreding van die wet, de Omgevingswet.
Ter zake van aangelegenheden waarin door bovenstaande specifieke mandaten niet wordt
voorzien, wordt de bevoegdheid uitgeoefend door de algemeen directeur.