Artikel 1. Doel van de beleidsregel
De beleidsregel heeft als doel een instrumentarium te bieden waarmee de macro beschikbare
premiemiddelen voor regionale ondersteuning van de eerstelijnszorg kunnen worden toegekend.
Met de inzet van deze middelen wordt beoogd de eerstelijnszorg te versterken, onder
andere door multidisciplinaire samenwerking binnen de totale eerstelijnszorg te stimuleren.
Het gaat hierbij om multidisciplinaire samenwerking tussen huisartsen, verloskundigen,
oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten,
zorgaanbieders die Basis GGZ leveren, diëtisten en apothekers.
Zorgverzekeraars dragen het modulebedrag af aan Zorgverzekeraars Nederland (ZN), die
op haar beurt op basis van het aantal inwoners per regio een herverdeling van deze
gelden maakt.
Deze beleidsregel is van toepassing op zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) die wordt geleverd door eerstelijns zorgaanbieders die:
-
– geneeskundige zorg leveren zoals huisartsen en verloskundigen die bieden;
-
– geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) leveren, niet zijnde gespecialiseerde
GGZ (Basis GGZ);
-
– paramedische zorg leveren zoals ergotherapeuten, fysiotherapeuten, oefentherapeuten,
logopedisten en diëtisten die bieden;
-
– farmaceutische zorg leveren zoals apotheekhoudende die bieden.
Voor zover geen sprake is van zorg als omschreven in de vorige zin, is deze beleidsregel
van toepassing op handelingen of werkzaamheden op het terrein van:
-
– de geneeskundige zorg zoals huisartsen en verloskundigen die bieden;
-
– de Basis GGZ;
-
– de paramedische zorg zoals ergotherapeuten, fysiotherapeuten, oefentherapeuten, logopedisten
en diëtisten die bieden;
-
– de farmaceutische zorg zoals apotheekhoudende die bieden.
geleverd door of onder verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren als bedoeld in
artikel 3, dan wel 34, van de Wet BIG.
Artikel 3. Tarief- en prestatiebeschrijving
Ten behoeve van de ondersteuning aan individuele hulpverleners kan per verzekerde
een bedrag in rekening worden gebracht voor de regionale ondersteuning. Het betreft
hier maximumtarieven.
Het maximumtarief voor de module regionale ondersteuning bedraagt op definitief niveau
2023 maximaal € 1,96 per verzekerde.
Het tarief wordt jaarlijks trendmatig aangepast voor de ontwikkeling van de loonkosten
en de materiële kosten.
-
• De loonkosten worden geïndexeerd op basis van de door het Ministerie van VWS aangegeven
Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA).
-
• Voor de materiële kosten wordt aangesloten bij het prijsindexcijfer particuliere consumptie
(ppc) uit het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CEP).
Het tarief voor jaar t wordt volgens de volgende formule berekent:
Tarief jaar t = (tarief jaar t-1) * (1+ (0,8 * indexatie voor ‘personeelskosten (ova)’
+ 0,2 * indexatie ‘overige kosten (ppc)’).
Artikel 5. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding
en citeertitel
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel regionale ondersteuning eerstelijnszorg, met kenmerk BR/REG-23145, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden
die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode
waarvoor die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.
De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel regionale ondersteuning eerstelijnszorg.