Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2023

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 02-05-2023

Besluit van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland van 14 februari 2023 (kenmerk 2022045471) ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2023

Gelet op artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4, derde lid, en artikel 4.5, eerste lid, van het besluit Wfsv;

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

§ 1. Algemeen

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • Aanwijzing: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz jaar t;

  • beheerskostenbudget: het bedrag van de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz ten laste van het Fonds langdurige zorg;

  • Besluit houdende de aanwijzing van de zorgkantoren: besluit van de Minister van VWS waarin hij Wlz-uitvoerders aanwijst als zorgkantoor;

  • contracteerruimte: het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders met een zorgkantoorfunctie om zorg in natura te contracteren bij zorgaanbieders of zelfstandige zorgverleners;

  • Minister van VWS: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • Minister voor LZS: Minister voor Langdurige Zorg en Sport;

  • Nadere aanwijzing: Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz jaar t;

  • NZa: Nederlandse Zorgautoriteit;

  • opgave ZN: Brief van ZN over de afspraken van zorgkantoren en Wlz-uitvoerders over de verdeling van de geoormerkte bedragen voor respectievelijke de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders;

  • SVB: Sociale Verzekeringsbank;

  • Tweede nadere aanwijzing: Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz jaar t;

  • Wlz: Wet langdurige zorg;

  • Wlz-uitvoerder: een rechtspersoon als bedoel bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wlz;

  • hetZorginstituut: Zorginstituut Nederland;

  • zorgkantoor: een zorgkantoor als bedoeld in het Besluit van de Minister van VWS van 14 december 2020, kenmerk 1783045-214376-Z, houdende de aanwijzing van zorgkantoren (Stcrt. 2020, 66954);

  • ZN: Zorgverzekeraars Nederland.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 2

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut stelt een voorlopig, nader en definitief beheerskostenbudget vast met inachtneming van de in de Aanwijzing, Nadere aanwijzing en Tweede nadere aanwijzing genoemde bedragen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut rondt het voorlopige, het nadere en het definitieve beheerskostenbudget af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 4

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut keert het voorlopig, nader en definitief vastgestelde beheerskostenbudget uit aan de zorgkantoren, Wlz-uitvoerders en de SVB met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen en vergoedingen Wlz 2015.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

§ 2. Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget jaar 2023

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 5

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut stelt in februari van jaar 2023 voor ieder zorgkantoor, iedere Wlz-uitvoerder en de SVB een voorlopig beheerskostenbudget vast.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 6

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut verdeelt het budget over de zorgkantoren voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg als volgt:

  • a. een bedrag van € 24,722 miljoen wordt verdeeld op basis van een gelijk bedrag per Wlz-uitvoerder met een zorgkantoorfunctie;

  • b. het na toepassing van onderdeel a resterende budget voor de zorgkantoren wordt verdeeld op basis van het aandeel van de Wlz-uitvoerder met zorgkantoorfunctie in de contracteerruimte per oktober t-1. Onderdeel van dit resterende budget is een bedrag van € 2,619 miljoen voor structurele uitvoeringskosten PGB.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 7

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Zorginstituut verdeelt het bedrag voor de Wlz-uitvoerders voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van de Wlz-uitvoerders bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv als volgt:

    • a. een bedrag van € 2,583 miljoen op basis van een gelijk bedrag per Wlz-uitvoerder;

    • b. een bedrag van € 3,104 miljoen op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden op 30 juni van jaar t-1 dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

    • c. een bedrag van € 1,533 miljoen voor crisisinterventieteams op basis van een opgave van ZN;

    • d. een bedrag van € 1,400 miljoen voor de pilot Volwaardig leven op basis van een opgave van ZN;

    • e. een bedrag van € 9,643 miljoen voor zorgkosten voor cliëntvertrouwenspersoon op basis van een opgave van ZN;

    • f. een bedrag van € 0,281 miljoen voor beheerskosten voor cliëntvertrouwenspersoon op basis van een opgave van ZN;

    • g. een bedrag van € 22,539 miljoen voor onafhankelijke cliëntondersteuning op basis van een opgave van ZN;

    • h. een correctie met een bedrag per Wlz-uitvoerder dat bij de overgang naar een nieuwe verdeelsystematiek in 2022 is vastgelegd voor de periode 2022 tot en met 2026. Dit bedrag is opgenomen in onderstaande tabel;

    • i. een correctie met een bedrag dat voortvloeit uit het flankerend beleid dat bij de overgang naar een nieuwe verdeelsystematiek in 2022 is vastgelegd voor de periode 2022 tot en met 2023. Dit bedrag wordt berekend door het percentage, zoals per Wlz-uitvoerder vermeld in onderstaande tabel te vermenigvuldigen met de som van de structurele macrobudgetten van de Wlz-uitvoerders en de Wlz-uitvoerders met een zorgkantoorfunctie. Dit percentage is opgenomen in onderstaande tabel;

    • j. het na toepassing van de onderdelen a tot en i resterende budget voor de Wlz-uitvoerders wordt verdeeld op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden op 30 juni van jaar t-1 dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz.

  • 2 Indien het Zorginstituut geen opgave van ZN ontvangt voor de verdeling van een geoormerkt bedrag, verdeelt het Zorginstituut het bedrag op basis van het aantal ingeschreven verzekerden op 30 juni van jaar t-1 dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz.

    Tabel correctiebedragen en percentages flankerend beleid voor 2023

    Wlz-uitvoerder

    correctiebedrag in euro’s

    rekenpercentage voor flankerend beleid

    A.S.R. Wlz-uitvoerder B.V.

    – 1.802

    – 0,001%

    Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

    0

    0,350%

    Stichting Zorgkantoor Menzis

    – 476.286

    – 0,323%

    ONVZ Langdurige Zorg B.V.

    – 694

    0,000%

    Zorgkantoor DSW B.V.

    0

    0,029%

    Salland Zorgkantoor B.V.

    – 61.439

    – 0,042%

    Stichting Wlz-uitvoerder Zorg en Zekerheid

    692.126

    0,089%

    VGZ Zorgkantoor B.V.

    – 137.507

    – 0,093%

    CZ Zorgkantoor B.V.

    – 14.398

    – 0,010%

    Totaal

    0

    0,00%

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 8

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 7, onderdeel b en j, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 30 juni van het jaar t-1 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave maakt onderdeel uit van de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder voor het jaar t-1. Deze opgave dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 9

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van € 6,541044924 als vergoeding in de beheerskosten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 10

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor een nieuwe Wlz-uitvoerder, die geen rechtsopvolger is van een of meer bestaande Wlz-uitvoerders, kan het Zorginstituut uitgaan van andere dan de in artikel 8 genoemde definitie voor verzekerdenaantallen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 11

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut stelt het bedrag voor de SVB voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wlz voorlopig vast op het bedrag dat de Minister in de aanwijzing voor de SVB heeft bestemd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

§ 3. Nadere vaststelling beheerskostenbudget jaar 2023

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 12

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Uiterlijk op de eerste werkdag van mei t+1 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget voor het jaar t voor de zorgkantoren, de Wlz-uitvoerders en de SVB nader vast op basis van de in de Nadere aanwijzing gewijzigde bedragen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 13

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut brengt op de nader vastgestelde beheerskostenbudgetten de door het Zorginstituut berekende voorschotten in mindering.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 14

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op basis van de nadere vaststelling van het beheerskostenbudget van jaar t stelt het Zorginstituut de overschrijding van de wettelijke reserve van jaar t vast. Indien deze wettelijke reserve Wlz, die vermeld is in het financiële verslag van de Wlz-uitvoerder, hoger is dan twintig procent van het beheerskostenbudget zoals berekend in de Nadere vaststelling Wlz beheerskostenbudget van jaar t zal het bedrag van de overschrijding van de wettelijke reserve Wlz worden teruggevorderd van de Wlz-uitvoerder.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

§ 4. Definitieve vaststelling beheerskostenbudget jaar 2023

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 15

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Uiterlijk in jaar t+2 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget voor het jaar t voor de zorgkantoren, de Wlz-uitvoerders en de SVB definitief vast, op basis van de in de Nadere aanwijzing en Tweede nadere aanwijzing gewijzigde bedragen.

  • 2 Indien macro-onderschrijdingen plaatsvinden bij de geoormerkte bedragen uit artikel 7, onderdelen c tot en met g, verrekent het Zorginstituut het overschot over Wlz-uitvoerders met een zorgkantoor met een tekort. Het eventuele restant wordt verdeeld op basis van het aantal verzekerden.

  • 3 Het Zorginstituut betrekt bij de definitieve vaststelling eventuele correcties van de NZa voor het beheerskostenbudget van de Wlz-uitvoerders en de zorgkantoren en eventuele correcties van de Audit Dienst SZW voor het beheerskostenbudget van de SVB.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 16

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut brengt op de definitief vastgestelde beheerskostenbudgetten de door het Zorginstituut berekende nader vastgestelde beheerskostenbudgetten in mindering.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

§ 5. Slotbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 17

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari van jaar 2023. De beleidsregels vervallen met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat de beleidsregels van toepassing blijven op de verdeling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz voor het jaar 2023.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 18

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2023.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 12610, datum inwerkingtreding 03-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Voorzitter Raad van Bestuur

S. Wijma

Naar boven