Tijdelijke beleidsregel pilot kosteloze rechtsbijstand procedures in eerste aanleg [...] gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 03-01-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 13-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2023 en zichtdatum 09-06-2023.
Geldend van 01-01-2023 t/m 02-01-2023

Tijdelijke beleidsregel pilot kosteloze rechtsbijstand procedures in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW

Het bestuur van de Raad voor rechtsbijstand,

Gelet op de artikelen 7, eerste lid onder a en b van de Wet op de rechtsbijstand juncto 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Hoofdstuk I. Algemeen

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. advocaat: de advocaat die op basis van artikel 3 van deze beleidsregel is toegelaten tot de pilot;

  • b. Beleidsregel: Tijdelijke beleidsregel pilot kosteloze rechtsbijstand procedures in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW;

  • c. bestuur: het bestuur van de Raad, als bedoeld in artikel 3 van de Wrb;

  • d. Bvr: Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

  • e. Kosteloze rechtsbijstand: rechtsbijstand als bedoeld in deze beleidsregel zonder inkomens- en vermogenstoets en zonder oplegging van een eigen bijdrage;

  • f. Pilot: Pilot kosteloze rechtsbijstand procedures in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW;

  • g. Raad: de Raad voor rechtsbijstand, als bedoeld in artikel 2 van de Wrb;

  • h. rechtsbijstand: rechtskundige bijstand door een advocaat aan een rechtzoekende ter zake een procedure in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikel 1:266 juncto 1:267 BW;

  • i. rechtzoekende: de ouder(s) of derde(n) van wie het gezag mogelijk wordt beëindigd ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW;

  • j. toevoeging: de toevoeging ten behoeve van rechtsbijstand zoals bedoeld onder ‘h’ van dit artikel;

  • k. vergoeding: de op grond van het Bvr vast te stellen subsidie;

  • l. Wrb: Wet op de rechtsbijstand.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 2. Doel

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Deze tijdelijke beleidsregel heeft tot doel om tijdens de pilot begunstigend beleid in afwijking van artikel 43, eerste en tweede lid, Wrb te voeren door adequate en kosteloze gefinancierde rechtsbijstand te bieden aan de rechtzoekende als bedoeld in artikel 1 onder i.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Hoofdstuk II. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 3. Voorwaarden tot deelname voor advocaten

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De regeling is van toepassing op advocaten die bij de Raad staan ingeschreven voor het specialisme civiel jeugdrecht.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Hoofdstuk III. Aanvraag rechtsbijstand

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 4. Aanvraag van de rechtsbijstand

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De rechtbanken wijzen ten behoeve van de ouder of derde die het gezag uitoefent en ten aanzien van wie een verzoek tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW is ingediend een advocaat aan en stellen hiervan de Raad op de hoogte. Bij een verzoek tot beëindiging van gezamenlijk gezag volgt er een aanwijzing ten behoeve van één van de ouders voorzover die een gezamenlijke huishouding voeren of derden, tenzij de Raad voor de Kinderbescherming aangeeft dat er een tegengesteld belang is tussen de ouders of derden. Dan volgen er twee aanwijzingen voor elke ouder of derde afzonderlijk. De aanwijzing vermeldt, bij toerbeurt, de naam van een gespecialiseerd advocaat civiel jeugdrecht overeenkomstig de verwijzingslijsten van de rechtbanken. Deze advocaat benadert de rechtzoekende om kosteloze rechtsbijstand aan te bieden.

  • 2 Bij de toepassing van deze beleidsregel wordt de financiële draagkracht van de rechtzoekende buiten beschouwing gelaten en wordt er geen eigen bijdrage opgelegd.

  • 3 Indien de rechtzoekende aangeeft dat hij een voorkeursadvocaat wenst, voegt het bestuur die advocaat toe dan wel wijzigt het bestuur de toevoeging, mits de voorkeursadvocaat voldoet aan de specialisatie-eisen zoals vermeld in de artikel 3 van de beleidsregel of (on)voorwaardelijk staat ingeschreven bij de Raad onder het specialisme personen- en familierecht.

  • 4 Indien namens de rechtzoekende al een toevoeging is verleend onder oplegging van een eigen bijdrage en overeenkomstig de artikelen 6 en 8 van de beleidsregel rechtsbijstand op grond van deze beleidsregel onder de werking van de beleidsregel blijkt te vallen en overeenkomstig artikel 28, eerste lid aanhef en onder a, Wrb nog niet reeds feitelijk is verleend, kan de advocaat vragen om wijziging van die toevoeging zodat overeenkomstig het derde lid geen eigen bijdrage wordt opgelegd.

  • 5 Indien de advocaat met de rechtzoekende afspraken heeft gemaakt over betaling van de kosten voor rechtsbijstand en overeenkomstig de artikelen 6 en 8 van de beleidsregel die rechtsbijstand onder de werking van de beleidsregel blijkt te vallen en overeenkomstig artikel 28, eerste lid aanhef en onder a, Wrb nog niet reeds feitelijk is verleend, kan alsnog rechtsbijstand op grond van de beleidsregel worden aangevraagd. De vergoeding op grond van het Bvr kan na beëindiging van de rechtsbijstand door de advocaat vervolgens worden aangevraagd onder het vereiste dat die vergoeding dan in de plaats treedt van de gemaakte afspraken.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Hoofdstuk IV. De vergoedingen

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 5. De vergoedingen

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Advocaten ontvangen overeenkomstig het Bvr een vergoeding voor de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende ter zake van een procedure met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 6. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Procedures in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging als bedoeld in deze beleidsregel waar op of na 1 januari 2023 een verzoek tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW bij de rechtbank wordt ingediend, vallen onder deze beleidsregel.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 7. Citeertitel

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Tijdelijke beleidsregel pilot kosteloze rechtsbijstand procedures in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Artikel 8. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 29-09-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

  • 2 Deze beleidsregel loopt af op 30 juni 2024. De Raad kan na overleg met betrokken partijen besluiten de beleidsregel te verlengen tot een nader te noemen datum.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 74, datum inwerkingtreding 03-01-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.

Utrecht, 22 december 2022

Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

I.D. Nijboer

Algemeen directeur/Bestuurder

Naar boven