Regeling risicoverevening 2022

Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 30-09-2021 t/m 25-11-2022

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2022, kenmerk 3465547–1039405–Z, houdende bepalingen omtrent de in de Zorgverzekeringswet bedoelde vereveningsbijdrage voor het jaar 2022 (Regeling risicoverevening 2022)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 32, vierde lid, van de Zorgverzekeringswet en de artikelen 1, onderdelen i, j, aa en ii, 3.1, derde lid, 3.2, 3.4, derde lid, 3.6, derde lid, 3.8, tweede lid, 3.10, tweede lid, 3.11, derde, vijfde en zesde lid, 3.12a, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 3.13, 3.14, 3.15, eerste en derde lid, 3.19, tweede lid, en 3.22, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering;

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Hoofdstuk 1. Definities en algemene bepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. HSM: historische somatische morbiditeit, een vereveningscriterium op grond waarvan verzekerden worden ingedeeld in klassen op basis van hun morbiditeit in het verleden;

  • b. MFK: meerjarige farmaciekosten, een vereveningscriterium op grond waarvan verzekerden worden ingedeeld in klassen op basis van hun farmaciekosten in het verleden;

  • c. SEI: seizoenarbeiders, een vereveningscriterium op grond waarvan verzekerden worden ingedeeld in klassen waarbij seizoenarbeiders worden onderscheiden van overige verzekerden;

  • d. seizoenarbeider: een verzekerde van 18 tot en met 64 jaar, die in het buitenland woont en die in 2022 niet het gehele jaar verzekerd is en in 2021 niet of niet het gehele jaar is verzekerd;

  • e. verstrekking van een duur intramuraal geneesmiddel: verstrekking van een intramuraal geneesmiddel die is uitgezonderd van de zorg, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, van het Besluit zorgverzekering krachtens het tweede lid van dat artikel, of artikel 2.4a, eerste lid, van dat besluit.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 2

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het macro-prestatiebedrag voor het jaar 2022 bedraagt € 52.054,1 miljoen.

  • 2 Het macro-prestatiebedrag is opgebouwd uit de volgende macro-deelbedragen:

    • a. het macro-deelbedrag variabele zorgkosten ad € 47.153,5 miljoen;

    • b. het macro-deelbedrag vaste zorgkosten ad € 546,1 miljoen;

    • c. het macro-deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg ad € 4.354,6 miljoen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De opbrengst van de nominale rekenpremie wordt voor het jaar 2022 geraamd op € 21.375,7 miljoen.

  • 2 De opbrengst van het verplicht eigen risico wordt voor het jaar 2022 geraamd op € 3.239,4 miljoen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 4

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De beschikbare middelen voor het verstrekken van de bijdragen aan zorgverzekeraars, bedoeld in artikel 32, vierde lid, onderdeel a, van de wet, omvatten voor het jaar 2022, naast de middelen, bedoeld in § 1.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit zorgverzekering, een bedrag van € 27.439,0 miljoen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Hoofdstuk 2. Regels ten behoeve van de toekenning van de vereveningsbijdrage (ex ante) aan een zorgverzekeraar

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 5

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De verdeling van het macro-deelbedrag variabele zorgkosten, bedoeld in artikel 3.4 van het Besluit zorgverzekering, geschiedt ten behoeve van het vereveningsjaar 2022 in aanvulling op de criteria, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, mede aan de hand van de verzekerdenaantallen per zorgverzekeraar verdeeld naar HSM, naar MFK en naar SEI.

  • 2 De verdeling van het macro-deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg, bedoeld in artikel 3.6 van het Besluit zorgverzekering, geschiedt ten behoeve van het vereveningsjaar 2022 in aanvulling op de criteria, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, mede aan de hand van de verzekerdenaantallen per zorgverzekeraar verdeeld naar SEI.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid worden verzekerden die in Nederland wonen niet ingedeeld bij het vereveningscriterium SEI.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 6

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Bij de indeling van verzekerden in de klassen van het vereveningscriterium MHK laat het Zorginstituut de kosten van verpleging en verzorging buiten beschouwing.

  • 3 Bij de indeling van verzekerden in de klassen van het vereveningscriterium GGZ-MHK laat het Zorginstituut de kosten van het tweede en derde jaar intramurale geestelijke gezondheidszorg buiten beschouwing.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 7

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In afwijking van artikel 6 en bijlage 1, tabellen 1.2, 1.3, 1.4 en 1.10, en bijlage 2, tabellen 2.2 en 2.3, wordt een verzekerde die in het buitenland woont ingedeeld in de klassen ‘Geen FKG’, ‘Geen DKG’, ‘Geen HKG’, ’Geen FDG’, ‘Geen FKG psychische aandoeningen’ en ‘Geen DKG psychische aandoeningen’, waarbij voor hem het gewicht van die klassen door het Zorginstituut wordt vastgesteld op een percentage van de gewichten van de desbetreffende klassen zoals deze op grond van de genoemde tabellen voor in Nederland wonende verzekerden gelden.

  • 2 In afwijking van artikel 6 en bijlage 1, tabellen 1.12 en 1.13, wordt een verzekerde die in het buitenland woont ingedeeld in de klassen ‘Geen HSM’ en ‘Geen MFK’.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 8

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De nominale rekenpremie per jaar bedraagt € 1.499 per zorgverzekering waarvoor premie moet worden betaald.

  • 2 Het Zorginstituut raamt de opbrengst van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering, door het geraamde aantal zorgverzekeringen waarvoor premie moet worden betaald te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie.

  • 3 Het Zorginstituut raamt het aantal zorgverzekeringen waarvoor premie moet worden betaald, bedoeld in het tweede lid, door het geraamde aantal zorgverzekeringen van verzekerden van 18 jaar of ouder bij een zorgverzekeraar, te verminderen met het geraamde aantal zorgverzekeringen van verzekerden als bedoeld in artikel 24 van de wet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 9

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Zorginstituut raamt de opbrengst van het verplicht eigen risico per zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering, door per verzekerde van 18 jaar of ouder, met uitzondering van verzekerden als bedoeld in artikel 24 van de wet, de geraamde opbrengst van het verplicht eigen risico te bepalen en vervolgens de geraamde opbrengsten per zorgverzekeraar te sommeren.

  • 2 Het Zorginstituut gaat voor de bepaling van de geraamde opbrengst per verzekerde, bedoeld in het eerste lid, voor verzekerden van 18 jaar of ouder die zowel onder de klasse ‘Geen FKG’, als onder de klassen ‘Geen DKG’, ‘Geen HKG’, ‘Geen MVV’ en ‘Geen FDG’ vallen en niet worden ingedeeld bij MHK-klasse ‘2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent’ of hoger, uit van verzekerdenaantallen onderverdeeld in klassen naar leeftijd en geslacht, AVI, regio, MHK en SEI en de in bijlage 4 genoemde gewichten. Hierbij wordt de in de bijlage 4 aangegeven klassenindeling van de criteria aangehouden.

  • 3 In afwijking van het tweede lid worden verzekerden die in het buitenland wonen niet ingedeeld bij het criterium regio en verzekerden die in Nederland wonen niet bij het criterium SEI.

  • 4 De geraamde opbrengst per verzekerde, bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor verzekerden van 18 jaar of ouder waarop het tweede lid niet van toepassing is:

    • a. Voor seizoenarbeiders: € 345,87;

    • b. Voor in het buitenland woonachtige verzekerden die geen seizoenarbeider zijn: € 357,31;

    • c. Voor overige verzekerden: € 352,33.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 10

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Zorginstituut wijst bij samenloop van klassen van een vereveningscriterium alleen de hoogste klasse van dat criterium die voor de betreffende verzekerde van toepassing is toe.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wijst het Zorginstituut alle toepasselijke klassen van het vereveningscriterium FKG’s toe met inachtneming van de volgende uitzonderingen:

    • a. In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘Diabetes type I met hypertensie’, ‘Diabetes type I zonder hypertensie’, ‘Diabetes type II met hypertensie’ en ‘Diabetes type II zonder hypertensie’, deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen;

    • b. In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘Verslaving exclusief nicotine’, ’Psychose’ en ‘Depressie’ deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen;

    • c. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de klasse ‘Neuropathische pijn’, deelt het Zorginstituut deze verzekerde niet in bij de klasse ‘Chronische pijn exclusief opioïden’;

    • d. In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘COPD/Zware astma o.b.v. add-on’, ‘COPD/Zware astma’ en ‘Astma’, deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen;

    • e. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de klasse ‘Auto-immuunziekten o.b.v. add-on’, deelt het Zorginstituut deze verzekerde niet in bij de klasse ‘Reuma’ en niet bij de klasse ‘Psoriasis’ en niet bij de klasse ‘Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa’;

    • f. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de klasse ‘Aandoeningen van hersenen/ruggenmerg: multiple sclerose’, deelt het Zorginstituut deze verzekerde niet in bij de klasse ‘Aandoeningen van hersenen/ruggenmerg: overig’;

    • g. In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘Kanker o.b.v. add-on’, ‘Hormoongevoelige tumoren’ en ‘Kanker’, deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen;

    • h. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de klasse ‘Pulmonale arteriële hypertensie’, deelt het Zorginstituut deze verzekerde niet in bij de klasse ‘Chronische antistolling’ en niet bij de klasse ‘Astma’ en niet bij de klasse ‘COPD/Zware astma’;

    • i. In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘Hartaandoeningen: overig’, ‘Hartaandoeningen: anti-aritmica’ en ‘Chronische antistolling’ deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen;

    • j. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de klasse ‘Chronische pijn exclusief opioïden’, deelt het Zorginstituut deze verzekerde niet in bij de klasse ‘Psychose’;

    • k. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de klasse ‘Schildklieraandoeningen’, deelt het Zorginstituut deze verzekerde niet in bij de klasse ‘Groeistoornissen o.b.v. add-on’;

    • l. In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘Extreem hoge kosten cluster 4’, ‘Extreem hoge kosten cluster 3’, ‘Extreem hoge kosten cluster 2’ en ‘Extreem hoge kosten cluster 1’, deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen.

  • 3 Het Zorginstituut deelt bij het vereveningscriterium FKG’s een verzekerde niet in op basis van de verstrekking van een geneesmiddel die in een van de vier aan het vereveningsjaar voorafgaande kalenderjaren is opgehouden een verstrekking van een duur intramuraal geneesmiddel te zijn.

  • 4 In afwijking van het eerste lid, wijst het Zorginstituut alle toepasselijke klassen toe van:

    • a. het vereveningscriterium DKG’s, waarbij een klasse meerdere malen kan worden toegewezen; en

    • b. het vereveningscriterium HKG’s.

  • 5 Voor de indeling van een verzekerde bij het vereveningscriterium AVI geldt dat:

    • a. het Zorginstituut een verzekerde van 18 tot en met 64 jaar die in meerdere klassen van het vereveningscriterium AVI is in te delen, in afwijking van het eerste lid, indeelt op basis van de volgorde in de volgende trechtering:

      • duurzaam en volledig arbeidsongeschikten (IVA);

      • arbeidsongeschikten;

      • bijstandsgerechtigden;

      • studenten van 18 tot en met 34 jaar;

      • werklozen en loontrekkers, behalve als zij hoogopgeleid en 18 tot en met 44 jaar zijn;

      • zelfstandigen;

      • hoogopgeleiden van 18 tot en met 44 jaar;

      • alle verzekerden die niet zijn ingedeeld onder 1 tot en met 7, zij vormen samen met de verzekerden onder 5 de referentiegroep;

    • b. het Zorginstituut een verzekerde van 0 tot en met 17 jaar indeelt op basis van de AVI-indeling van de volwassenen op hetzelfde adres. Indien er meerdere volwassenen op hetzelfde adres wonen, deelt het Zorginstituut de verzekerde, bedoeld in de vorige zin, in de relevante AVI-klasse in die het eerst voorkomt in de trechtering van onderdeel a, bij die indeling worden alleen volwassenen betrokken die jonger zijn dan 65 jaar en die ten minste 15 jaar ouder zijn dan de betreffende verzekerde van 0 tot en met 17 jaar; en

    • c. het Zorginstituut een verzekerde van 65 tot en met 69 jaar indeelt op basis van de laatst bekende AVI-indeling van voordat de verzekerde 65 jaar werd.

  • 6 In afwijking van het eerste lid wijst het Zorginstituut alle toepasselijke klassen van het vereveningscriterium FKG’s psychische aandoeningen toe met inachtneming van de volgende uitzondering: In geval van samenloop bij twee of meer van de klassen ‘Psychose depot’, ‘Chronische stemmingsstoornissen complex’, ‘Psychose’, ‘Bipolaire stoornissen complex’, ‘Bipolaire stoornissen regulier’ en ‘Chronische stemmingsstoornissen’, deelt het Zorginstituut een verzekerde in bij de eerstgenoemde klasse die voor de betreffende verzekerde van toepassing is en niet bij de andere genoemde klassen.

  • 7 Het Zorginstituut deelt verzekerden in een Wlz-instelling bij het vereveningscriterium SES in de klasse ‘1 (zeer laag)’ in en bij het vereveningscriterium MVV verzekerden in een Wlz-instelling van 18 jaar of ouder in de klasse ‘Geen MVV’.

  • 8 Het Zorginstituut deelt verzekerden ingedeeld in de klassen ‘15’ tot en met ‘18’ van het vereveningscriterium DKG’s psychische aandoeningen bij het vereveningscriterium SES in de klasse ‘1 (zeer laag)’ in.

  • 9 Het Zorginstituut deelt bij het vereveningscriterium GGZ-MHK verzekerden met kosten op de percentielgrens ’98,5 procent met kosten >10 euro’ naar rato in bij de betreffende klassen.

  • 10 Het Zorginstituut deelt bij het vereveningscriterium MVV verzekerden met kosten op de percentielgrens naar rato in bij de betreffende klassen.

  • 11 Indien een percentielgrens als bedoeld in het tiende lid, gelijk is aan nul euro, deelt het Zorginstituut, in afwijking van het tiende lid, verzekerden met kosten op die percentielgrens in bij de klasse ‘Geen MVV’.

  • 12 Het Zorginstituut stelt als bijlage bij de beleidsregels, bedoeld in artikel 32, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet, referentiebestanden vast voor de gehanteerde vereveningscriteria, met uitzondering van SEI, ter onderbouwing van de indeling van verzekerden in de klassen van het desbetreffende vereveningscriterium.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Hoofdstuk 3. Regels ten behoeve van de vaststelling van de vereveningsbijdrage (ex post) ten behoeve van een zorgverzekeraar

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 11

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Een verzekerde die slechts gedurende een deel van het vereveningsjaar bij een zorgverzekeraar verzekerd was, telt voor het vaststellen van de vereveningsbijdrage voor die zorgverzekeraar mee in een mate die bepaald wordt door het aantal dagen dat hij in dat jaar bij die zorgverzekeraar verzekerd was te delen door het aantal dagen in dat jaar.

  • 2 Indien een verzekerde gedurende een aantal dagen van het vereveningsjaar bij meer dan één zorgverzekeraar verzekerd was, telt hij voor het vaststellen van de vereveningsbijdrage over die periode mee in een mate die bepaald wordt door het getal 1 te delen door het aantal zorgverzekeraars waarbij hij in die periode verzekerd was.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 12

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Nadat het Zorginstituut de gerealiseerde kosten op de in de artikelen 13 tot en met 16 beschreven wijze heeft toegedeeld, herberekent het Zorginstituut voor de clusters ‘variabele zorgkosten’ en ‘kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg’ de relevante deelbedragen met gebruik van de referentiebestanden, bedoeld in artikel 10, twaalfde lid.

  • 2 Het Zorginstituut gaat bij de herberekening, bedoeld in het eerste lid, uit van de gerealiseerde kosten voor elk van beide clusters en van gerealiseerde aantallen verzekerden per klasse van ieder vereveningscriterium. Voor de herberekening van de vereveningsbijdrage voor het cluster ‘variabele zorgkosten’ past het Zorginstituut de gewichten in de tabellen van bijlage 1 toe. Voor de herberekening van de vereveningsbijdrage voor het cluster ‘kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg’ past het Zorginstituut de gewichten in de tabellen van bijlage 3 toe.

  • 3 De gerealiseerde aantallen verzekerden per klasse van ieder vereveningscriterium worden voor de hiernavolgende criteria aan de hand van realisatiecijfers over de volgende jaren berekend:

    • a. leeftijd en geslacht: 2022;

    • b. FKG’s: 2021;

    • c. DKG’s: 2021;

    • d. HKG’s: 2021;

    • e. AVI: 2022;

    • f. regio: 2022;

    • g. SES: 2021 en 2022;

    • h. MHK: 2019, 2020 en 2021;

    • i. GGZ-regio: 2022;

    • j. FKG’s psychische aandoeningen: 2021;

    • k. DKG’s psychische aandoeningen: 2019, 2020 en 2021;

    • l. PPA: 2021 en 2022;

    • m. GGZ-MHK: 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021;

    • n. FDG: 2021;

    • o. MVV: 2019, 2020 en 2021;

    • p. HSM: 2019;

    • q. MFK: 2019, 2020 en 2021;

    • r. SEI: 2021 en 2022.

  • 4 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht van de klasse ‘Geen FKG’ zodanig dat het voor de klassen ‘Auto-immuunziekten o.b.v. add-on’, ‘Kanker o.b.v. add-on’, ‘Groeistoornissen o.b.v. add-on’, ‘Immunoglobuline o.b.v. add-on’, ‘COPD/Zware astma o.b.v. add-on’, ‘Maculadegeneratie o.b.v. add-on’, ‘Cystic fibrosis/pancreasenzymen’, ‘Astma’, ‘COPD/Zware astma’, ‘Hypercholesterolemie’, ‘Verslaving exclusief nicotine’, ‘Extreem hoge kosten cluster 1’, ‘Extreem hoge kosten cluster 2’, ‘Extreem hoge kosten cluster 3’ en ‘Extreem hoge kosten cluster 4’ gesommeerde verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.2 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.2, teniet wordt gedaan.

  • 5 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht voor de klasse ‘Geen DKG’ zodanig dat voor het criterium DKG’s de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 6 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht voor de klasse ‘Geen MHK’ zodanig dat voor het criterium MHK de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 7 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht voor de klasse ‘Geen MVV’ zodanig dat voor het criterium MVV de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 8 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut het gewicht van de klasse ‘Geen DKG psychische aandoeningen’ zodanig dat voor het criterium DKG’s psychische aandoeningen de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 9 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut het gewicht van de klasse ‘Geen FDG’ zodanig dat voor het criterium FDG de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 10 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht van de klasse ‘Geen HKG’ zodanig dat het voor de klassen ‘Therapeutische elastische kousen’, ‘Vernevelaar met toebehoren’, ‘Voedingshulpmiddelen (excl. zuigelingen)’ en ‘Orthesen’ gesommeerde verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.4 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.4, teniet wordt gedaan.

  • 11 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut het gewicht van de klasse ‘Geen GGZ-MHK’ zodanig dat voor het criterium GGZ-MHK de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 12 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut de gewichten voor elke leeftijdsklasse in tabel 1.5 voor de zelfstandigen, de referentiegroep en de hoogopgeleiden zodanig dat voor de corresponderende leeftijdsklasse voor de bijstandsgerechtigden het verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.5 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.5, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut past bij de herberekening de betrokken gewichten per leeftijdsklasse voor de zelfstandigen, de referentiegroep en de hoogopgeleiden met eenzelfde bedrag aan.

  • 13 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut de gewichten voor elke leeftijdsklasse in tabel 3.4 voor de zelfstandigen, de referentiegroep en de hoogopgeleiden zodanig dat voor de corresponderende leeftijdsklasse voor de bijstandsgerechtigden het verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 3.4 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 3.4, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut past bij de herberekening de betrokken gewichten per leeftijdsklasse voor de zelfstandigen, de referentiegroep en de hoogopgeleiden met eenzelfde bedrag aan.

  • 14 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht van de klasse ‘Geen FKG psychische aandoeningen’ zodanig dat het verschil voor de klasse ‘Verslaving exclusief nicotine’ tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 3.2 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 3.2, teniet wordt gedaan.

  • 15 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut de gewichten voor elke leeftijdsklasse in tabel 1.8 voor de klassen ‘Eenpersoonshuishouden’ en ‘Overig’ zodanig dat voor de corresponderende leeftijdsklasse het voor de klassen ‘Wlz-instelling, blijvend’ en ‘Wlz-instelling, instromend’ gesommeerde verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.8 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 1.8, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut past bij de herberekening de betrokken gewichten per leeftijdsklasse voor de klassen ‘Eenpersoonshuishouden’ en ‘Overig’ met eenzelfde bedrag aan.

  • 16 In afwijking van het tweede lid, herberekent het Zorginstituut de gewichten voor elke leeftijdsklasse in tabel 3.7 voor de klassen ‘Eenpersoonshuishouden’ en ‘Overig’ zodanig dat voor de corresponderende leeftijdsklasse het voor de klassen ‘Wlz-instelling, blijvend’ en ‘Wlz-instelling, instromend’ gesommeerde verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 3.7 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 3.7, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut past bij de herberekening de betrokken gewichten per leeftijdsklasse voor de klassen ‘Eenpersoonshuishouden’ en ‘Overig’ met eenzelfde bedrag aan.

  • 17 In afwijking van het tweede lid herberekent het Zorginstituut het gewicht voor de klasse ‘Geen MFK’ zodanig dat voor het criterium MFK de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen.

  • 18 Het Zorginstituut rondt de op grond van het vierde tot en met zeventiende lid herberekende gewichten af op twee decimalen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 13

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Zorginstituut merkt kosten als bedoeld in artikel 3.13 van het Besluit zorgverzekering, voor prestaties van grensoverschrijdende zorg:

    • a. die zodanig zijn gespecificeerd dat uit de specificatie blijkt dat zij gelden als kosten van geneeskundige zorg zoals klinisch psychologen en psychiaters die plegen te bieden die gericht is op het herstel van een psychische aandoening alsmede het daarmee gepaard gaande verblijf gedurende een onafgebroken periode van niet meer dan 1.095 dagen, aan als kosten van het cluster ‘kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg’; en

    • b. waarvan de specificatie niet voldoet aan onderdeel a aan als kosten van het cluster ‘variabele zorgkosten’.

  • 2 Het Zorginstituut merkt kosten voor prestaties van grensoverschrijdende zorg die gemaakt zijn met toepassing van internationale regelingen inzake sociale zekerheid, aan als kosten van het cluster ‘variabele zorgkosten’.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 14

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Met uitzondering van betalingen uit hoofde van een verplicht of vrijwillig eigen risico, deelt het Zorginstituut zorgkosten die voor rekening komen van de verzekerden niet toe aan een cluster van prestaties.

  • 2 Het Zorginstituut deelt renteheffingskosten niet toe aan een cluster van prestaties.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 15

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Zorginstituut merkt de kosten van prestaties, geleverd door instellingen die meedoen aan experimenten in de zin van de Wet marktordening gezondheidszorg, voor een door hem per instelling vast te stellen percentage aan als kosten van het cluster ‘variabele zorgkosten’.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 16

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Zorginstituut merkt de kosten van prestaties, geleverd door instellingen die meedoen aan experimenten in de zin van de Wet marktordening gezondheidszorg, per instelling voor medisch-specialistisch zorg voor 100 procent minus het door hem op basis van artikel 15 vastgestelde percentage, aan als kosten van het cluster ‘vaste zorgkosten’.

  • 2 Het Zorginstituut merkt de kosten van een verstrekking van een geneesmiddel die in het vereveningsjaar of de vier daaraan voorafgaande kalenderjaren is opgehouden een verstrekking van een duur intramuraal geneesmiddel te zijn, aan als kosten van het cluster ‘vaste zorgkosten’.

  • 3 Het Zorginstituut calculeert 100 procent na op het verschil tussen de kosten van het cluster ‘vaste zorgkosten’, vastgesteld ingevolge het eerste en tweede lid enerzijds, en het herberekende deelbedrag ‘vaste zorgkosten’ na toepassing van artikel 3.15, tweede lid van het Besluit zorgverzekering anderzijds.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 17

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Zorginstituut past als volgt hogekostencompensatie toe op het herberekende deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg, bedoeld in artikel 3.12, derde lid, van het Besluit zorgverzekering:

    • a. de drempelwaarde wordt bepaald, zodanig dat 0,5% van de verzekerden met kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg kosten gelijk aan of boven deze drempelwaarde heeft;

    • b. 90% van de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg van de verzekerde, voor zover deze kosten de drempelwaarde overschrijden, wordt berekend;

    • c. vervolgens worden de uitkomsten uit onderdeel b per zorgverzekeraar gesommeerd;

    • d. daarna wordt het percentage berekend dat voortvloeit uit de verhouding tussen de som van de uitkomsten van onderdeel c van alle zorgverzekeraars samen en de herberekende deelbedragen kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg van alle zorgverzekeraars samen, en dit percentage wordt toegepast op het corresponderende herberekende deelbedrag van een zorgverzekeraar.

    • e. ten slotte wordt het herberekende deelbedrag per zorgverzekeraar nogmaals herberekend door hierbij het resultaat van onderdeel c op te tellen en vervolgens te verminderen met het resultaat van onderdeel d.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 18

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 3 Bij de berekening, bedoeld in het tweede lid, herberekent het Zorginstituut, in afwijking van dat lid en artikel 9, tweede lid, de gewichten voor elke leeftijdsklasse in tabel 4.2 voor de zelfstandigen, de referentiegroep en de hoogopgeleiden zodanig dat voor de corresponderende leeftijdsklasse voor de bijstandsgerechtigden het verschil tussen de vermenigvuldiging van het gerealiseerde aantal verzekerden met het gewicht in tabel 4.2 en de vermenigvuldiging van het bij toekenning van de vereveningsbijdrage verwachte aantal verzekerden met het gewicht in tabel 4.2, teniet wordt gedaan. Het Zorginstituut past bij de herberekening de betrokken gewichten per leeftijdsklasse voor de zelfstandigen, de referentiegroep en de hoogopgeleiden met eenzelfde bedrag aan. Het Zorginstituut rondt de herberekende gewichten af op twee decimalen.

  • 4 Bij de berekening, bedoeld in het tweede lid, herberekent het Zorginstituut, in afwijking van dat lid en artikel 9, tweede lid, het gewicht voor de klasse ‘Geen MHK’ zodanig dat voor het criterium MHK de gesommeerde resultaten van de vermenigvuldiging van de gewichten met het gerealiseerde aantal verzekerden nul bedragen. Het Zorginstituut rondt het herberekende gewicht af op twee decimalen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 19

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De artikelen 5, 6, tweede en derde lid, 7 en 10 zijn van overeenkomstige toepassing bij de vaststelling van de vereveningsbijdrage ten behoeve van een zorgverzekeraar met dien verstande dat bij toepassing van hogekostencompensatie een verzekerde die in het buitenland woont, in afwijking van bijlage 3, tabellen 3.2 en 3.3, wordt ingedeeld in de klassen ‘Geen FKG psychische aandoeningen’ en ‘Geen DKG psychische aandoeningen’.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Hoofdstuk 4. Aanvullingen op de vereveningsbijdrage aan een zorgverzekeraar

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 20

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het in artikel 3.22, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering bedoelde bedrag per verzekerde bedraagt € 41.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Hoofdstuk 5. Betaling van de vereveningsbijdrage aan zorgverzekeraar door het Zorginstituut

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 21

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De betaling van de bijdrage geschiedt overeenkomstig door het Zorginstituut te stellen beleidsregels, waarin een betaalschema is opgenomen dat rekening houdt met declaratiepatronen van zorgaanbieders.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 22

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 30 september 2021.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Artikel 23

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling risicoverevening 2022.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.J. Kuipers

Bijlage 1. Normbedragen vereveningsmodel variabele zorgkosten (behorende bij artikel 6 en artikel 12, tweede lid, van de Regeling risicoverevening 2022)

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De bijlage betreft kosten van zorg behorende tot het cluster ‘variabele zorgkosten’. De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex ante berekening van het normatieve bedrag ten behoeve van een zorgverzekeraar (artikel 6) en vormen de basis voor de ex post berekening van het normatieve bedrag ten behoeve van een zorgverzekeraar (artikel 12, tweede lid).

Tabel 1.1. Gewichten voor het vereveningscriterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde)
   

Variabele zorgkosten

Mannen

0 jaar, geboren in het vereveningsjaar

10609.13

 

0 jaar, geboren in het voorafgaande jaar

3236.30

 

1–4 jaar

2491.74

 

5–9 jaar

2237.10

 

10–14 jaar

2211.01

 

15–17 jaar

2289.06

 

18–24 jaar

2063.53

 

25–29 jaar

2085.93

 

30–34 jaar

2082.53

 

35–39 jaar

2140.97

 

40–44 jaar

2183.59

 

45–49 jaar

2301.53

 

50–54 jaar

2417.44

 

55–59 jaar

2655.07

 

60–64 jaar

2867.73

 

65–69 jaar

3165.09

 

70–74 jaar

3551.15

 

75–79 jaar

3988.07

 

80–84 jaar

4411.39

 

85–89 jaar

5000.29

 

90+ jaar

5972.23

Vrouwen en onbepaald geslacht

0 jaar, geboren in het vereveningsjaar

9529.27

 

0 jaar, geboren in het voorafgaande jaar

2921.12

 

1–4 jaar

2242.28

 

5–9 jaar

2217.81

 

10–14 jaar

2254.27

 

15–17 jaar

2415.63

 

18–24 jaar

2305.91

 

25–29 jaar

2825.74

 

30–34 jaar

3035.50

 

35–39 jaar

2624.75

 

40–44 jaar

2361.48

 

45–49 jaar

2385.81

 

50–54 jaar

2456.63

 

55–59 jaar

2527.85

 

60–64 jaar

2673.74

 

65–69 jaar

2902.02

 

70–74 jaar

3167.78

 

75–79 jaar

3477.83

 

80–84 jaar

4053.28

 

85–89 jaar

4663.13

 

90+ jaar

5392.93

Tabel 1.2. Gewichten voor het vereveningscriterium FKG’s (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen FKG

-269.91

Schildklieraandoeningen

-48.34

Glaucoom

52.68

Depressie

36.22

Psychose

43.39

Epilepsie

464.82

Chronische antistolling

623.25

Transplantaties

3639.94

Parkinson

3177.94

Hartaandoeningen: overig

1739.30

Chronische pijn exclusief opioïden

797.32

Neuropatische pijn

1289.21

Diabetes type II zonder hypertensie

316.85

Diabetes type II met hypertensie

711.20

Diabetes type I zonder hypertensie

1219.61

Diabetes type I met hypertensie

1757.30

Cystic fibrosis/pancreasenzymen

2863.25

Groeistoornissen o.b.v. add-on

2991.78

Aandoeningen van hersenen/ruggenmerg: overig

3380.86

Aandoeningen van hersenen/ruggenmerg: multiple sclerose

4456.51

HIV/AIDS

837.50

Psoriasis

398.40

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

468.29

Reuma

596.85

Auto-immuunziekten o.b.v. add-on

2789.00

Nieraandoeningen

9611.02

Acromegalie

13797.31

Immunoglobuline o.b.v. add-on

13448.80

Astma

179.10

COPD/Zware astma

1375.81

COPD/Zware astma o.b.v. add-on

12448.89

Hormoongevoelige tumoren

1045.61

Kanker

732.70

Kanker o.b.v. add-on

10292.13

Pulmonale arteriële hypertensie

15912.81

Maculadegeneratie o.b.v add-on

2468.61

Hypercholesterolemie

2410.44

Hartaandoeningen: anti-aritmica

630.98

Verslaving exclusief nicotine

1168.69

Extreem hoge kosten cluster 1

102109.88

Extreem hoge kosten cluster 2

200833.32

Extreem hoge kosten cluster 3

351095.35

Extreem hoge kosten cluster 4

535090.64

Tabel 1.3. Gewichten voor het vereveningscriterium DKG’s (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen DKG

-352.32

1

203.39

2

803.28

3

1052.66

4

1706.71

5

2398.33

6

2867.32

7

3256.38

8

3615.90

9

4094.48

10

4675.53

11

4729.78

12

5565.17

13

5147.73

14

7659.71

15

7612.96

16

11699.82

17

12833.45

18

12762.83

19

11412.14

20

14667.92

21

15227.70

22

16414.61

23

20988.60

24

27989.85

25

51101.04

26

55036.30

Tabel 1.4. Gewichten voor het vereveningscriterium HKG’s (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen HKG

-82.65

CPAP apparatuur

433.69

Therapeutische elastische kousen

267.73

Voorzieningen voor stomapatiënten

1631.08

Vernevelaar met toebehoren

3629.20

Middelen voor urine-opvang

2345.19

Injectiespuiten met toebehoren (excl. diabetes)

2287.47

Zuurstofapparaten met toebehoren

3476.55

Voedingshulpmiddelen (excl. zuigelingen)

8839.13

Slijmuitzuigapparatuur

17938.46

Draagbare infuuspompen

7029.18

Compressiehulpmiddelen

2071.79

Orthesen

1288.45

Beenprothesen

2320.56

Insulinepompen

1346.03

Tabel 1.5. Gewichten voor het vereveningscriterium AVI (in euro’s per verzekerde)
   

Variabele zorgkosten

 

70+ jaar

0.00

Duurzaam en volledig arbeidsongeschikten (IVA)

0–17 jaar

214.98

 

18–34 jaar

1460.99

 

35–44 jaar

1075.21

 

45–54 jaar

898.53

 

55–64 jaar

611.63

 

65–69 jaar

469.94

Arbeidsongeschikten excl. IVA

0–17 jaar

147.55

 

18–34 jaar

210.89

 

35–44 jaar

461.19

 

45–54 jaar

449.64

 

55–64 jaar

328.51

 

65–69 jaar

386.43

Bijstandsgerechtigden

0–17 jaar

188.74

 

18–34 jaar

271.67

 

35–44 jaar

274.30

 

45–54 jaar

301.23

 

55–64 jaar

250.68

 

65–69 jaar

247.19

Studenten

0–17 jaar

-29.81

 

18–34 jaar

-171.26

Zelfstandigen

0–17 jaar

-104.39

 

18–34 jaar

-70.01

 

35–44 jaar

-111.87

 

45–54 jaar

-147.12

 

55–64 jaar

-187.83

 

65–69 jaar

-16.58

Hoogopgeleiden

0–17 jaar

-118.07

 

18–34 jaar

15.97

 

35–44 jaar

-62.53

Referentiegroep

0–17 jaar

-2.71

 

18–34 jaar

26.75

 

35–44 jaar

-20.50

 

45–54 jaar

-49.27

 

55–64 jaar

-61.07

 

65–69 jaar

-103.18

Tabel 1.6. Gewichten voor het vereveningscriterium regio (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

1

51.96

2

29.46

3

20.92

4

8.08

5

-8.71

6

-10.39

7

-15.33

8

-12.32

9

-22.68

10

-39.26

Tabel 1.7. Gewichten voor het vereveningscriterium SES (in euro’s per verzekerde)
   

Variabele zorgkosten

1 (zeer laag)

0–17 jaar

57.60

 

18–69 jaar

-9.14

 

70+ jaar

-125.41

2 (laag)

0–17 jaar

35.65

 

18–69 jaar

14.71

 

70+ jaar

1.75

3 (midden)

0–17 jaar

-28.88

 

18–69 jaar

20.25

 

70+ jaar

66.38

4 (hoog)

0–17 jaar

-33.59

 

18–69 jaar

-23.72

 

70+ jaar

42.13

Tabel 1.8. Gewichten voor het vereveningscriterium PPA (in euro’s per verzekerde)
   

Variabele zorgkosten

 

0–17 jaar

0.00

Wlz-instelling, blijvend

18–69 jaar

-633.20

 

70–79 jaar

-2022.69

 

80+ jaar

-3358.71

Wlz-instelling, instromend

18–69 jaar

10399.83

 

70–79 jaar

12791.05

 

80+ jaar

10355.31

Eenpersoonshuishouden

18–69 jaar

-3.48

 

70–79 jaar

230.84

 

80+ jaar

202.71

Overig

18–69 jaar

-1.62

 

70–79 jaar

-126.76

 

80+ jaar

-199.32

Tabel 1.9. Gewichten voor het vereveningscriterium MHK (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen MHK

-544.23

Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 30 procent

80.49

2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent

2493.28

3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 15 procent

2024.11

3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent

3295.44

3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 7 procent

4930.71

3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 4 procent

8623.56

3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 1,5 procent

18818.55

3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 0,5 procent

46105.35

Tabel 1.10. Gewichten voor het vereveningscriterium FDG (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen FDG

-28.77

1

471.51

2

1507.06

3

6647.03

4

6638.74

Tabel 1.11. Gewichten voor het vereveningscriterium MVV (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen MVV

-206.22

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 3,5 procent

1089.78

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 3 procent

1703.36

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 2,5 procent

3114.95

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 2 procent

5705.44

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 1,5 procent

8551.67

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 1 procent

12293.37

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 0,5 procent

17415.95

Gesommeerde kosten V&V 3 voorafgaande jaren in top 0,25 procent

30076.55

Kosten V&V voorafgaand jaar in top 0,25%; 0 – 17 jaar

71498.22

Tabel 1.12. Gewichten voor het vereveningscriterium HSM (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen HSM

-82.18

Ten minste 1 keer in positieve somatische morbiditeitsklasse in vereveningsjaar 3 jaar eerder

98.12

Tabel 1.13. Gewichten voor het vereveningscriterium MFK (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Geen MFK

-154.55

Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren farmaciekosten in top 25 procent

338.67

Tabel 1.14. Gewichten voor het vereveningscriterium SEI (in euro’s per verzekerde)
 

Variabele zorgkosten

Seizoenarbeider

-149.47

Geen seizoenarbeider

113.29

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Bijlage 2. Normbedragen vereveningsmodel geneeskundige GGZ (behorende bij artikel 6 van de Regeling risicoverevening 2022)

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De bijlage betreft de kosten van zorg behorende tot het cluster ‘geneeskundige geestelijke gezondheidszorg’.

De in deze bijlage genoemde vereveningscriteria zijn van toepassing voor verzekerden van achttien jaar of ouder; de gewichten zijn bedoeld voor de ex ante berekening van het normatieve bedrag ten behoeve van een zorgverzekeraar (artikel 6). De gewichten bevatten geen correctie voor hogekostencompensatie.

Tabel 2.1. Gewichten voor het vereveningscriterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde)
   

Kosten van geneeskundige GGZ

Mannen

18–24 jaar

374.46

 

25–29 jaar

362.49

 

30–34 jaar

334.67

 

35–39 jaar

330.35

 

40–44 jaar

305.56

 

45–49 jaar

280.41

 

50–54 jaar

267.71

 

55–59 jaar

257.76

 

60–64 jaar

257.76

 

65–69 jaar

256.84

 

70–74 jaar

252.86

 

75–79 jaar

252.86

 

80–84 jaar

245.51

 

85–89 jaar

245.51

 

90+ jaar

245.51

Vrouwen en onbepaald geslacht

18–24 jaar

480.03

 

25–29 jaar

409.04

 

30–34 jaar

355.71

 

35–39 jaar

348.17

 

40–44 jaar

320.41

 

45–49 jaar

297.24

 

50–54 jaar

278.03

 

55–59 jaar

257.76

 

60–64 jaar

257.76

 

65–69 jaar

256.84

 

70–74 jaar

252.86

 

75–79 jaar

252.86

 

80–84 jaar

245.51

 

85–89 jaar

245.51

 

90+ jaar

245.51

Tabel 2.2. Gewichten voor het vereveningscriterium FKG’s psychische aandoeningen (in euro’s per verzekerde)
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Geen FKG psychische aandoeningen

-32.92

ADHD

103.86

Verslaving exclusief nicotine

149.42

Angststoornissen (benzodiazepinen)

1014.05

Chronische stemmingsstoornissen

234.24

Bipolaire stoornissen regulier

851.06

Bipolaire stoornissen complex

2107.33

Psychose

1886.39

Chronische stemmingsstoornissen complex

1749.10

Psychose depot

5456.05

Tabel 2.3. Gewichten voor het vereveningscriterium DKG’s psychische aandoeningen (in euro’s per verzekerde)
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Geen DKG psychische aandoeningen

-120.51

1 (gebruik basis GGZ in het voorgaande jaar)

339.29

2

639.68

3

1270.71

4

2262.56

5

4781.39

6

5447.53

7

5662.23

8

7968.61

9

11769.09

10

10013.48

11

15702.79

12

21490.01

13

37644.23

14

35332.11

15

59517.62

16

32045.03

17

62281.85

18

31924.53

Tabel 2.4. Gewichten voor het vereveningscriterium AVI (in euro’s per verzekerde)
   

Kosten van geneeskundige GGZ

 

70+ jaar

0.00

Duurzaam en volledig arbeidsongeschikten (IVA)

18–34 jaar

356.42

 

35–44 jaar

211.04

 

45–54 jaar

-12.98

 

55–64 jaar

-3.04

 

65–69 jaar

-2.11

Arbeidsongeschikten excl. IVA

18–34 jaar

482.29

 

35–44 jaar

351.04

 

45–54 jaar

138.19

 

55–64 jaar

32.03

 

65–69 jaar

14.23

Bijstandsgerechtigden

18–34 jaar

560.35

 

35–44 jaar

208.57

 

45–54 jaar

74.39

 

55–64 jaar

-3.04

 

65–69 jaar

-2.11

Studenten

18–34 jaar

-84.70

Zelfstandigen

18–34 jaar

-73.09

 

35–44 jaar

-55.59

 

45–54 jaar

-17.74

 

55–64 jaar

-3.04

 

65–69 jaar

-2.11

Hoogopgeleiden

18–34 jaar

-61.45

 

35–44 jaar

-41.88

Referentiegroep

18–34 jaar

-6.79

 

35–44 jaar

-19.02

 

45–54 jaar

-12.98

 

55–64 jaar

-3.04

 

65–69 jaar

-2.11

Tabel 2.5. Gewichten voor het vereveningscriterium GGZ-regio (in euro’s per verzekerde)
 

Kosten van geneeskundige GGZ

1

55.45

2

12.86

3

-3.91

4

-9.18

5

-9.18

6

-9.18

7

-9.18

8

-9.18

9

-9.18

10

-9.18

Tabel 2.6. Gewichten voor het vereveningscriterium SES (in euro’s per verzekerde)
   

Kosten van geneeskundige GGZ

1 (zeer laag)

18–69 jaar

20.43

 

70+ jaar

17.86

2 (laag)

18–69 jaar

-12.52

 

70+ jaar

-4.17

3 (midden)

18–69 jaar

-12.52

 

70+ jaar

-3.61

4 (hoog)

18–69 jaar

6.69

 

70+ jaar

-9.23

Tabel 2.7. Gewichten voor het vereveningscriterium PPA (in euro’s per verzekerde)
   

Kosten van geneeskundige GGZ

Wlz-instelling, blijvend

18–69 jaar

-49.58

 

70–79 jaar

-45.15

 

80+ jaar

-37.80

Wlz-instelling, instromend

18–69 jaar

788.76

 

70–79 jaar

492.60

 

80+ jaar

75.12

Eenpersoonshuishouden

18–69 jaar

71.55

 

70–79 jaar

27.27

 

80+ jaar

-1.85

Overig

18–69 jaar

-11.86

 

70–79 jaar

-11.88

 

80+ jaar

4.40

Tabel 2.8. Gewichten voor het vereveningscriterium GGZ-MHK (in euro’s per verzekerde)
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Geen GGZ-MHK

-62.97

Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 98,5 procent met kosten GGZ >10 euro

187.49

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 10 promille1

1567.26

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 5 promille1

2961.81

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 2,5 promille1

5277.85

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 1 promille1

10014.62

5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 5 promille

14502.37

5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 2,5 promille

25124.95

1 Voor verzekerden jonger dan 24 jaar: ten minste 1 van de 5 voorafgaande jaren.

Tabel 2.9. Gewichten voor het vereveningscriterium SEI (in euro’s per verzekerde)
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Seizoenarbeider

-12.65

Geen seizoenarbeider

9.76

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Bijlage 3. Normbedragen vereveningsmodel geneeskundige GGZ bij toepassing van hogekostencompensatie (behorende bij artikel 12, tweede lid, van de Regeling risicoverevening 2022)

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De bijlage betreft de kosten van zorg behorende tot het cluster ‘geneeskundige geestelijke gezondheidszorg’.

De in deze bijlage genoemde vereveningscriteria zijn van toepassing voor verzekerden van achttien jaar of ouder; de gewichten vormen de basis voor de ex post berekening van het normatieve bedrag ten behoeve van een zorgverzekeraar (artikel 12, tweede lid). De gewichten bevatten een correctie voor hogekostencompensatie.

Tabel 3.1. Gewichten voor het vereveningscriterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde)1
   

Kosten van geneeskundige GGZ

Mannen

18–24 jaar

375.09

 

25–29 jaar

359.91

 

30–34 jaar

329.80

 

35–39 jaar

328.83

 

40–44 jaar

306.19

 

45–49 jaar

283.56

 

50–54 jaar

269.02

 

55–59 jaar

256.15

 

60–64 jaar

256.15

 

65–69 jaar

255.09

 

70–74 jaar

250.76

 

75–79 jaar

250.76

 

80–84 jaar

244.71

 

85–89 jaar

244.71

 

90+ jaar

244.71

Vrouwen en onbepaald geslacht

18–24 jaar

477.56

 

25–29 jaar

414.12

 

30–34 jaar

361.39

 

35–39 jaar

351.46

 

40–44 jaar

322.68

 

45–49 jaar

298.94

 

50–54 jaar

281.94

 

55–59 jaar

258.00

 

60–64 jaar

256.15

 

65–69 jaar

255.09

 

70–74 jaar

250.76

 

75–79 jaar

250.76

 

80–84 jaar

244.71

 

85–89 jaar

244.71

 

90+ jaar

244.71

Tabel 3.2. Gewichten voor het vereveningscriterium FKG’s psychische aandoeningen (in euro’s per verzekerde)2
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Geen FKG psychische aandoeningen

-32.40

ADHD

122.11

Verslaving exclusief nicotine

218.17

Angststoornissen (benzodiazepinen)

965.68

Chronische stemmingsstoornissen

243.65

Bipolaire stoornissen regulier

796.02

Bipolaire stoornissen complex

2108.46

Psychose

1832.15

Chronische stemmingsstoornissen complex

1847.13

Psychose depot

4997.64

Tabel 3.3. Gewichten voor het vereveningscriterium DKG’s psychische aandoeningen (in euro’s per verzekerde)3
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Geen DKG psychische aandoeningen

-120.34

1 (gebruik basis GGZ in het voorgaande jaar)

355.72

2

720.11

3

1313.14

4

2303.52

5

4799.17

6

5581.12

7

5770.03

8

7868.61

9

11375.96

10

9879.82

11

15008.44

12

19590.48

13

31955.20

14

31483.84

15

50327.40

16

31222.99

17

44321.92

18

31493.07

Tabel 3.4. Gewichten voor het vereveningscriterium AVI (in euro’s per verzekerde)4
   

Kosten van geneeskundige GGZ

 

70+ jaar

0.00

Duurzaam en volledig arbeidsongeschikten (IVA)

18–34 jaar

363.88

 

35–44 jaar

196.51

 

45–54 jaar

-15.83

 

55–64 jaar

-2.96

 

65–69 jaar

-1.90

Arbeidsongeschikten excl. IVA

18–34 jaar

425.53

 

35–44 jaar

339.68

 

45–54 jaar

148.67

 

55–64 jaar

31.18

 

65–69 jaar

12.81

Bijstandsgerechtigden

18–34 jaar

542.35

 

35–44 jaar

202.85

 

45–54 jaar

74.35

 

55–64 jaar

-2.96

 

65–69 jaar

-1.90

Studenten

18–34 jaar

-80.79

Zelfstandigen

18–34 jaar

-69.40

 

35–44 jaar

-57.18

 

45–54 jaar

-20.01

 

55–64 jaar

-2.96

 

65–69 jaar

-1.90

Hoogopgeleiden

18–34 jaar

-58.85

 

35–44 jaar

-39.06

Referentiegroep

18–34 jaar

-4.75

 

35–44 jaar

-17.95

 

45–54 jaar

-13.42

 

55–64 jaar

-2.96

 

65–69 jaar

-1.90

Tabel 3.5. Gewichten voor het vereveningscriterium GGZ-regio (in euro’s per verzekerde)5
 

Kosten van geneeskundige GGZ

1

49.05

2

13.99

3

-1.78

4

-7.10

5

-9.00

6

-9.00

7

-9.00

8

-9.00

9

-9.00

10

-9.00

Tabel 3.6. Gewichten voor het vereveningscriterium SES (in euro’s per verzekerde)6
   

Kosten van geneeskundige GGZ

1 (zeer laag)

18–69 jaar

23.30

 

70+ jaar

16.52

2 (laag)

18–69 jaar

-10.50

 

70+ jaar

-3.98

3 (midden)

18–69 jaar

-12.23

 

70+ jaar

-2.99

4 (hoog)

18–69 jaar

3.05

 

70+ jaar

-8.79

Tabel 3.7. Gewichten voor het vereveningscriterium PPA (in euro’s per verzekerde)7
   

Kosten van geneeskundige GGZ

Wlz-instelling, blijvend

18–69 jaar

-52.04

 

70–79 jaar

-42.81

 

80+ jaar

-36.77

Wlz-instelling, instromend

18–69 jaar

871.97

 

70–79 jaar

532.81

 

80+ jaar

87.17

Eenpersoonshuishouden

18–69 jaar

74.06

 

70–79 jaar

24.38

 

80+ jaar

-2.39

Overig

18–69 jaar

-12.31

 

70–79 jaar

-11.23

 

80+ jaar

3.80

Tabel 3.8. Gewichten voor het vereveningscriterium GGZ-MHK (in euro’s per verzekerde)8
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Geen GGZ-MHK

-62.72

Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 98,5 procent met kosten GGZ >10 euro

194.20

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 10 promille2

1617.07

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 5 promille2

2986.77

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 2,5 promille2

5211.98

Ten minste 2 van de 5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 1 promille2

9032.13

5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 5 promille

13908.28

5 voorafgaande jaren kosten GGZ in top 2,5 promille

23295.84

2 Voor verzekerden jonger dan 24 jaar: ten minste 1 van de 5 voorafgaande jaren.

Tabel 3.9. Gewichten voor het vereveningscriterium SEI (in euro’s per verzekerde)
 

Kosten van geneeskundige GGZ

Seizoenarbeider

-12.65

Geen seizoenarbeider

9.76

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

Bijlage 4. Normbedragen vereveningsmodel voor de eigen betalingen ten gevolge van het verplicht eigen risico alleen volwassenen zonder FKG/DKG/HKG/FDG/MVV en niet ingedeeld bij MHK-klasse ‘2 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 10 procent’ of hoger (behorende bij artikel 9, tweede lid, van de Regeling risicoverevening 2022)

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De bijlage betreft de eigen betalingen ten gevolge van het verplicht eigen risico.

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de berekening van de specifiek voor een zorgverzekeraar geraamde opbrengst van het verplicht eigen risico (artikel 9, tweede lid) en vormen de basis voor de herberekening van de opbrengst van het verplicht eigen risico ten behoeve van de vaststelling van de vereveningsbijdrage van een zorgverzekeraar (artikel 18, tweede lid).

Tabel 4.1. Gewichten voor het vereveningscriterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde)
   

Eigen betaling ten gevolge van verplicht eigen risico

Mannen

18–24 jaar

129.31

 

25–29 jaar

128.79

 

30–34 jaar

129.96

 

35–39 jaar

133.45

 

40–44 jaar

137.61

 

45–49 jaar

144.58

 

50–54 jaar

156.84

 

55–59 jaar

174.84

 

60–64 jaar

193.58

 

65–69 jaar

214.73

 

70–74 jaar

232.59

 

75–79 jaar

248.56

 

80–84 jaar

246.55

 

85–89 jaar

247.70

 

90+ jaar

231.93

Vrouwen en onbepaald geslacht

18–24 jaar

179.91

 

25–29 jaar

179.79

 

30–34 jaar

175.88

 

35–39 jaar

169.85

 

40–44 jaar

175.18

 

45–49 jaar

182.37

 

50–54 jaar

190.97

 

55–59 jaar

196.47

 

60–64 jaar

206.71

 

65–69 jaar

221.42

 

70–74 jaar

236.51

 

75–79 jaar

249.94

 

80–84 jaar

248.49

 

85–89 jaar

235.44

 

90+ jaar

192.92

Tabel 4.2. Gewichten voor het vereveningscriterium AVI (in euro’s per verzekerde)
   

Eigen betaling ten gevolge van verplicht eigen risico

 

70+ jaar

0.00

Duurzaam en volledig arbeidsongeschikten (IVA)

18–34 jaar

76.78

 

35–44 jaar

67.05

 

45–54 jaar

58.18

 

55–64 jaar

41.65

 

65–69 jaar

23.30

Arbeidsongeschikten excl. IVA

18–34 jaar

45.70

 

35–44 jaar

57.09

 

45–54 jaar

47.60

 

55–64 jaar

31.49

 

65–69 jaar

19.16

Bijstandsgerechtigden

18–34 jaar

43.83

 

35–44 jaar

47.74

 

45–54 jaar

39.57

 

55–64 jaar

20.17

 

65–69 jaar

-1.91

Studenten

18–34 jaar

-6.62

Zelfstandigen

18–34 jaar

-3.94

 

35–44 jaar

-7.21

 

45–54 jaar

-8.14

 

55–64 jaar

-12.00

 

65–69 jaar

-8.10

Hoogopgeleiden

18–34 jaar

-7.31

 

35–44 jaar

-10.95

Referentiegroep

18–34 jaar

0.67

 

35–44 jaar

-0.36

 

45–54 jaar

-2.75

 

55–64 jaar

-1.84

 

65–69 jaar

-1.53

Tabel 4.3. Gewichten voor het vereveningscriterium regio (in euro’s per verzekerde)
 

Eigen betaling ten gevolge van verplicht eigen risico

1

5.59

2

3.37

3

0.70

4

0.58

5

-0.72

6

-1.24

7

-2.26

8

-2.20

9

-2.38

10

-1.35

Tabel 4.4. Gewichten voor het vereveningscriterium MHK (in euro’s per verzekerde)
 

Eigen betaling ten gevolge van verplicht eigen risico

Geen MHK

-29.34

Ten minste 1 van de 3 voorafgaande jaren variabele zorgkosten in top 30 procent

61.53

Tabel 4.5. Gewichten voor het vereveningscriterium SEI (in euro’s per verzekerde)
 

Eigen betaling ten gevolge van verplicht eigen risico

Seizoenarbeider

-6,46

Geen seizoenarbeider

4,98

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 31818, datum inwerkingtreding 26-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 30-09-2021.

  1. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [1]
  2. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [2]
  3. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [3]
  4. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [4]
  5. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [5]
  6. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [6]
  7. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [7]
  8. Gewichten inclusief correctie voor hogekostencompensatie. ^ [8]
Naar boven