5.1
|
artikel 2.18, tweede lid, artikel 5.11, tweede lid en artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren en artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 en artikel 20 van de Regeling diervoeders 2012
|
Onveilige diervoeders/ Bijzonder voedingsdoel/ Voederen onveilige voeders / Terugroepen
De landbouwer voert geen onveilige diervoeders aan voedselproducerende dieren. De
landbouwer zet, indien noodzakelijk, direct procedures in werking om onveilige diervoeders
uit de handel te nemen.
|
5.a. Diervoederhygiëne
(Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften
voor diervoederhygiëne)
|
5.2
|
artikel 2.18, tweede lid, en artikel 6.4 van de Wet dieren, artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 183/2005 in samenhang met Bijlage I, deel A, onder I onder 4e en 4g van Verordening (EG) nr. 183/2005
|
Opslag gevaarlijke stoffen/ resultaten analyses
De verplichting voor exploitanten van diervoederbedrijven afval en gevaarlijke stoffen
apart en veilig op te slaan en rekening te houden met de resultaten van analyses van
monsters van primaire producten of andere monsters die van belang zijn voor de voederveiligheid.
|
5.3
|
artikel 2.18, tweede lid, en artikel 6.4 van de Wet dieren, artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5, eerste lid, van Verordening (EG) 183/2005 in samenhang met Bijlage I, deel A, onder II onder 2a, 2b en 2e van Verordening (EG) nr. 183/2005
|
Registratie
De verplichting voor exploitanten van diervoederbedrijven een registratie bij te houden
van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, het gebruik van genetisch
gemodificeerd zaai- en pootgoed en de bron en hoeveelheid van elk diervoeder dat het
bedrijf binnenkomt en de bestemming en hoeveelheid van elk diervoeder dat het bedrijf
verlaat.
|
5.4
|
artikel 2.18, tweede lid, en artikel 6.4 van de Wet dieren in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 5 van Verordening (EG) 183/2005 in samenhang met Bijlage III, onder 1, 1e alinea, 1e zin en 3e alinea van Verordening (EG) nr. 183/2005
|
Gescheiden opslag
De verplichting voor veehouders diervoeder gescheiden op te slaan van chemische stoffen
en andere voor diervoeder verboden producten en gemedicineerde en niet-gemedicineerde
diervoeders zo op te slaan dat het risico van vervoedering aan dieren waarvoor de
diervoeders niet zijn bestemd, wordt beperkt.
|
5.5
|
artikel 2.18, tweede lid, en artikel 6.4 van de Wet dieren in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 5 van Verordening (EG) nr. 183/2005 in samenhang met Bijlage III, onder 2, 3e zin van Verordening (EG) nr. 183/2005
|
Hanteren gemedicineerd voer
De verplichting voor veehouders om niet-gemedicineerde diervoeders gescheiden te hanteren
van gemedicineerde diervoeders.
|
5.6
|
artikel 2.18, tweede lid, en artikel 6.4 van de Wet dieren in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5, zesde lid van Verordening (EG) nr. 183/2005
|
Erkende leverancier
De verplichting voor veehouders alleen diervoeders te gebruiken van veevoederbedrijven
die zijn geregistreerd en/of erkend.
|
5.b Levensmiddelenhygiëne
(Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne,
PbEU L 139)
|
5.7
|
artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 4, eerste lid en Bijlage I, deel A, onder II, onder 4g,
4h en 5f van Verordening (EG) nr. 852/2004
|
Aparte opslag
De verplichting voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven afval en gevaarlijke
stoffen apart op te slaan en voorzorgsmaatregelen te nemen om de insleep en verspreiding
van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten te voorkomen.
|
5.8
|
artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 4, eerste lid, en Bijlage I, deel A, onder II, onder 4j
en 5h, m.u.v. zinsnede ‘gewasbeschermingsmiddelen en’ van Verordening (EG) nr. 852/2004 in samenhang met artikel 2.2, tiende lid, onderdelen e en r, van de Wet dieren, artikel 106, eerste lid, van Verordening (EU) 2019/6 alsmede artikel 2.1 van het Besluit diervoeders 2012 in samenhang met de artikelen 23 en 57, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling diervoeders 2012, artikel 1.21 van het Besluit houders van dieren, artikel 5.3, eerste lid, van het Besluit diergeneesmiddelen 2022 en de artikelen 3.7 en 3.9 van de Regeling diergeneesmiddelen 2022
|
Correcte toepassing
De verplichting voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven toevoegingmiddelen voor
diervoeders, diergeneesmiddelen en biociden correct toe te passen.
|
5.9
|
artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 4, eerste lid en Bijlage I, deel A, onder II, onder 6 van
Verordening (EG) nr. 852/2004
|
Herstelmaatregelen
De verplichting voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven om passende herstelmaatregelen
te nemen als tijdens officiële controles hygiëneproblemen zijn vastgesteld.
|
5.10
|
artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 4, eerste lid, en Bijlage I, deel A, onder III, onder 8a,
8d en 8e van Verordening (EG) nr. 852/2004
|
Register
De verplichting voor veehouders om registers bij te houden over de aard en de oorsprong
van aan de dieren gevoerde diervoeders, de resultaten van analyses van bij de dieren
genomen monsters of van andere monsters voor diagnosedoeleinden en alle toepasselijke
controles van dieren of producten van dierlijke oorsprong.
|
5.11
|
artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 4, eerste lid, en Bijlage I, deel A, onder III, onder 9a
en 9c van Verordening (EG) nr. 852/2004
|
Registratie gewasbeschermingsmiddelen/ biociden & analyses
De verplichting voor landbouwers die plantaardige producten telen een registratie
bij te houden van alle gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en van biociden en van
alle resultaten van voor de volksgezondheid relevante analyses van bij planten genomen
monsters of van andere monsters.
|
5.12
|
artikel 2.2, tiende lid, onderdeel l, subonderdeel 4°, en onderdeel r, van de Wet
dieren in samenhang met artikel 4, eerste lid, en Bijlage I, deel A, onder III, onder 8b
van Verordening (EG) 852/2004 in samenhang met artikel 1.25 van het Besluit houders van dieren in samenhang met artikel 108, eerste, tweede, derde en vijfde lid van Verordening (EU) 2019/6 en artikel 17, zevende lid, van Verordening (EU) 2019/4
|
Registratie/ logboek behandeling bij dieren
De verplichting voor veehouders een registratie bij te houden van de ontvangst, de
toepassing of de vervoedering van diergeneesmiddelen en gemedicineerde diervoeders,
evenals andere behandelingen die de dieren hebben ondergaan, data van toediening of
behandeling en wachttijden.
Bewaartermijn gegevens is 5 jaar, gerekend vanaf de dagtekening van de stukken.
|
5.c Specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong
(Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van
specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong, PbEU
L 139)
|
5.13
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel I, 1b, 1c, 1d en
1e van Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Algemene gezondheidsvoorschriften
De verplichting bij de productie van rauwe melk de algemene gezondheidsvoorschriften
in acht te nemen.
|
5.14
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel I, 2a, 2b en 2c en
in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel I, 3a, 3b en 3c van
Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Voorschriften tuberculose/ brucellose
De verplichting bij de productie van rauwe melk de gezondheidsvoorschriften m.b.t.
tuberculose en/of brucellose in acht te nemen.
|
5.15
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel I, 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Menselijke consumptie
Het verbod om rauwe melk van dieren die niet voldoen aan de (algemene) gezondheidsvoorschriften,
in het bijzonder dieren die individueel positief hebben gereageerd op de preventieve
test op tuberculose of op brucellose, voor menselijke consumptie te (laten) gebruiken.
|
5.16
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel I, 5 van Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Isoleren besmette dieren
De verplichting om dieren die besmet zijn of waarvan vermoed wordt dat zij besmet
zijn met een ziekte, op doeltreffende wijze te isoleren om negatieve gevolgen voor
de melk van andere dieren te vermijden.
|
5.17
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel II, onder A, onder
1, 2, 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Inrichting en onderhoud melklokaal/ installatie
De verplichting om melkinstallaties en de lokalen waar melk wordt opgeslagen zo te
bouwen, in te richten en te onderhouden dat verontreiniging van de melk zoveel mogelijk
wordt beperkt.
|
5.18
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie IX, Hoofdstuk I, onderdeel II, onder B, onder
1a, 1d, 2, 4a en 4b van Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Hygiënisch melken & opslaan/ Markeren behandelde dieren/ Gekoelde opslag
De verplichting het melken onder hygiënische omstandigheden te verrichten en de melk
onmiddellijk gekoeld op te slaan, behalve als koeling niet noodzakelijk is i.v.m.
(snelle) verwerkingsmethoden. De verplichting om, met geneesmiddelen behandelde dieren,
te markeren en de melk van deze dieren niet te bestemmen voor menselijke consumptie.
|
5.19
|
artikel 2, tweede lid, Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 853/2004 in samenhang met Bijlage III, sectie X, Hoofdstuk I, onder 1 m.u.v. de zinsnede ‘en
tot op het moment van verkoop aan de consument’ van Verordening (EG) nr. 853/2004
|
Opslag eieren
De verplichting eieren op het bedrijf schoon, droog en vrij van vreemde geuren te
houden en op afdoende wijze te beschermen tegen schokken en rechtstreeks zonlicht.
|
5.d Gebruik diergeneesmiddelen
(artikel 14 van Verordening (EG) nr. 470/2009van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire
procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch
werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening
(EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees
Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement
en de Raad (Pb EU 2009, L152) en de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden
voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Pb EU 2010, L15))
|
5.20
|
artikel 2.2, tiende lid, onderdelen e en r, en artikel 2.25 van de Wet dieren in samenhang met artikel 106, eerste lid, van Verordening (EU) 2019/6, artikel 2.8 van het Besluit houders van dieren en artikel
8.5 van het Besluit diergeneesmiddelen 2022 in samenhang met artikel 5.3, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Regeling diergeneesmiddelen
2022
|
Gebruik diergeneesmiddelen ivm vergunning, het verbod op het gebruik van verboden
stoffen, residuen en wachttijd
Het verbod op het gebruik van een diergeneesmiddel waarvoor geen vergunning is verstrekt.
Het verbod op het gebruik van verboden stoffen als genoemd in Verordening 37/2010.
Het verbod op het afleveren van een met diergeneesmiddelen behandeld dier dat een
maximum residulimiet overschrijdt (MRL).
Het verbod om landbouwhuisdieren in de handel te brengen indien voorgeschreven wachttijd
diergeneesmiddel niet in acht is genomen.
|
5.e Residuen gewasbeschermingsmiddelen
(Artikel 18, eerste lid, artikel 19 en artikel 20 Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten
aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige
en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van richtlijn 91/414/EG van de Raad, PbEU L 70)
|
5.21
|
artikel 2.18, tweede lid, van de Wet dieren in samenhang met artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling diervoeders 2012
|
Residuen gewasbeschermingsmiddelen in diervoeders
Het verbod om diervoeders te vervoederen die te hoge residuen van gewasbeschermingsmiddelen
bevatten.
|