Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 oktober
2022, houdende regels omtrent de oprichting en inrichting van een kiescollege voor
de Eerste Kamer voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn alsmede wijziging van
de Kiesregeling ten behoeve van de verkiezing van de leden van het kiescollege voor
Nederlanders die geen ingezetenen zijn en de verkiezing van de leden van de Eerste
Kamer door de leden van dit kiescollege (Regeling kiescollege niet-ingezetenen)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 27, eerste lid, 36, eerste lid, in samenhang met artikel D 3, vierde lid, van de Kieswet, 38 in samenhang met G 6, tweede lid, van de Kieswet, 39 in samenhang met artikel G 1a van de Kieswet, en 40, zesde lid, van de Wet kiescollege niet-ingezetenen en de artikelen Pa 1 in samenhang met de artikelen D 3, vierde lid, G 6, tweede lid, H 1, derde lid, H 3, vijfde lid, H 9, vierde lid, H 15, I 18, vierde lid, M 6, vijfde lid, M 6b, zevende lid, en P 22, derde lid, Pa 11, eerste lid, T 2, tweede lid, en Ua 2 in samenhang met de artikelen U 16, eerste lid, in samenhang met artikel P 22, derde lid, V 9, tweede lid, in samenhang met artikel P 22, derde lid, W 1, zesde lid, W 2, derde lid en W 4, tweede lid, en Ua 3, tweede lid, van de Kieswet;