Regeling specifieke uitkering tijdelijke onderwijshuisvesting ontheemden

[Regeling vervalt per 31-12-2025.]
Geraadpleegd op 12-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2023 en zichtdatum 25-09-2024.
Geldend van 22-09-2022 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 14 september 2022, nr. 33600252, houdende regels voor het verstrekken van eenmalige, specifieke uitkeringen voor tijdelijke onderwijshuisvesting bij massale toestroom van ontheemden (Regeling specifieke uitkering tijdelijke onderwijshuisvesting ontheemden)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel de kosten te vergoeden die gemeenten maken voor de tijdelijke onderwijshuisvesting ten behoeve van leerplichtige ontheemde jongeren uit Oekraïne.

Artikel 3. Plafond voor verstrekken van specifieke uitkeringen

Het plafond voor het totaal van aanvragen voor specifieke uitkeringen bedraagt € 704.178.000.

Artikel 4. Verstrekking van de specifieke uitkering en in aanmerking komende kosten

  • 1 De minister kan op aanvraag aan een gemeente eenmalig een specifieke uitkering verstrekken voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 2, die zijn of worden gemaakt in de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 juli 2023.

  • 2 Onder de kosten, bedoeld in artikel 2, worden verstaan de kosten voor:

    • a. de eerste inrichting van tijdelijke onderwijshuisvesting;

    • b. de ingebruikneming van tijdelijke onderwijshuisvesting;

    • c. de huur van tijdelijke onderwijshuisvesting;

    • d. het plaatsen van noodlokalen;

    • e. tijdelijke voorzieningen voor bewegingsonderwijs;

    • f. het gereedmaken van tijdelijke onderwijshuisvesting voor het onderwijs aan leerplichtige ontheemde jongeren;

    • g. de aankoop van noodlokalen.

  • 3 Een specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor kosten die:

    • a. reeds uit andere hoofde zijn of worden gesubsidieerd;

    • b. zijn of worden gemaakt ten behoeve van delen van de onderwijshuisvesting die niet gebruikt worden door de school dan wel niet worden gebruikt voor onderwijs aan leerplichtige ontheemde jongeren;

    • c. zijn of worden gemaakt voor nieuwbouw of omvangrijke verbouwingen;

    • d. zijn of worden gemaakt voor het onderhoud aan de tijdelijke onderwijshuisvesting, bedoeld in artikel 2.

Artikel 5. Maximale hoogte specifieke uitkering

  • 1 De hoogte van de specifieke uitkering is gelijk aan de door een gemeente daadwerkelijk gemaakte kosten en bedraagt ten hoogste € 90.000 voor kosten die zijn gemaakt voor de onderwijshuisvesting van een groep van vijf tot en met vijftien leerplichtige ontheemde jongeren in de gemeente, of, voor zover een gemeente kosten heeft gemaakt voor de onderwijshuisvesting van een groep van meer dan vijftien leerplichtige ontheemde jongeren, ten hoogste € 90.000 per groep van vijftien leerplichtige ontheemde jongeren in een gemeente.

  • 2 Voor zover het plafond, bedoeld in artikel 3, niet wordt overschreden, kan de minister in uitzonderlijke gevallen afwijken van de maximale hoogte van de specifieke uitkering, bedoeld in het eerste lid. De gemeente die daarop een beroep doet, motiveert bij de aanvraag schriftelijk welke redenen aanleiding kunnen zijn voor een dergelijke afwijking van de maximale hoogte.

Artikel 6. Vaststelling leerplichtige ontheemde jongeren per gemeente

  • 1 De minister stelt het aantal leerplichtige ontheemde jongeren in een gemeente vast op basis van de registratie in het register onderwijsdeelnemers, gemeten over vier peildata binnen de in artikel 4, eerste lid, genoemde periode.

  • 2 De peildatum waarop het hoogste aantal leerlingen geregistreerd staat in de gemeente, is bepalend voor het vaststellen van de grootte van de groep, bedoeld in het eerste lid. De bedoelde peildata zijn 1 april 2022, 1 juni 2022, 1 augustus 2022 en 15 september 2022.

Artikel 7. Aanvraag van de specifieke uitkering

  • 1 Een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt ingediend door de gemeente die de kosten heeft gemaakt voor het voorzien in de tijdelijke onderwijshuisvesting ten behoeve van leerplichtige ontheemde jongeren.

  • 2 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan worden ingediend van 1 oktober 2022 tot en met 31 oktober 2022. Aanvragen die buiten de aanvraagperiode worden ingediend, worden afgewezen.

  • 4 Een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat door de minister ter beschikking is gesteld op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs.

Artikel 8. Wijze van verdelen

  • 1 De minister beslist op een aanvraag binnen acht weken na sluiting van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 7, tweede lid.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag evenredig over de ingediende aanvragen met inachtneming van de in artikel 5 bedoelde maximale hoogte van de specifieke uitkering.

  • 3 Indien het plafond voor het verstrekken van specifieke uitkeringen als bedoeld in artikel 3 wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag naar rato van de aanvragen verdeeld.

Artikel 9. Verplichtingen

Een gemeente die een specifieke uitkering heeft aangevraagd, verleent medewerking aan de minister bij het verzamelen van informatie voor een evaluatie van deze regeling.

Artikel 10. Afwijzingsgronden

Een specifieke uitkering wordt niet verstrekt als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd niet zijn uitgevoerd, of niet of niet geheel zullen worden uitgevoerd, of de gemeente niet zal voldoen aan de in deze regeling opgenomen verplichtingen.

Artikel 11. Voorschot

De minister verstrekt een voorschot van 100 procent van het verleende bedrag. 50 procent van het verleende bedrag wordt voor 31 december 2022 betaald. De overige 50 procent wordt voor 31 juli 2023 betaald.

Artikel 12. Verantwoording, vaststelling en terugvordering

  • 2 De minister stelt de specifieke uitkering vast nadat de gemeente, op de in het eerste lid bedoelde wijze, de eindverantwoording in de vorm van de jaarrekening over het jaar 2023 aan de minister heeft verstrekt.

  • 3 Als uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de uitkering niet, niet geheel, of onrechtmatig is besteed, kan de minister de uitkering ter hoogte van het niet-bestede of onrechtmatig bestede deel terugvorderen.

  • 4 Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt, kan de minister de specifieke uitkering op een lager bedrag vaststellen.

Artikel 13. Voorwaardelijke verlening

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en vervalt op 31 december 2025.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering tijdelijke onderwijshuisvesting ontheemden.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

A.D. Wiersma