Verzamelbesluit rechtspositie politie 2022

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Besluit van 1 september 2022 tot wijziging van onder meer het Besluit algemene rechtspositie politie en Besluit bezoldiging politie in verband met de formalisering van afspraken uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Politie 2021 en ontwikkelingen in de uitvoeringspraktijk alsmede enkele technische wijzigingen (Verzamelbesluit rechtspositie politie 2022)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 15 juni 2022, nr. 4032201;

Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2022, No. W16.22.00068/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 25 augustus 2022, nr. 4131971;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt het Besluit algemene rechtspositie politie.]

Artikel III

[Red: Wijzigt het Besluit medaille trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie.]

Artikel IV

  • 2 De in het eerste lid bedoelde uitkering is pensioengevend en bedraagt de som van bruto € 700 en netto € 50 voor de ambtenaar met een aanstelling op 1 januari 2021 en 1 juli 2021 van 36 uur of meer per week en een evenredig deel daarvan ingeval van een aanstelling van minder dan 36 uur per week.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde uitkering is pensioengevend en bedraagt de som van bruto € 350 en netto € 25 in geval van een aanstelling op slechts een van de data, bedoeld in het tweede lid, van 36 uur of meer per week en een evenredig deel daarvan ingeval van een aanstelling van minder dan 36 uur per week.

  • 4 Indien de ambtenaar slechts een gedeelte van zijn bezoldiging geniet, heeft dit geen invloed op de hoogte van de eenmalige uitkering.

  • 5 Geen eenmalige uitkering ontvangen de ambtenaren bedoeld in het eerste lid, die op 1 januari 2021 en op 1 juli 2021 geen bezoldiging ontvingen in verband met buitengewoon onbezoldigd verlof. Indien dit verlof niet volledig genoten wordt, wordt de uitkering naar rato van de daadwerkelijke dienstverrichting berekend.

  • 6 De ambtenaar kan op eigen verzoek afzien van het bruto deel van de in het eerste lid bedoelde uitkering.

Artikel V

In afwijking van artikel 3, negende lid, laatste volzin (nieuw) en 3a, achtste lid, laatste volzin (nieuw), van het Besluit bezoldiging politie blijft het garantiebedrag behorende bij opleidingsniveau 4 van toepassing op aspiranten die voor 1 augustus 2022 met de opleiding zijn begonnen.

Artikel VI

Voor de toepassing van artikel 38 van het Besluit bezoldiging politie blijft artikel 45a, eerste lid, van het Besluit bezoldiging politie, zoals dat luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel S, van dit besluit, van toepassing op degenen die op die dag naast recht op doorbetaling bij ziekte op grond van artikel 38 van het Besluit bezoldiging politie aanspraak hebben op het arbeidsongeschiktheidspensioen, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel ee, van dat besluit.

Artikel VII

  • 11 Artikel IV werkt terug tot en met 1 augustus 2021.

Artikel VIII

Dit besluit wordt aangehaald als: Verzamelbesluit rechtspositie politie 2022.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 september 2022

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Uitgegeven de veertiende september 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven