Regeling aanvullende en bijzondere bekostiging eindexamens 2022

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-03-2023 en zichtdatum 16-03-2023.
Geldend van 16-03-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 1 juli 2022, nr. VO/33196495, houdende regels voor de verstrekking van aanvullende en bijzondere bekostiging als tegemoetkoming voor scholen in het voortgezet onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en vavo-instellingen voor de organisatie en uitvoering van de maatregelen voor het eindexamen 2022 (Regeling aanvullende en bijzondere bekostiging eindexamens 2022)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 82, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 117, tweede lid van de Wet op de expertisecentra, en de artikelen 2.2.3, derde lid en 2.2a.3, eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 3. Doel van de aanvullende en bijzondere bekostiging

  • 1 De minister verstrekt in 2022 aanvullende en bijzondere bekostiging aan het bevoegd gezag van een school of instelling met als doel het tegemoet komen in de extra kosten die scholen en instellingen maken voor:

    • a. het organiseren, begeleiden en corrigeren van een extra herkansing voor kandidaten.

    • b. docenten en medewerkers die werkzaamheden uitvoeren in de eerste week van de zomervakantie ten behoeve van kandidaten in de regio Midden, vavo-studenten aan instellingen met instellingscode 27DV, 27GZ, 24ZZ, 20MQ, 25PM, 04CY, 25LN, 01AA, 25LP en 25LH, aan kandidaten aan de school met instellingscode 19HY.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onder b, verstrekt de minister in 2022 uitsluitend bijzondere bekostiging aan het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de WEC met instellingscodes 04YK en 02RM ten behoeve van docenten en medewerkers die werkzaamheden uitvoeren in de eerste week van de zomervakantie ten behoeve van kandidaten in de regio Midden.

Artikel 4. Beschikbare middelen per kandidaat en verdeling

  • 2 De bedragen die het bevoegd gezag ontvangt worden rekenkundig afgerond op hele euro’s.

Artikel 5. Verstrekking, vaststelling en betaling

  • 1 Aanvullende en bijzondere bekostiging op grond van deze regeling wordt ambtshalve verstrekt. Voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs wordt dat gebaseerd op de door de instellingsaccountant gevalideerde aantallen.

  • 2 De bijzondere bekostiging voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en voor scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, wordt uiterlijk in de maand oktober van 2022 vastgesteld en ineens betaald.

  • 3 De aanvullende bekostiging voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs wordt uiterlijk in de maand oktober van 2022 vastgesteld en ineens betaald, mits de gegevens, genoemd in artikel 6.12, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020:

    • a. uiterlijk 1 juli 2022 zijn ingediend; of

    • b. na 1 juli 2022 zijn ingediend en uiterlijk 15 juli 2022 zijn verwerkt in het Register Onderwijsdeelnemers.

Artikel 6. Verantwoording aanvullende en bijzondere bekostiging

  • 1 De aanvullende en bijzondere bekostiging kan ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Artikel 7 en 8 van deze regeling treden in werking met ingang van 1 augustus 2022.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende en bijzondere bekostiging eindexamens 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

A.D. Wiersma