Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging NCG 2022

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 06-12-2022 t/m heden

Besluit van de algemeen directeur van de Dienst Nationaal Coördinator Groningen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 14 juni 2022, kenmerk 22248881, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Dienst Nationaal Coördinator Groningen (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging NCG 2022)

Gelet op de instemming van de secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 9 juni 2022, kenmerk NCG/22144781;

Gelet op artikel 19, eerste en derde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • afdeling: organisatieonderdeel onder leiding van een manager;

  • Algemeen directeur: de algemeen directeur van de Dienst Nationaal Coördinator Groningen;

  • besluit: dit Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging NCG 2022;

  • bijzonder projectleider: een door de Algemeen directeur aangewezen functionaris voor het leiden van een niet-alledaags project;

  • directeur: de directeur Uitvoering Centraal, de directeur Bedrijfsvoering, de directeur Versterking Eemsdelta of de directeur Versterking Stad & Ommeland van de Dienst Nationaal Coördinator Groningen;

  • manager: een onder een directeur ressorterende leidinggevende van een afdeling van de Dienst Nationaal Coördinator Groningen;

  • P&O-aangelegenheden: de aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget;

  • projectleider: een door een directeur of manager aangewezen functionaris om de rol van projectleider te vervullen met betrekking tot een project;

  • projectmanager: een door een directeur of manager aangewezen functionaris om de rol van projectmanager te vervullen met betrekking tot een project;

  • programmamanager: een door een directeur of manager aangewezen functionaris om de rol van programmamanager te vervullen met betrekking tot een programma;

  • regiodirectie: een organisatieonderdeel onder leiding van de directeur Versterking Eemsdelta of de directeur Versterking Stad & Ommeland;

  • teamleider: een onder een manager ressorterende leidinggevende;

  • werkterrein: de taken binnen het eigen organisatieonderdeel.

Artikel 2

Aan de algemeen directeur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. ten aanzien waarvan de algemeen directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld; of

  • b. die door een directeur aan de algemeen directeur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de algemeen directeur door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3. Kaders bij ieder mandaat

  • 1 Ondermandaten, volmachten en machtigingen worden begrensd met een maximale (meerjarige) financiële verplichting als bepaald in artikel 9.

  • 2 Dit mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming van de instructies van de Algemeen directeur.

§ 2. Ondermandaat, volmacht en machtiging

Artikel 4. Directeur

  • 1 Aan de directeur Uitvoering Centraal en de directeur Bedrijfsvoering wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

  • 2 Aan de directeur Versterking Eemsdelta en de directeur Versterking Stad & Ommeland wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein. Bij een project met overlap van regio’s zijn beide directeuren, ieder voor zich, bevoegd.

  • 3 Aan de directeuren wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van de P&O-aangelegenheden van hun organisatieonderdeel, met inbegrip van de volgende aangelegenheden:

    • a. het aanbieden en het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd;

    • b. het opdragen van een andere functie;

    • c. het opdragen van tijdelijke andere werkzaamheden;

    • d. het toekennen van een hogere salarisschaal;

    • e. het toekennen van beloningen;

    • f. het afnemen van de eed en belofte.

  • 4 Aan de directeuren wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend om klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en die hun organisatieonderdeel betreffen te behandelen, een en ander in afstemming met de klachtencoördinator en met inachtneming van het Voorschrift interne klachtenbehandeling van NCG.

Artikel 5. Managers

  • 1 Aan de managers wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van de inhuur van externe medewerkers.

  • 2 Tot het werkterrein als bedoeld in het eerste lid van uitsluitend:

    • a. de manager van de afdeling Opname en Normering behoort het nemen van besluiten op norm;

    • b. de managers binnen de regiodirecties behoort het nemen van versterkingsbesluiten;

    • c. de manager van de afdeling Bestuurszaken behoort het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid.

  • 3 Aan de managers wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het nemen van beslissingen inzake het woon-werkverkeer;

    • b. het beslissen op een aanvraag in het kader van de geldende regels inzake scholingsfaciliteiten, inclusief het verlenen van studieverlof;

    • d. het aangaan van stageovereenkomsten;

    • e. het nemen van beslissingen inzake overwerk;

    • f. het beslissen op een verzoek om wijziging van werktijden van een medewerker niet zijnde een uitbreiding van de arbeidsduur;

    • g. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie;

    • h. het verlenen van vakantie en van kortdurend verlof, bedoeld in de hoofdstukken 4, 5 en 14 van de CAO Rijk en in de Wet arbeid en zorg;

    • i. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • j. het verlenen van PAS verlof;

    • k. het accorderen van tijdschrijfregistraties bij extern ingehuurde medewerkers;

    • l. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot het, anders dan door middel van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, aantrekken van tijdelijk personeel;

    • m. het verstrekken van een gratificatie wegens een ambtsjubileum;

    • n. het accorderen van structureel telewerken;

    • o. het accorderen van IKB-aanvragen, voor zover geen sprake is van een opwaarts effect op de bezetting;

    • p. het accorderen van een vergoeding voor verhuiskosten.

Artikel 6. Teamleiders

  • 1 Aan teamleiders wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van de inhuur van externe medewerkers.

  • 2 Aan teamleiders wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallingsverlof- en ouderschapsverlof;

    • c. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie;

    • f. het accorderen van tijdschrijfregistraties van extern ingehuurde medewerkers.

Artikel 7. Bevoegdheden voor de realisatie van de bouw

Aan projectleiders, projectmanagers en programmamanagers binnen de regiodirecties wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor alle aangelegenheden die vanwege de verschillende sets aan uniforme administratieve voorwaarden en aanpalende wet- en regelgeving nodig zijn voor de vertegenwoordiging van opdrachtgever en realisatie van de bouw, waaronder het afgeven van prestatieverklaringen voor de door hen begeleide projecten.

Artikel 8. Vertegenwoordiging in rechte

  • 1 Aan de manager van de afdeling Juridische en Economische Zaken wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het aangaan van overeenkomsten op zijn werkterrein, waaronder begrepen:

    • a. het nemen van besluiten ten aanzien van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • b. het nemen van beslissingen op bezwaar en het indienen van zienswijzen voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem of een directeur in mandaat is genomen;

    • c. het aangaan van verplichtingen inzake het verlenen van opdrachten aan een advocatenkantoor, waaronder het kantoor van de landsadvocaat.

  • 2 Aan de manager van de afdeling Juridische en Economische Zaken en de juristen en senior juristen van de afdeling Juridische en Economische Zaken wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het indienen en voeren van beroep, waaronder begrepen het instellen van beroep en het voeren van voorlopige voorziening procedures.

  • 3 Aan de manager van de afdeling Juridische en Economische Zaken en de senior juristen van de afdeling Juridische en Economische Zaken wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het voeren van hoger beroep, waaronder begrepen het instellen van hoger beroep en het voeren van voorlopige voorziening procedures.

Artikel 9. Financiële begrenzing

  • 1 Het ondermandaat voor verplichtingen die financiële gevolgen hebben of kunnen hebben is voor de onderstaande functionarissen per verplichting beperkt tot de volgende grensbedragen in euro’s en inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW):

    directeur

    € 2.500.000

    manager

    € 60.000

    teamleider

    € 12.500

    binnen een project op zijn werkterrein ten aanzien van opdrachtverlening, een besluit en een overeenkomst, een manager in een regiodirectie

    € 1.000.000

    binnen een project op zijn werkterrein ten aanzien van opdrachtverlening, een teamleider in een regiodirectie

    € 180.000

    binnen een project wat hem is opgedragen, een projectleider, projectmanager of programmamanager in een regiodirectie

    € 90.000

    ten aanzien van een (norm)besluit, waarbij het genoemde maximumbedrag de uitvoeringskosten bij benadering betreft, de manager van de afdeling Opname en Normering

    € 1.000.000

    Ten aanzien van opdrachten op zijn werkterrein ten aanzien van opdrachtverlening, de manager van de afdeling Opname en Normering

    € 1.000.000

    ten aanzien van beslissingen op bezwaar, de manager van de afdeling Juridische en Economische Zaken

    € 1.000.000

    ten behoeve van een bijzondere situatie kan de Algemeen directeur een functionaris de rol van bijzonder projectleider geven met een bijzonder projectbudget voor het totale project, met een maximum van

    € 250.000

  • 2 Aan de Inkoopadviseurs van de afdeling Inkoop wordt machtiging verleend met betrekking tot:

    • a. het publiceren van de aanbestedingsdocumenten;

    • b. het publiceren van nota’s van inlichtingen;

    • c. het ondertekenen en publiceren van alle uitgaande correspondentie die nodig is in het kader van aanbestedingen en contractvorming, waaronder begrepen uitnodigingen voor de selectie- en inschrijvingsfase, afwijzingsbrieven en (voorlopige) gunningsbrieven.

§ 3. Plaatsvervanging

Artikel 10. Plaatsvervanging algemeen directeur

De directeur Uitvoering Centraal treedt op als plaatsvervanger van de algemeen directeur. Bij afwezigheid van zowel de Algemeen directeur als de directeur Uitvoering Centraal, treedt de directeur Bedrijfsvoering op als plaatsvervanger van de Algemeen directeur.

Artikel 11. Plaatsvervanging overige functionarissen

  • 1 De uit dit besluit voor directeuren en de managers voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger.

  • 2 De plaatsvervanger van de directeur Uitvoering Centraal is de directeur Bedrijfsvoering. De plaatsvervanger van de directeur Bedrijfsvoering is de directeur Uitvoering Centraal.

  • 3 De plaatsvervanger van de directeur Versterking Eemsdelta is de directeur Versterking Stad & Ommeland. De plaatsvervanger van de directeur Versterking Stad & Ommeland is de directeur Versterking Eemsdelta.

  • 4 Een manager wordt vervangen door een door zijn directeur aangewezen manager binnen het organisatieonderdeel waar hij is aangesteld.

  • 5 Een teamleider wordt vervangen door een door zijn manager aangewezen teamleider binnen de afdeling waar hij is aangesteld.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 12. Inwerkingtreding en overig

  • 1 Dit besluit treedt in werking de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2022.

  • 3 Besluiten of handelingen die zijn genomen of verricht krachtens het Besluit Ondermandaat NCG 2020 door of namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat in de periode van 1 april 2022 tot en met 31 juli 2022 worden aangemerkt als besluiten of handelingen namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

  • 4 Besluiten of handelingen die zijn genomen of verricht krachtens het (onder)mandaat van NCG door of namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de periode van 10 januari 2022 tot 1 maart 2022, worden aangemerkt als besluiten of handelingen namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

  • 5 Dit besluit wordt aangehaald als Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging NCG 2022.

Groningen, 14 juni 2022

P.A. Spijkerman

Algemeen directeur Dienst Nationaal Coördinator Groningen

Naar boven