Instellingsbesluit staatscommissie tegen discriminatie en racisme

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 13-05-2022 t/m heden

Besluit van 3 mei 2022, houdende instelling van een staatscommissie tegen discriminatie en racisme (Instellingsbesluit staatscommissie tegen discriminatie en racisme)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 april 2022, nr. 2022-0000225441;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges en artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

  • 1 De staatscommissie heeft tot taak de regering:

    • a. te informeren over de stand van discriminatie en racisme in Nederland door inzicht te verschaffen in de aard, omvang en oorzaken van discriminatie en racisme in Nederland op basis van wetenschappelijk onderzoek;

    • b. door effecten van beleid en regelgeving op dit gebied te monitoren; en

    • c. een advies uit te brengen over betere waarborgen en verbetering van beleid en regelgeving om discriminatie en racisme te voorkomen en tegen te gaan.

  • 2 De staatscommissie besteedt bij haar werkzaamheden aandacht aan de volgende onderwerpen:

    • a. discriminatie en racisme in sectoren van de samenleving, zoals in ieder geval de woningmarkt, de arbeidsmarkt, het onderwijs, de zorg; en

    • b. discriminatie en racisme door de overheid, waarbij de staatscommissie in ieder geval een brede doorlichting op discriminatie en etnisch profileren uitvoert van de werkwijze en organisatiecultuur van alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties, en in ieder geval reflecteert op de mogelijkheid en wenselijkheid van een verbod voor overheidsinstanties om etniciteit te gebruiken om fraude te bestrijden en verkent wat de mogelijkheden zijn om onderscheid op grond van ras en nationaliteit in risicoprofielen alleen toe te passen ter bescherming dan wel ter ondersteuning van mensen.

Artikel 3

  • 1 De staatscommissie bestaat uit maximaal tien leden, inclusief de voorzitter.

  • 2 Als voorzitter van de commissie wordt benoemd: mw. dr. Joyce Sylvester.

  • 3 De overige leden worden bij ministerieel besluit benoemd.

Artikel 4

  • 2 De voorzitter ontvangt voor de duur van het onderzoek een vaste vergoeding, gebaseerd op een arbeidsduurfactor van maximaal 50% en salarisschaal 18 trede 10, zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst bij de Staat werkzaam zijn.

  • 3 De overige leden ontvangen voor de duur van het onderzoek een vaste vergoeding, gebaseerd op een arbeidsduurfactor van 10% en salarisschaal 18, trede 10, zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

Artikel 5

  • 1 De staatscommissie geeft op onafhankelijke wijze invulling aan haar taken en stelt een eigen wetenschappelijk werkprogramma op. Hierbij overlegt de staatscommissie met relevante overheidsorganisaties, instanties, en (advies)organen.

  • 2 De staatscommissie brengt haar eindadvies uit voor 1 mei 2026 aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 Na het uitbrengen van het eindadvies is de staatscommissie opgeheven.

Artikel 6

De archiefbescheiden worden na de opheffing van de staatscommissie, of indien de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgedragen aan het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang 1 mei 2022. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 april 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 mei 2022.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit staatscommissie tegen discriminatie en racisme.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J. Bruins Slot

Naar boven