Besluit Toepassing van de rijkscoördinatieregeling op de landelijke infrastructuur
voor het transport van waterstofgas, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
De Minister voor Klimaat en Energie,
In overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad,
Overwegende,
Dat het wenselijk is dat zo snel mogelijk het verbruik van fossiele brandstoffen waaronder
aardgas kan worden verminderd door de inzet van vervangende energiedragers;
Dat waterstofgas een goede alternatieve energiedrager is die geheel uit hernieuwbare
energiebronnen grootschalig kan worden geproduceerd;
Dat een landelijke infrastructuur voor het transport van waterstofgas een cruciale
rol kan spelen in onze economie en in een CO2-vrij energie- en grondstoffensysteem en dat daarom de ontwikkeling van deze landelijke
infrastructuur van nationaal belang is;
Dat de configuratie van deze landelijke infrastructuur voor het transport van waterstofgas,
afhankelijk van de ontwikkeling van vraag, aanbod en behoefte aan opslag, gefaseerd
in deelprojecten zal worden opgebouwd;
Dat de Rijkscoördinatieregeling niet van rechtswege van toepassing is op de deelprojecten
die tezamen de landelijke infrastructuur voor het transport van waterstofgas zullen
vormen;
Dat het wenselijk is dat de Minister voor Klimaat en Energie wordt aangewezen als
minister die samen met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening inpassingsplannen
vaststelt voor de deelprojecten die tezamen de landelijke infrastructuur voor het
transport van waterstofgas zullen vormen, en die met de coördinatie van overige benodigde
besluiten is belast;
Gelet op:
artikel 3.35, eerste tot en met derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening;