Subtaak- en ondermandaatbesluit Directie Juridische Zaken Defensie 2022

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 14-04-2022 t/m heden

Subtaak- en ondermandaatbesluit Directie Juridische Zaken Defensie 2022

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. bewindspersoon: Minister van Defensie of Staatssecretaris van Defensie, afhankelijk van wie het aangaat;

  • b. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon besluiten te nemen;

  • c. volmacht: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • d. machtiging: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2. Organisatie van de Directie Juridische Zaken

De Directie Juridische Zaken bestaat uit:

  • a. het cluster wet- en regelgeving;

  • b. het cluster internationale aangelegenheden;

  • c. het cluster nationale taken en rechtshandhaving;

  • d. het cluster civielrecht;

  • e. het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht;

  • f. de militair juridische dienst krijgsmacht.

Artikel 3. Plaatsvervangend directeur en adjunct directeur

De Directeur Juridische Zaken laat zich bij de uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 6, onder a, van het Algemeen organisatiebesluit Defensie 2021, bijstaan door:

  • a. een plaatsvervangend directeur die is belast met:

    • 1°. de plaatsvervanging van de Directeur Juridische Zaken bij diens afwezigheid;

    • 2°. door de Directeur Juridische Zaken opgedragen werkzaamheden of taken;

  • b. een adjunct directeur die is belast met:

    • 1°. beheerstaken op het gebied van personeels- administratief- en organisatorisch management van de Directie Juridische Zaken;

    • 2°. beheerstaken op het gebied van klachtbehandeling in het kader van de Defensie Klachtenregeling, alsmede op het gebied van behandeling van onderzoeken van de Nationale Ombudsman;

    • 3°. door de Directeur Juridische Zaken opgedragen werkzaamheden of taken.

Artikel 3a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging plaatsvervangend directeur

Aan de plaatsvervangend directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 3, onderdeel a, tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 3b. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging adjunct directeur

Aan de adjunct directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 3, onderdeel b, tot zijn werkterrein behoren, alsmede voor aangelegenheden voortvloeiende uit de plaatsvervanging van de Directeur Juridische Zaken en de plaatsvervangend Directeur Juridische Zaken bij beider afwezigheid, met uitzondering van de aangelegenheden genoemd in artikel 6, onderdelen b en c.

Artikel 4. Cluster wet- en regelgeving

Het cluster wet- en regelgeving is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur Juridische Zaken verrichten van de werkzaamheden van het cluster wet- en regelgeving;

  • b. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het wet- en regelgevingsbeleid binnen defensie;

  • c. het tot stand brengen en evalueren van wet- en regelgeving met uitzondering van wet- en regelgeving op het terrein van rechtspositie en pensioenen;

  • d. het mede tot stand brengen en wijzigen van regelgeving van andere ministeries;

  • e. het fungeren als contactpunt voor de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de wet- en regelgeving op het defensieterrein;

  • f. het zorgdragen voor de juridische zorgvuldigheid van de bestuurlijke vormgeving van de defensieorganisatie;

  • g. de zorg voor de behandeling van constitutionele vraagstukken.

Artikel 4a. Ondermandaat cluster wet- en regelgeving

Aan de coördinator van het cluster wet- en regelgeving wordt mandaat verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 4, onderdeel g, tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 5. Cluster internationale aangelegenheden

Het cluster internationale aangelegenheden is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur Juridische Zaken verrichten van de werkzaamheden van het cluster internationale aangelegenheden;

  • b. het opstellen van verdragen en andere (inter)nationale overeenkomsten en regelingen, de juridische toetsing daarvan alsmede de advisering op dit terrein;

  • c. de juridisch-bestuurlijke advisering op het gebied van de internationale rechtsorde en veiligheid, waaronder begrepen vredesoperaties, alsmede op het gebied van stationeringaangelegenheden;

  • d. de toetsing van defensieproducten op volkenrechtelijke en humanitair oorlogsrechtelijke zorgvuldigheid alsmede de advisering op dit gebied.

Artikel 5a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging cluster internationale aangelegenheden

  • 1 Aan de coördinator van het cluster internationale aangelegenheden wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om bij afwezigheid van de Directeur Juridische Zaken, de plaatsvervangend directeur en de adjunct directeur op te treden als vervanger van de Directeur Juridische Zaken.

  • 2 Aan de coördinator van het cluster internationale aangelegenheden wordt mandaat verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 5 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 6. Cluster nationale taken en rechtshandhaving

Het cluster nationale taken en rechtshandhaving is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur Juridische Zaken verrichten van de werkzaamheden van het cluster nationale taken en rechtshandhaving;

  • b. de juridisch-bestuurlijke toetsing van en advisering over de inzet van (onderdelen van) de krijgsmacht op het gebied van de handhaving van de nationale rechtsorde en veiligheid, waaronder militaire steunverlening in het openbaar belang, militaire bijstand en bijzondere bijstand (terrorismebestrijding) op grond van de Politiewet 2012 en bijstand op grond van de Wet Veiligheidsregio’s en in het kader van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

  • c. de juridisch-bestuurlijke toetsing van en advisering over de inzet van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in het kader van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;

  • d. de juridisch-bestuurlijke toetsing en advisering op het gebied van Koninkrijksaangelegenheden en van de maritieme rechtshandhaving;

  • e. de beoordeling van en advisering over convenanten die door de bewindspersoon, de Secretaris-Generaal of de Commandant der Strijdkrachten worden aangegaan;

  • f. de juridisch-bestuurlijke advisering in aangelegenheden betreffende de Koninklijke Marechaussee, zowel ten aanzien van haar eigen taken als ten aanzien van de ondersteuning van de civiele autoriteiten, waaronder bijstand.

Artikel 6a. Ondermandaat, -volmacht en -machtiging Cluster nationale taken en rechtshandhaving

  • 1 Aan de coördinator van het cluster nationale taken en rechtshandhaving wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om bij afwezigheid van de Directeur Juridische Zaken, de plaatsvervangend directeur en de adjunct directeur op te treden als vervanger van de Directeur Juridische Zaken.

  • 2 Aan de coördinator van het cluster nationale taken en rechtshandhaving wordt mandaat verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 6 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 7. Cluster civielrecht

Het cluster civielrecht is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur Juridische Zaken verrichten van de werkzaamheden van het cluster civielrecht;

  • b. het mede opstellen van civielrechtelijke overeenkomsten en internationale materieelsamenwerkingsovereenkomsten, het juridisch toetsen van concepten daarvan, alsmede het adviseren met betrekking tot deze onderwerpen;

  • c. het toetsen van aanbestedingsstukken, alsmede het adviseren op het terrein van het aanbestedingsrecht;

  • d. het bewaken van de juridisch-bestuurlijke zorgvuldigheid van het defensiebeleid in relatie tot de betrekkingen met de Nederlandse defensie-industrie;

  • e. het adviseren met betrekking tot de juridische aspecten van markt en overheid, zoals publiek private samenwerking, steunverlening en werken voor derden;

  • f. het toetsen van producten van andere onderdelen op civielrechtelijke zorgvuldigheid, alsmede het adviseren op dit terrein;

  • g. het afhandelen van overige civielrechtelijke aangelegenheden, waaronder de afhandeling van bijzondere schadegevallen;

  • h. het in rechte vertegenwoordigen van de bewindspersoon op de in dit artikel genoemde gebieden.

Artikel 7a. Ondermachtiging Cluster civielrecht

Aan de coördinator en de senior-medewerkers van het cluster civielrecht wordt machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 7, onderdeel h, tot hun werkterrein behoren.

Artikel 8. Cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht

Het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur Juridische Zaken verrichten van de werkzaamheden van het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht;

  • b. de toetsing van defensieproducten op bestuursrechtelijke, milieu- en omgevingsrechtelijke zorgvuldigheid alsmede de advisering op dit terrein;

  • c. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het defensiebeleid met betrekking tot de toepassing van het militair straf-, strafproces- en tuchtrecht en het verzorgen van rapportages op dit terrein;

  • d. het fungeren als contactpunt van het Ministerie van Defensie ten behoeve van het openbaar ministerie;

  • e. het toetsen en coördineren van de beantwoording van vragen betreffende verzoekschriften van het parlement, het toetsen en coördineren van klachten in het kader van de Defensie Klachtenregeling, alsmede het toetsen en coördineren van de behandeling van onderzoeken van de Nationale ombudsman;

  • f. het behandelen van bezwaarschriften, beroepschriften en hoger beroepschriften als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht en het optreden ter terechtzitting in defensieaangelegenheden op de in dit artikel genoemde gebieden.

Artikel 8a. Ondermandaat, -volmacht en machtiging Cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht

  • 1 Aan de coördinator van het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om bij afwezigheid van de Directeur Juridische Zaken, de plaatsvervangend directeur en de adjunct directeur op te treden als vervanger van de Directeur Juridische Zaken.

  • 2 Aan de coördinator van het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht wordt mandaat verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 8 tot zijn werkterrein behoren.

  • 3 Aan de coördinator en de senior-medewerkers van het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht wordt machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 8, onderdeel f, tot hun werkterrein behoren.

Artikel 9. Militair Juridische Dienst Krijgsmacht

Het hoofd van de Militair Juridische Dienst Krijgsmacht is belast met de volgende taken:

  • a. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de Directeur Juridische Zaken invulling geven aan de rol van hoofd van de Militair Juridische Dienst Krijgsmacht;

  • b. advisering van de Commandant der Strijdkrachten inzake de opleiding in het militair recht van het militair personeel;

  • c. advisering van de Directeur Operaties van de defensiestaf inzake de vulling van militair juridische functies in het kader van crisisbeheersingsoperaties;

  • d. advisering inzake het loopbaanbeleid en overige aspecten betreffende officieren van de Militair Juridische Dienst Krijgsmacht;

  • e. het geven van vorm en inhoud aan de traditiebeleving en het ‘esprit de corps’ binnen de Militair Juridische Dienst Krijgsmacht.

Artikel 9a. Ondermandaat Militair Juridische Dienst Krijgsmacht

Aan het Hoofd van de Militair Juridische Dienst Krijgsmacht wordt mandaat verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 9, onderdelen b, c, d en e, tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 10. Uitzondering op verleende bevoegdheden

  • 1 De functionarissen, bedoeld in de artikelen 3a, 3b, 4a, 5a, 6a, 7a, 8a en 9a maken geen gebruik van de aan hen verleende bevoegdheden in gevallen waarin de rechtshandeling of andere handeling van een zodanig gewicht is dat deze redelijkerwijs door de Directeur Juridische Zaken dient te worden verricht.

  • 2 De functionarissen, bedoeld in de artikelen 4a, 5a, 6a, 7a, 8a en 9a, maken geen gebruik van de aan hen verleende bevoegdheden in gevallen waarin de rechtshandeling of andere handeling van een zodanig gewicht is dat deze redelijkerwijs, bij afwezigheid van de Directeur Juridische Zaken, door de plaatsvervangend directeur of de adjunct directeur dient te worden verricht.

Artikel 11. Ondertekening krachtens mandaat, volmacht of machtiging

Een document dat krachtens mandaat, volmacht of machtiging wordt ondertekend bevat aan het slot de volgende formule:

DE << BEWINDSPERSOON>> VAN DEFENSIE

voor deze,

<< functie, handtekening en naam van de ondertekenaar >>

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subtaak- en ondermandaatbesluit Directie Juridische Zaken Defensie 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 maart 2022

De Directeur Juridische Zaken,

J.J.F. Versluijs

Naar boven