Beleidsregel generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 18-02-2022 t/m 31-12-2022

Beleidsregel generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus, Nederlandse Zorgautoriteit

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, van de Wmg, heeft de Minister voor Medische Zorg met brief van 23 april 2020, met kenmerk 1677978-204496-PZO, een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, van de Wmg, heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brief van 31 januari 2022, met kenmerk 3308642-1023276-PZO, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • a. aanwijzing coronakosten: aanwijzing van 23 april 2020 inzake de meerkosten en continuïteitsbijdrage vanwege het coronavirus in curatieve en forensische zorg1.

  • b. macrobeheersinstrument: het systeem van macrogrenzen als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wmg en de daarop ambtshalve per individuele zorgaanbieder afzonderlijk vastgestelde individuele bovengrenzen en de eventueel daarop volgende afdracht aan het Zorgverzekeringsfonds bij gezamenlijke overschrijding van de voor de desbetreffende zorg vastgestelde macrogrens.

  • c. maximumtarief: bedrag als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wmg, dat ten hoogste als tarief voor een prestatie in rekening mag worden gebracht.

  • d. prestatie: prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wmg.

  • e. coronavirus: het severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2 virus). De World Health Organization heeft deze naam gegeven aan het novel coronavirus 2019-nCov. Dit novel coronavirus (2019-nCov) is aangemerkt als behorende tot groep A, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet publieke gezondheid. Covid-19 is een infectieziekte veroorzaakt door SARS-CoV-2.

  • f. vrij tarief: tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wmg, dat voor een prestatie in rekening mag worden gebracht.

  • g. ziektekostenverzekeraar: een zorgverzekeraar of een particuliere ziektekostenverzekeraar, zijnde een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen, als omschreven in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wmg. Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt, voor zover het de inkoop en vergoeding van forensische zorg betreft, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), ressorterend onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid, met een ziektekostenverzekeraar gelijkgesteld.

  • h. zorg: zorg die valt onder de reikwijdte van artikel 3 van deze beleidsregel.

  • i. zorgaanbieder: natuurlijk persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wmg.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het doel van deze beleidsregel is om een tijdelijke, d.w.z. voor het kalenderjaar 2022, bekostigingsbasis te creëren voor zorgaanbieders die te maken hebben met specifieke meerkosten die hun directe oorzaak vinden in de coronapandemie.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 2 Van de reikwijdte van deze beleidsregel is uitgezonderd zorg die bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt geleverd.

Artikel 4. Prestatiebeschrijving

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 In deze beleidsregel wordt één prestatie onderscheiden, te weten:

    • Meerkosten 2022 in verband met het coronavirus.

  • 2 Met de prestatie ‘meerkosten 2022 in verband met het coronavirus’ kunnen zorgaanbieders extra kosten in rekening brengen die zij hebben moeten maken voor de levering van zorg aan een individuele verzekerde of voor een groep verzekerden, of voor justitiabelen met een forensische zorgtitel. Het betreft kosten die verband houden met het coronavirus voor het kunnen leveren van directe zorg aan patiënten, ongeacht of de patiënt (vermoedelijk) besmet is met het coronavirus, voor zover daar nog geen prestatiebeschrijving voor is vastgesteld, dan wel – wanneer er wel een bestaande prestatiebeschrijving beschikbaar is – het tarief of de overeengekomen vergoeding voor de bestaande prestatiebeschrijving niet toereikend is. Deze prestatie kan ook in rekening worden gebracht voor kosten die betrekking hebben op zorgcapaciteit die bewust en actief leeg en beschikbaar gehouden wordt voor coronapatiënten, en op kosten in verband met extra gecreëerde zorgcapaciteit voor coronazorg, als dit op verzoek van het ROAZ/RONAZ en andere daartoe aangewezen organisaties of op grond van afstemming in ROAZ-verband is gebeurd.

Artikel 5. Voorwaarden, voorschriften en beperkingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De NZa heeft aan het registreren en in rekenig brengen van meerkosten met gebruikmaking van de prestatie ‘meerkosten 2022 in verband met het coronavirus’ enkele registratie-, administratie- en declaratievoorschriften verbonden. Deze voorschriften zijn opgenomen in de Regeling generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus, met kenmerk NR/REG-2222.

Artikel 6. Tariefsoort

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Voor de in artikel 4 genoemde prestatie geldt een vrij tarief.

Artikel 7. Macrobeheersinstrument

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

NZa-regelgeving die betrekking heeft op het macrobeheersinstrument2 is, overeenkomstig artikel 5 van de aanwijzing coronakosten, niet van toepassing op tarieven die in rekening zijn gebracht voor de prestatiebeschrijving ‘meerkosten 2022 in verband met het coronavirus’.

Artikel 8. Intrekking voorgaande beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De Beleidsregel continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus, met kenmerk BR/REG-20157, wordt ingetrokken. De in de vorige zin genoemde beleidsregel blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onderdeel e, van de Bekendmakingswet wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2023. Aan de inwerkingtreding wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2022.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus.

  1. Aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg van 23 april 2020, met kenmerk 1677978-204496-PZO, inzake de meerkosten en continuïteitsbijdrage vanwege het coronavirus in curatieve en forensische zorg (Stcrt. 2020, 23915). ^ [1]
  2. In sommige beleidsregels, nadere regels en tariefbeschikkingen wordt in dit verband ook wel gesproken van macrobeheersmodel in plaats van macrobeheersinstrument. ^ [2]
Naar boven