Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2024 en zichtdatum 30-04-2024.
Geldend van 01-11-2022 t/m heden

Wet van 24 november 2021, houdende regels met betrekking tot de registratie van uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter implementatie van artikel 31 van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn (Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot het registreren van uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter implementatie van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PbEU 2015, L 141), zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/843 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PbEU 2018, L 156/43);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2. Gelijkstelling soortgelijke juridische constructie

  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt een soortgelijke juridische constructie gelijkgesteld aan een trust en wordt onder een trust mede verstaan een soortgelijke juridische constructie.

  • 2 Onder een trustee wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen tevens verstaan degene die in een soortgelijke juridische constructie een vergelijkbare positie heeft als een trustee in een trust.

  • 3 Onder een soortgelijke juridische constructie wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan: bij overeenkomst of samenstel van overeenkomsten tot stand gebracht fonds zonder rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een onderneming of rechtspersoon als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007, waarin de deelnemers vermogen bijeenbrengen dat voor gezamenlijke rekening wordt belegd of anderszins wordt aangewend ten behoeve van de uiteindelijk belanghebbenden van dat fonds, alsmede een juridische constructie die is opgenomen in de geconsolideerde lijst, bedoeld in artikel 31, tiende lid, van de vierde anti- witwasrichtlijn.

Artikel 3. Reikwijdte

  • 1 Deze wet is van toepassing op trusts:

    • a. waarvan de trustee in Nederland woonachtig of gevestigd is; of

    • b. waarvan de trustee buiten de Europese Unie woonachtig of gevestigd is en namens de trust in Nederland een zakelijke relatie aangaat of onroerend goed verwerft.

  • 2 Deze wet is niet van toepassing op de registratie van trusts en de uiteindelijk belanghebbenden daarvan voor zover die trusts in een andere lidstaat van de Europese Unie zijn ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 31 van de vierde anti-witwasrichtlijn.

Hoofdstuk 2. Inhoud van het register

Artikel 4. Het register

  • 1 Er is een register voor het registreren van trusts en uiteindelijk belanghebbenden van trusts.

  • 2 Het register heeft als doel het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme.

  • 3 Het register wordt gehouden door de beheerder.

Artikel 5. Informatie in het register

  • 1 Het register bevat de volgende gegevens over een trust:

    • a. de naam;

    • b. het type;

    • c. de datum waarop deze tot stand is gekomen;

    • d. de plaats waar deze tot stand is gekomen; en

    • e. het doel waarvoor deze tot stand is gebracht.

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over categorieën van doelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.

  • 3 Het register bevat de volgende gegevens over de uiteindelijk belanghebbenden van een trust:

    • a. de naam, de geboortemaand, het geboortejaar, de woonstaat en de nationaliteit;

    • b. het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, indien dat aan de uiteindelijk belanghebbende is toegekend;

    • c. het fiscaal identificatienummer van een ander land dan Nederland waarvan de uiteindelijk belanghebbende ingezetene is, indien dat door zijn woonstaat aan hem is toegekend;

    • d. de geboortedag, de geboorteplaats, het geboorteland en het woonadres;

    • e. het e-mailadres; en

    • f. de aard en omvang van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang, waarvoor bij algemene maatregel van bestuur klassen kunnen worden vastgesteld.

  • 4 Het register bevat de volgende bescheiden over een trust en de uiteindelijk belanghebbenden daarvan:

    • a. afschriften van documenten op grond waarvan de in het derde lid, onderdelen a, b, c en d bedoelde gegevens zijn geverifieerd;

    • b. afschriften van documenten waaruit de gegevens, bedoeld in het eerste lid, blijken alsmede van documenten, behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën, waaruit de gegevens, bedoeld in het derde lid, onderdeel f, blijken.

Artikel 6. Bewaartermijn

De gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 5, eerste, derde en vierde lid, blijven tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn, toegankelijk via het register.

Hoofdstuk 3. Toegang tot het register

Artikel 7. Toegang

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

Artikel 8. Persoonsgegevens verzoeker

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9. Vergoeding

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 10. Afscherming

  • 1 In bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen kunnen, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van uiteindelijk belanghebbenden die in het register staan ingeschreven, gegevens of bescheiden of categorieën van gegevens of bescheiden, op langs elektronische weg gedaan verzoek van een uiteindelijk belanghebbende bij besluit van Onze Minister van Financiën worden afgeschermd tegen inzage door anderen dan de Financiële inlichtingen eenheid, de bevoegde autoriteiten en de instellingen bedoeld in artikel 1a, tweede, derde en vierde lid, onderdeel d, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

  • 3 Jaarlijks worden statistische gegevens gepubliceerd over het aantal afschermingen dat op grond van dit artikel is toegekend, met in begrip van de gronden waarop die afschermingen zijn toegekend.

Hoofdstuk 4. Verplichtingen van de trustee

Artikel 11. Registratieplicht

  • 1 De trustee is ten behoeve van registratie in het register, verplicht langs elektronische weg opgave te doen van de in artikel 5 bedoelde gegevens en bescheiden met betrekking tot die trust en de uiteindelijk belanghebbenden daarvan.

  • 2 De trustee doet uiterlijk een week na het plaatsvinden van het feit ten gevolge waarvan de verplichting tot registratie ontstaat, opgave overeenkomstig deze wet.

  • 3 Na opgave besluit Onze Minister van Financiën tot registratie in het register en worden de belanghebbenden van de betreffende trust daarvan langs elektronische weg in kennis gesteld.

  • 4 Ten behoeve van de registratie overeenkomstig deze wet identificeert de trustee zich.

  • 5 In schriftelijke uitingen die namens de trust worden gedaan, wordt het unieke kenmerk vermeld dat na registratie aan de trust is toegekend.

Artikel 12. Kwaliteit geregistreerde informatie

De trustee draagt er zorg voor dat de in artikel 5 bedoelde gegevens en bescheiden met betrekking tot de trust en de uiteindelijk belanghebbenden daarvan, toereikend, actueel en accuraat zijn.

Hoofdstuk 5. Taken van de beheerder

Artikel 13. Ontwikkeling en beheer van het register

  • 1 De beheerder draagt zorg voor de ontwikkeling, een goede bereikbaarheid, werking en beveiliging van het register.

  • 2 De beheerder draagt er zorg voor dat de weergave van krachtens deze wet in het register opgenomen informatie onverwijld na het besluit bedoeld in artikel 11, derde lid, overeenstemt met dat besluit.

Artikel 14. Verstrekking uniek kenmerk

De beheerder kent aan een trust een uniek kenmerk toe, en neemt dit kenmerk in het register op.

Artikel 15. Informatieverstrekking aan de Financiële inlichtingen eenheid en de bevoegde autoriteiten

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 16. Informatieverstrekking aan uiteindelijk belanghebbenden

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 17. Verwerking terugmelding

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 18. Technische inrichting

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent het beheer, de vorm en de technische en administratieve inrichting van het register.

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in het register ook informatie kan worden opgenomen die is overgenomen uit een basisregistratie.

Artikel 19. Protocol

  • 1 De beheerder stelt een protocol op aangaande:

    • a. de beschikbaarheid, werking, beveiliging en andere aangelegenheden betreffende het beheer van het register; en

    • b. de evaluatie van de uitvoering van de bij deze wet aan de beheerder opgedragen taken welke evaluatie twee jaar na inwerkingtreding van deze wet wordt uitgevoerd.

  • 2 Het protocol behoeft de goedkeuring van Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Justitie en Veiligheid en Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat.

  • 3 De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

Hoofdstuk 6. Financiele inlichtingen eenheid en bevoegde autoriteiten

Artikel 20. Informatiedeling

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 21. Terugmeldplicht

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk 7. Handhaving

Artikel 22. Last onder dwangsom

Onze Minister van Financiën kan een last onder dwangsom opleggen indien er sprake is van handelen in strijd met artikel 11, eerste of tweede lid, of artikel 12.

Artikel 23. Bestuurlijke boete

Artikel 23a. Vorderen inlichtingen

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Onze Minister van Financiën is bevoegd van een trustee inlichtingen te vorderen die hij redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak, bedoeld in de artikelen 22 en 23, nodig heeft. Een trustee is verplicht aan Onze Minister van Financiën binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitvoering van deze bevoegdheid.

  • 2 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

Hoofdstuk 8. Overige bepalingen

Artikel 24. Databankenrecht

Het recht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Databankenwet is, ten aanzien van het register bedoeld in artikel 4 van deze wet, voorbehouden aan de Staat der Nederlanden.

Artikel 25. Mandaatverlening

  • 1 Onze Minister van Financiën verleent aan de voorzitter van de Kamer van Koophandel mandaat om:

    • a. besluiten te nemen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, en artikel 11, derde lid;

    • b. te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a, met dien verstande dat de persoon die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen; en

    • c. in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspaken hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie.

  • 2 De voorzitter van de Kamer van Koophandel kan ten aanzien van de in het eerste lid aan hem gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan één of meer onder hem ressorterende werknemers van de beheerder.

Hoofdstuk 10. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29. Overgangsbepaling

In afwijking van artikel 11, tweede lid, vindt registratie waartoe de verplichting is ontstaan als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 11 van deze wet plaats binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze wet.

Artikel 30. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 31. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 24 november 2021

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Uitgegeven de zestiende december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus