Belastingplan 2022

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Wet van 22 december 2021 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is fiscale maatregelen te treffen die voortvloeien uit de koopkrachtbesluitvorming voor het jaar 2022 en dat het ook in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2022 en volgende jaren wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

  • 1 Tot de winst, bedoeld in artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoort niet een subsidie aan een door de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19 getroffen startende MKB-onderneming die op aanvraag wordt verstrekt door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, met als doel deze MKB-onderneming in staat te stellen in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 de vaste lasten te betalen.

Artikel VII

De vrije ruimte, bedoeld in artikel 31a, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, bedraagt voor het kalenderjaar 2021, in afwijking van de in dat kalenderjaar geldende tekst van die wet:

  • a. 3% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b van die wet belasting wordt geheven met een maximum van € 12.000, vermeerderd met:

  • b. 1,18% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b van die wet belasting wordt geheven voor zover dat loon meer bedraagt dan € 400.000.

Artikel Xa

Artikel 15a, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer zoals dat luidde op 31 december 2021 blijft tot en met 31 maart 2022 van toepassing wanneer een notaris niet beschikt over de juiste software om te voldoen aan de nieuwe vereisten die met ingang van 1 januari 2022 gelden voor de inhoud van het elektronische aangiftebericht als onderdeel van de aangifte overdrachtsbelasting.

Artikel XII

Artikel 16b van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 vindt bij het begin van het kalenderjaar 2022 geen toepassing op de bedragen, genoemd in de tabel die is opgenomen in artikel 9, eerste lid, van die wet en op de bedragen, genoemd in de laatste zin van dat lid, en in de laatste zin van artikel 9, tweede lid, van die wet.

Artikel XIV

  • 2 Bij ministeriële regeling worden, na toepassing van het eerste lid, de bedragen, genoemd in artikel 9, eerste lid, derde kolom van de tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XVII

  • 2 Bij ministeriële regeling worden, na toepassing van het eerste lid, de bedragen, genoemd in artikel 9, eerste lid, derde kolom van de tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XX

  • 2 Bij ministeriële regeling worden, na toepassing van het eerste lid, de bedragen, genoemd in artikel 9, eerste lid, derde kolom van de tabel, dienovereenkomstig aangepast.

Artikel XXV

Ingeval de samenloop van wetten die in 2021 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in een of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

Artikel XXVI

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat:

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 22 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

De Staatssecretaris van Financiën,

J.A. Vijlbrief

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven