Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nederlandse Emissieautoriteit 2021

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 16-10-2021 t/m 28-12-2023

Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 27 september 2021, nr. WJZ/ 19262804, houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging voor het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit (Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nederlandse Emissieautoriteit 2021)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:60 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

Gezien de schriftelijke instemming van het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • CAO Rijk: de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren, werkzaam binnen de sector Rijk;

  • Minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • NEa: de Nederlandse Emissieautoriteit;

  • P&O-aangelegenheden: aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget.

§ 2. Mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 2

Aan het bestuur van de NEa wordt mandaat verleend voor het verlenen van instemming voor deelname aan projectactiviteiten, als bedoeld in artikel 16.46b van de Wet milieubeheer.

Artikel 3

  • 1 Aan het bestuur van de NEa wordt volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en daarmee samenhangende handelingen op zijn werkterrein, waaronder begrepen P&O-aangelegenheden.

  • 2 Aan het bestuur van de NEa wordt volmacht en machtiging verleend voor het inschrijven van de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit en zijn machtigingenbeheerders in een machtigingenregister als bedoeld in het Afsprakenstelsel Elektronische Toegangsdiensten, met inachtneming van door de secretaris-generaal gestelde regels.

Artikel 4

  • 1 In afwijking van artikel 3 geldt voor de volgende P&O-aangelegenheden dat deze slechts in overeenstemming met de directeur Bedrijfsvoering van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kunnen plaatsvinden:

    • a. het opleggen van straffen als bedoeld in hoofdstuk 15 van de CAO Rijk;

    • b. het toekennen van financiële tegemoetkomingen op grond van sociaal flankerend beleid.

  • 2 In afwijking van artikel 3 geldt de volmacht en de machtiging niet voor de volgende P&O-aangelegenheden:

    • a. de mogelijkheid van hoofdstuk 2 van de CAO Rijk om tijdelijke arbeidsovereenkomsten in zeer bijzondere situaties te sluiten, waarbij wordt afgeweken van hetgeen is geregeld in de CAO Rijk;

    • b. het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met en het inlenen op basis van een uitzend- of detacheringsovereenkomst dan wel op basis van een overeenkomst van opdracht van een persoon die de AOW-leeftijd heeft bereikt;

    • c. het met wederzijds goedvinden beëindigen van een arbeidsovereenkomst, voor zover dit gepaard gaat met een financiële regeling waarin een geldelijke tegemoetkoming wordt verstrekt, anders of hoger dan die, bedoeld in artikel 7:673, tweede lid, en 7:671b, achtste lid, van het Burgerlijk Wetboek;

    • d. beslissingen ten aanzien van medewerkers voor wie salarisschaal 15 of hoger van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk geldt, respectievelijk kandidaten voor functies, waarvoor die salarisschalen gelden, inhoudende:

      • 1°. het opleggen van straffen als bedoeld in hoofdstuk 15 van de CAO Rijk;

      • 2°. het beslissen omtrent toekennen van een terugkeergarantie;

      • 3°. het toekennen van verplichte en onverplichte schadeloosstellingen, vergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen boven een bedrag van € 10.000;

      • 4°. het toekennen van financiële tegemoetkomingen op grond van sociaal flankerend beleid;

      • 5°. het opzeggen van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden in de zin van artikel 7:677, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek.

§ 3. Ondermandaat

Artikel 5

  • 1 Het bestuur van de NEa kan voor de aan hem op grond van dit besluit toekomende aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan afzonderlijke leden van het bestuur. De afzonderlijke leden van het bestuur kunnen in zulks geval voor deze aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de ambtenaren, werkzaam bij de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit.

  • 2 Het bestuur van de NEa kan voorts voor de aan hem op grond van dit besluit toekomende aangelegenheden ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de ambtenaren, werkzaam bij de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit.

Artikel 6

  • 1 Het verlenen van ondermandaat, volmacht of machtiging alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

  • 2 Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat, volmacht of machtiging als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en aan degenen aan wie krachtens dit besluit ondermandaat is verleend.

§ 4. Instructies

Artikel 7

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8*

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nederlandse Emissieautoriteit 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 september 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

S.A. Blok

Naar boven