-
a. de subsidieontvanger draagt in het najaar van 2023 bij aan onderzoek naar de effectiviteit
van de activiteiten, genoemd in artikel 3;
-
b. de subsidieontvanger levert desgevraagd informatie over de voortgang van de activiteiten
genoemd in artikel 3;
-
c. de subsidieontvanger start in schooljaar 2021/2022 met de activiteiten, genoemd in
artikel 3, en zorgt ervoor dat deze uiterlijk met ingang van schooljaar 2023/2024 zijn gerealiseerd;
-
d. in afwijking van onderdeel c, start de subsidieontvanger waarop artikel 6, vierde lid, van toepassing is, uiterlijk in schooljaar 2022/2023 met de activiteiten, genoemd
in artikel 3, en zorgt ervoor dat deze uiterlijk met ingang van schooljaar 2023/2024 zijn gerealiseerd;
-
d1. in afwijking van de onderdelen c en d start de subsidieontvanger aan wie naar aanleiding
van een aanvraag als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, subsidie is verstrekt, uiterlijk in schooljaar 2022/2023 met de activiteiten, genoemd
in artikel 3, en zorgt de subsidieontvanger ervoor dat deze activiteiten uiterlijk met ingang
van schooljaar 2024/2025 zijn gerealiseerd;
-
e. de subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de organisatie van klassen in de eerste
leerjaren is vermeld in openbare beleidsstukken van de school, zoals het schoolplan
als bedoeld in de artikelen 2.88 tot en met 2.91 van de WVO 2020 en artikel 21 van de WEC of in de schoolgids, bedoeld in artikel 2.92 van de WVO 2020 en artikel 22 van de WEC;
-
f. de subsidieontvanger zendt in het najaar van 2023 een rapportage over de periode vanaf
schooljaar 2021/2022 aan DUS-I. De rapportage omvat ten minste een omschrijving van
de voortgang van de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt en van de gerealiseerde
doelen. De subsidieontvanger toont daarbij in elk geval aan hoe het aanbod van heterogene
brugklassen op de vestiging waarvoor subsidie is ontvangen vanaf schooljaar 2023/2024
zich verhoudt tot het aanbod van heterogene brugklassen op dit vestiging in schooljaar
2021/2022;
-
f1. in afwijking van onderdeel f zendt de subsidieontvanger aan wie naar aanleiding van
een aanvraag als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, subsidie is verstrekt, uiterlijk op 1 november 2024 een rapportage als bedoeld in
het voorgaande lid aan DUS-I. De subsidieontvanger toont daarbij in elk geval aan
hoe het aanbod van heterogene brugklassen op de vestiging waarvoor subsidie is ontvangen
vanaf schooljaar 2024/2025 zich verhoudt tot het aanbod van heterogene brugklassen
op dit vestiging in schooljaar 2022/2023;
-
g. in afwijking van onderdeel f, heeft de rapportage, indien het subsidie betreft die
is verstrekt naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 6, vierde lid, betrekking op de periode vanaf schooljaar 2022/2023,
-
h. de subsidieontvanger informeert ouders, leerlingen en andere belanghebbenden, bijvoorbeeld
via de website van de school, over het soort brugklassen waarin leerlingen onderwijs
kunnen volgen.