Regeling standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs 2021

Geraadpleegd op 14-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-09-2021 en zichtdatum 04-09-2021.
Geldend van 04-09-2021 t/m 31-07-2022

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 augustus 2021, nr. MBO/26721259, houdende vaststelling van de landelijke standaarden voor de kwaliteit van de examens van de beroepsopleidingen (Regeling standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs 2021)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 7.4.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

Besluit:

Artikel 1. Standaarden examenkwaliteit beroepsopleidingen

De landelijke standaarden, bedoeld in artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 behorend bij deze regeling.

Artikel 2. Standaarden examenkwaliteit beroepsopleidingen BES

De landelijke standaarden, bedoeld in artikel 7.4.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 behorend bij deze regeling.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Bijlage 1. behorende bij artikel 1 van de Regeling standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs 2021

Standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs Europees Nederland

Gebied Borging en afsluiting

BA1. Borging diplomering

De examencommissie borgt deugdelijke diplomering.

Basiskwaliteit

Het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie is voldoende gewaarborgd door het bestuur.

De examencommissie stelt op objectieve en deskundige wijze vast of een student voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een diploma of een certificaat. Zij bewaakt, monitort en analyseert de kwaliteit van de processen die hieraan ten grondslag liggen. Hierdoor zijn het niveau, de complexiteit en de inhoud van de door de student geleverde prestaties, afgestemd op de kwalificatievereisten of het certificaat, geborgd.

De examencommissie borgt in alle fasen van de examinering en diplomering de deskundigheid van de betrokken personen.

De examencommissie bewaakt op een cyclische manier haar eigen werkwijze en eigen kwaliteit met betrekking tot de borging van de examinering en diplomering en certificering voor de opleidingen waarvoor zij verantwoordelijk is. Zij geeft betekenis aan de uitkomsten hiervan en acteert hierop. Hierbij betrekt zij eventueel onafhankelijke deskundigen. In voorkomende gevallen worden verbetermaatregelen genomen en wordt toegezien op de realisatie ervan. Hierover wordt jaarlijks verslag gedaan.

De examencommissie geeft op deugdelijke gronden mbo-verklaringen af. Tevens geeft zij vrijstellingen voor examenonderdelen op deugdelijke gronden.

BA2. Afsluiting

De opleiding onderbouwt dat de student voldaan heeft aan de voorwaarden voor het diploma, een certificaat of een mbo-verklaring.

Basiskwaliteit

De opbouw en inrichting van de afsluiting voldoet aan de eigen vastgestelde kwaliteitseisen voor een betrouwbare diplomering en certificering. Dit sluit aan op de visie op het onderwijs van het team. De examinering is afgestemd op de kwalificatie-eisen wanneer het gaat om diplomering. Dit is inclusief de keuzedelen en de eisen ten aanzien van generieke examenonderdelen.

De examinering is valide en betrouwbaar en zorgt ervoor dat de student voldoet aan de voorwaarden tot diplomering of certificering. De afnamecondities en beoordelingen zijn voor studenten gelijkwaardig. De opleiding betrekt de beroepspraktijk bij de examinering. De opleiding beoordeelt de bewijzen ten behoeve van de examinering onafhankelijk en deskundig. Deze bewijzen laten in samenhang een passende balans zien tussen vereiste kennis, houding en vaardigheden, waarbij onderdelen van de examinering in de reële beroepspraktijk plaatsvinden. Op basis van de bewijzen stelt de opleiding vast of een student de kwalificatie-eisen in voldoende mate beheerst.

De student is volledig en tijdig geïnformeerd over de kwalificatie-eisen en eisen die de opleiding stelt aan de examinering en diplomering. Deze informatie is voor alle betrokkenen transparant en eenduidig.

Normering

Normering per standaard

Voor het beoordelen en waarderen van de examenkwaliteit van een opleiding worden de standaarden zoals hierboven beschreven gebruikt. Een standaard bestaat uit een beschrijving van de basiskwaliteit, gebaseerd op de deugdelijkheidseisen in de Wet educatie en beroepsonderwijs.

In standaard BA2. Afsluiting wordt gesproken over de opleiding, het betreft dan het bevoegd gezag.

Of een standaard als Voldoende of Onvoldoende wordt beoordeeld, is gebaseerd op de vraag of het bevoegd gezag/de opleiding aan de beschrijving van de basiskwaliteit onder die standaard voldoet en daarmee basiskwaliteit realiseert. Voor de waardering Goed wordt de realisatie van ambities betrokken. Onderstaande tabel geeft aan hoe het oordeel en de waardering op standaardniveau tot stand komt:

Oordeel/waardering standaard

Norm voor standaarden

Goed

De opleiding voldoet aan de beschrijving van de basiskwaliteit en realiseert ook ambities die daarboven uitstijgen.

Voldoende

De opleiding voldoet aan de beschrijving van de basiskwaliteit.

Onvoldoende

De opleiding voldoet niet aan de beschrijving van de basiskwaliteit.

Indien voor een standaard het oordeel Voldoende is, kan daaraan de waardering Goed worden gegeven. Om te bepalen of de waardering Goed kan worden afgegeven, wordt gekeken naar de realisatie van ambities. Zoals eerder benoemd is er sprake van de waardering goed wanneer het bevoegd gezag of de opleiding voldoet aan de deugdelijkheidseisen en ook ambities realiseert die daarboven uitstijgen.

Normering voor het kwaliteitsgebied Borging en Afsluiting

Eindoordeel/waardering opleiding

Norm

Onvoldoende examenkwaliteit

De standaard Borging diplomering en/of Afsluiting is Onvoldoende.

Voldoende examenkwaliteit

De standaarden Borging diplomering en Afsluiting zijn Voldoende.

Er is sprake van onvoldoende examenkwaliteit bij een opleiding als één van de standaarden (BA1 Borging diplomering of BA2 Afsluiting) onvoldoende wordt of beide standaarden onvoldoende worden beoordeeld. Er is sprake van voldoende examenkwaliteit als de standaarden Borging diplomering en Afsluiting allebei voldoende zijn.

Bijlage 2. behorende bij artikel 2 van de Regeling standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs 2021

Standaarden examenkwaliteit beroepsopleidingen Caribisch Nederland

Gebied Borging en afsluiting

BA1. Borging diplomering

De examencommissie borgt deugdelijke diplomering.

Basiskwaliteit

De examencommissie stelt op objectieve en deskundige wijze vast of een student voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een diploma of een certificaat. Zij bewaakt, monitort en analyseert de kwaliteit van de processen die hieraan ten grondslag liggen. Hierdoor zijn het niveau, de complexiteit en de inhoud van de door de student geleverde prestaties, afgestemd op de kwalificatievereisten of het certificaat, geborgd.

De examencommissie borgt in alle fasen van de examinering en diplomering de deskundigheid van de betrokken personen.

De examencommissie bewaakt op een cyclische manier haar eigen werkwijze en eigen kwaliteit met betrekking tot de borging van de examinering en diplomering en certificering voor de opleidingen waarvoor zij verantwoordelijk is. Zij geeft betekenis aan de uitkomsten hiervan en acteert hierop. Hierbij betrekt zij eventueel onafhankelijke deskundigen. In voorkomende gevallen worden verbetermaatregelen genomen en wordt toegezien op de realisatie ervan. Hierover wordt jaarlijks verslag gedaan.

De examencommissie geeft op deugdelijke gronden mbo-verklaringen af. Tevens geeft zij vrijstellingen voor examenonderdelen op deugdelijke gronden.

BA2. Afsluiting

De opleiding onderbouwt dat de student voldaan heeft aan de voorwaarden voor het diploma, een certificaat of een mbo-verklaring.

Basiskwaliteit

De opbouw en inrichting van de afsluiting voldoet aan de eigen vastgestelde kwaliteitseisen voor een betrouwbare diplomering en certificering. Dit sluit aan op de visie op het onderwijs van het team. De examinering is afgestemd op de kwalificatie-eisen wanneer het gaat om diplomering. Dit is inclusief de eisen ten aanzien van generieke examenonderdelen.

De examinering is valide en betrouwbaar en zorgt ervoor dat de student voldoet aan de voorwaarden tot diplomering of certificering. De afnamecondities en beoordelingen zijn voor studenten gelijkwaardig. De opleiding betrekt de beroepspraktijk bij de examinering. De opleiding beoordeelt de bewijzen ten behoeve van de examinering onafhankelijk en deskundig. Deze bewijzen laten in samenhang een passende balans zien tussen vereiste kennis, houding en vaardigheden, waarbij onderdelen van de examinering in de reële beroepspraktijk plaatsvinden. Op basis van de bewijzen stelt de opleiding vast of een student de kwalificatie-eisen in voldoende mate beheerst.

De student is volledig en tijdig geïnformeerd over de kwalificatie-eisen en eisen die de opleiding stelt aan de examinering en diplomering. Deze informatie is voor alle betrokkenen transparant en eenduidig.

Normering

Normering per standaard

Voor het beoordelen en waarderen van de examenkwaliteit van een opleiding worden de standaarden zoals hierboven beschreven gebruikt. Een standaard bestaat uit een beschrijving van de basiskwaliteit, gebaseerd op de deugdelijkheidseisen in de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.

In standaard BA2. Afsluiting wordt gesproken over de opleiding, het betreft dan het bevoegd gezag.

Of een standaard als Voldoende of Onvoldoende wordt beoordeeld, is gebaseerd op de vraag of het bevoegd gezag/de opleiding aan de beschrijving van de basiskwaliteit onder die standaard voldoet en daarmee basiskwaliteit realiseert. Voor de waardering Goed wordt de realisatie van ambities betrokken. Onderstaande tabel geeft aan hoe het oordeel en de waardering op standaardniveau tot stand komt:

Oordeel/waardering standaard

Norm voor standaarden

Goed

De opleiding voldoet aan de beschrijving van de basiskwaliteit en realiseert ook ambities die daarboven uitstijgen.

Voldoende

De opleiding voldoet aan de beschrijving van de basiskwaliteit.

Onvoldoende

De opleiding voldoet niet aan de beschrijving van de basiskwaliteit.

Indien voor een standaard het oordeel Voldoende is, kan daaraan de waardering Goed worden gegeven. Om te bepalen of de waardering Goed kan worden afgegeven, wordt gekeken naar de realisatie van ambities. Zoals eerder benoemd is er sprake van de waardering goed wanneer het bestuur of de opleiding voldoet aan de deugdelijkheidseisen en ook ambities realiseert die daarboven uitstijgen.

Normering voor het kwaliteitsgebied Borging en Afsluiting

Eindoordeel/waardering opleiding

Norm

Onvoldoende examenkwaliteit

De standaard Borging diplomering en/of Afsluiting is Onvoldoende.

Voldoende examenkwaliteit

De standaarden Borging diplomering en Afsluiting zijn Voldoende.

Er is sprake van onvoldoende examenkwaliteit bij een opleiding als één van de standaarden (BA1 Borging diplomering of BA2 Afsluiting) onvoldoende wordt of beide standaarden onvoldoende worden beoordeeld. Er is sprake van voldoende examenkwaliteit als de standaarden Borging diplomering en Afsluiting allebei voldoende zijn.

Naar boven