Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag

[Regeling vervalt op nader te bepalen datum].
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 15-07-2021 t/m 04-11-2022

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 12 juli 2021 houdende instelling van een Oudercommissie kinderopvangtoeslag (Instellingsregeling Oudercommissie kinderopvangtoeslag)

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 49f van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

Besluit:

Artikel 2. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. commissie: Oudercommissie kinderopvangtoeslag;

  • b. hersteloperatie: het recht doen aan ouders die gedupeerd zijn door de handelwijze van de Belastingdienst/Toeslagen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag;

  • c. lid: ouder die lid is van de commissie en die wordt geholpen in het kader van de hersteloperatie;

  • d. ministerie: Ministerie van Financiën;

  • e. voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • f. wet: Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.

Artikel 3. Instelling en taak

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. het gevraagd en ongevraagd adviseren van Onze Minister en de Belastingdienst/Toeslagen over de uitvoering, de juridische aspecten, het beleid en de communicatie van de hersteloperatie;

    • b. het overleggen met Onze Minister over de hersteloperatie.

Artikel 4. Instellingsduur

De commissie wordt met terugwerkende kracht ingesteld tot en met 7 juli 2020 en wordt opgeheven bij het vervallen dan wel intrekken van deze regeling.

Artikel 5. Samenstelling, benoeming, ontheffing en werkwijze

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste acht leden.

  • 2 De voorzitter en de leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3 De voorzitter en de leden worden door Onze Minister benoemd. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 4 De voorzitter en de leden worden op eigen verzoek door Onze Minister ontheven van het lidmaatschap van de commissie.

  • 5 Bij tussentijds vertrek van de voorzitter benoemt Onze Minister een andere voorzitter.

  • 6 Bij tussentijds vertrek van een lid kan Onze Minister een ander lid benoemen.

  • 7 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 6. Secretariaat van de commissie

  • 1 Onze Minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 2 Het secretariaat van de commissie is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

  • 3 Aan het secretariaat van de commissie kunnen medewerkers worden toegevoegd.

Artikel 7. Behandeling adviezen

  • 1 Onze Minister stelt een reactie op naar aanleiding van een advies van de commissie. Deze reactie wordt naar de commissie gezonden.

  • 2 De adviezen van de commissie en de reactie van Onze Minister daarop worden gepubliceerd op de website van de Belastingdienst/Toeslagen.

Artikel 8. Archiefbescheiden

  • 1 De commissie draagt na haar opheffing de bescheiden betreffende haar werkzaamheden over aan het archief van het ministerie.

  • 2 De commissie kan de bescheiden eerder aan het archief van het ministerie overdragen als omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 9. Inwerkingtreding en horizonbepaling

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 7 juli 2020.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2024.

  • 3 Onze Minister kan de datum, bedoeld in het tweede lid, bij ministeriële regeling wijzigen in een na die datum gelegen datum, dan wel deze regeling op een eerdere datum intrekken indien de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3, tweede lid, voltooid zijn.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Oudercommissie Kinderopvangtoeslag.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,

A.C. van Huffelen

Naar boven