Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs

Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 01-09-2021 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 18 juni 2021, nr. 28415868, houdende andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs (Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.50 van Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Andere bijdragen aspirant-studenten in verband met de inschrijving

  • 1 Het instellingsbestuur kan een bijdrage bij de aspirant-student in rekening brengen ten aanzien van de met de inschrijving verband houdende kosten voor:

    • a. de administratieve werkzaamheden die verband houden met het waarderen van een buitenlands diploma van de aspirant-student;

    • b. het toetsen van het taalniveau om te kunnen beoordelen of de aspirant-student met een buitenlands diploma voldoet aan het minimaal vereiste taalniveau; en

    • c. het afnemen van het toelatingsonderzoek als bedoeld in artikel 7.29 van de WHW en sufficiëntie- en deficiëntietoetsen, indien de aspirant-student niet voldoet aan de vooropleidingseisen of niet in bezit is van een diploma dat recht geeft tot toelating.

  • 2 De op grond van het eerste lid bij de aspirant-student in rekening te brengen bijdrage is ten hoogste kostendekkend, behoudens de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, waarvoor ten hoogste € 100,– in rekening wordt gebracht.

Artikel 3. Andere bijdragen studenten naast het collegegeld

  • 1 Het instellingsbestuur kan een bijdrage bij de student in rekening brengen ten aanzien van de uit de bijzondere aard van de opleiding voortvloeiende kosten met betrekking tot deelname aan:

    • a) practica;

    • b) onderwijsexcursies binnen de opleiding;

    • c) workshops binnen de opleiding.

  • 2 De op grond van het eerste lid bij de student in rekening te brengen bijdrage is ten hoogste kostendekkend.

  • 3 Het instellingsbestuur biedt een kosteloos alternatief aan voor de in het eerste lid genoemde onderwijsvoorzieningen, tenzij deze voorzieningen niet vervangbaar zijn door een kosteloos alternatief.

Artikel 4. Bijdrage voor een te late inschrijving voor een tentamen

  • 2 Voor de bijdrage wordt ten hoogste € 20,– in rekening gebracht.

Artikel 5. Bijdrage voor een vervangend getuigschrift of vervangende verklaring

  • 1 Het instellingsbestuur kan een bijdrage bij de bezitter van een getuigschrift, als bedoeld in artikel 7.11, tweede lid, van de wet of een verklaring als bedoeld in artikel 7.11, vijfde lid, van de wet in rekening brengen voor kosten die direct verband houden met het verstrekken van een vervangend getuigschrift of een vervangende verklaring als bedoeld in artikel 7.11a, eerste lid, van de wet.

  • 2 De op grond van het eerste lid in rekening te brengen bijdrage is ten hoogste kostendekkend.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Naar boven