Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 29-05-2021 t/m 31-12-2021

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 26 mei 2021, nr. WJZ/ 21037856, houdende een regeling voor de subsidie ter bijdrage aan de financiering van de vaste lasten voor startende MKB-ondernemingen in verband met de bestrijding van COVID-19 (Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK-en LNV-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Artikel 1.1. (begripsbepalingen)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • algemene de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

    • algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);

    • ambulante onderneming: onderneming die op de peildatum stond ingeschreven in het handelsregister onder de code 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2, 47.89.9, 49.39.1, 49.32, 49.41, 49.42, 50, 51.10, 53, 85.53 of 93.21.2 van de Standaard Bedrijfsindeling;

    • Belastingdienst: Belastingdienst als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003;

    • getroffen startende MKB-onderneming: MKB-onderneming die voldoet aan artikel 2.1.1, tweede en derde lid;

    • groep: twee of meer verbonden MKB-ondernemingen die kwalificeren als één onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening;

    • handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

    • hoofdactiviteit: de code van de Standaard Bedrijfsindeling die als hoofdactiviteit is geregistreerd in het handelsregister;

    • horecaonderneming onderneming die op de peildatum stond ingeschreven in het handelsregister onder de code 56.10.1, 56.10.2 of 56.30 van de Standaard Bedrijfsindeling;

    • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

    • MKB-onderneming: in Nederland gevestigde onderneming als bedoeld in artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, die een micro onderneming, kleine onderneming of middelgrote onderneming is in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

    • nevenactiviteit: de code van de Standaard Bedrijfsindeling die als nevenactiviteit is geregistreerd in het handelsregister;

    • omzet: opbrengst uit levering van goederen en diensten uit de onderneming, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen;

    • omzet in de referentieperiode omzet als bedoeld in artikel 2.1.2, tweede lid;

    • omzet in de subsidieperiode: omzet als bedoeld in artikel 2.1.2, derde lid;

    • omzetverlies: omzetverlies als bedoeld in artikel 2.1.2, eerste lid;

    • peildatum: de peildatum voor de betreffende getroffen startende MKB-onderneming, zijnde 15 maart 2020 voor een getroffen startende MKB-onderneming met een inschrijfdatum in het handelsregister die ligt in de periode van 1 oktober 2019 tot en met 15 maart 2020 onderscheidenlijk 30 juni 2020 voor een getroffen startende MKB-onderneming met een inschrijfdatum in het handelsregister die ligt in de periode van 16 maart 2020 tot en met 30 juni 2020;

    • Tijdelijke kaderregeling COVID-19: Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I);

    • verbonden MKB-onderneming: een MKB-onderneming die met een andere MKB-onderneming een van de banden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening onderhoudt;

    • vestiging: vestiging als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Handelsregisterwet 2007.

Hoofdstuk 2. Subsidie vaste lasten

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Paragraaf 2.1. Subsidie vaste lasten voor de periode januari, februari en maart van 2021

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Artikel 2.1.1. (verstrekking subsidie)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag eenmalig een subsidie aan een getroffen startende MKB-onderneming om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de maanden januari, februari en maart van 2021.

  • 2 De subsidie wordt enkel verstrekt aan een MKB-onderneming:

    • a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;

    • b. waarvan de uitkomst van de vermenigvuldiging van A en C ten minste € 1.500 bedraagt;

    • c. waarvan de inschrijfdatum in het handelsregister ligt in de periode van 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020;

    • d. waarvan de hoofdactiviteit, waaronder de MKB-onderneming op de peildatum is ingeschreven in het handelsregister met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling in de bijlage is opgenomen of die op de peildatum is ingeschreven in het handelsregister met een hoofdactiviteit onder de code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage is opgenomen;

    • e. die:

      • 1°. voor zover het een MKB-onderneming, niet zijnde een horecaonderneming of een ambulante onderneming, betreft:

        • ten minste één vestiging heeft met een ander adres dan het privéadres van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming; of

        • een vestiging heeft die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming en voorzien is van een eigen opgang of toegang; of

      • 2°. voor zover het een horecaonderneming betreft ten minste één horecagelegenheid huurt, pacht of in eigendom heeft.

  • 3 In aanvulling op het tweede lid, wordt de subsidie enkel verstrekt aan een MKB-onderneming die deel uitmaakt van een groep, indien de inschrijfdatum in het handelsregister van alle verbonden MKB-ondernemingen die deel uitmaken van die groep op of na 1 oktober 2019 ligt.

  • 5 In afwijking van het tweede lid, onderdeel d, wordt subsidie verstrekt aan een MKB-onderneming indien ten genoegen van de minister blijkt dat de MKB-onderneming op de peildatum feitelijk een hoofdactiviteit uitvoerde die in de bijlage is opgenomen.

Artikel 2.1.2. (bepalen omzetverlies)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het omzetverlies wordt berekend door het verschil tussen de omzet in de referentieperiode en de omzet in de subsidieperiode te bepalen en deze te delen door de omzet in de referentieperiode. De uitkomst van deze berekening wordt uitgedrukt in procenten.

  • 2 De omzet in de referentieperiode is de omzet in het derde kalenderkwartaal van 2020.

  • 3 De omzet in de subsidieperiode is de omzet in het eerste kalenderkwartaal van 2021.

  • 4 Indien de getroffen startende MKB-onderneming omzetbelasting betaalt over het geheel van de bedragen op basis waarvan haar omzetverlies wordt berekend, wordt als de omzet van de onderneming beschouwd het bedrag ten aanzien waarvan zij aangifte doet voor de omzetbelasting, overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968.

  • 5 Voor andere getroffen startende MKB-ondernemingen dan de ondernemingen, bedoeld in het vierde lid, is de omzet het bedrag van de omzet zoals dat op eenvoudige en duidelijke wijze blijkt uit de financiële administratie van de onderneming of uit een ander bewijsstuk.

  • 6 Tot de omzet in de referentieperiode of de omzet in de subsidieperiode worden voor de toepassing van deze regeling niet gerekend subsidies, tegemoetkomingen of steun in andere vorm die de getroffen startende MKB-onderneming heeft verkregen van een bestuursorgaan in verband met, of mede in verband met, de gevolgen van de bestrijding van de verspreiding van COVID-19.

Artikel 2.1.3. (hoogte subsidie)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste € 124.999 en wordt berekend op de volgende wijze:

    A x B x C x 0,85.

  • 2 De subsidie bedraagt € 1.500, indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, minder is dan € 1500.

  • 3 Bij element C wordt het hoogste percentage gebruikt dat van toepassing is, indien de getroffen startende MKB-onderneming meer dan een hoofdactiviteit uitvoert.

  • 4 Indien ten genoegen van de minister blijkt dat een activiteit van een getroffen startende MKB-onderneming waarvan de code van de Standaard Bedrijfsindeling in de bijlage is opgenomen, in werkelijkheid op de peildatum de hoofdactiviteit van die onderneming vormde, wordt bij element C het percentage behorend bij deze code van de Standaard Bedrijfsindeling gebruikt.

  • 5 Voor ondernemingen die op de peildatum zijn ingeschreven in het handelsregister met een hoofdactiviteit onder de code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage is opgenomen, wordt bij element C het percentage gebruikt van de nevenactiviteit van de onderneming die in de bijlage is opgenomen. Indien de getroffen startende MKB-onderneming meer dan één nevenactiviteit uitvoert die in de bijlage is opgenomen, wordt het hoogste percentage gebruikt dat van toepassing is.

Artikel 2.1.4. (afwijzingsgronden)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

De minister beslist afwijzend op een aanvraag:

  • a. indien de aanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde regels;

  • b. indien de getroffen startende MKB-onderneming al in moeilijkheden verkeerde, in de zin van artikel 2, onderdeel 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, op 31 december 2019;

  • c. voor zover de totale door de getroffen startende MKB-onderneming ontvangen steun die wordt gerechtvaardigd door paragraaf 3.1 van de Tijdelijke kaderregeling COVID-19 na toepassing van deze regeling, en waarbij uit wordt gegaan van brutobedragen, per onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening, meer bedraagt dan:

    • 1°. € 1.800.000;

    • 2°. € 270.000, indien de getroffen startende MKB-onderneming actief of mede actief is in de visserij- en aquacultuursector als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU 2014, L 190);

    • 3°. € 225.000 indien de getroffen startende MKB-onderneming actief of mede actief is in de primaire productie van landbouwproducten als bedoeld in bijlage 1 bij het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie;

  • d. indien de getroffen startende MKB-onderneming met haar hoofd- of nevenactiviteit, waaronder de MKB-onderneming is ingeschreven in het handelsregister, behoort tot de codes 64.1, 64.30.1, 64.30.2, 64.91, 64.92, 65, 66.11, 66.19.2, 66.29.1 of 66.29.3 van de Standaard Bedrijfsindeling of indien de getroffen startende MKB-onderneming met zijn hoofdactiviteit, waaronder de MKB-onderneming is ingeschreven in het handelsregister, behoort tot de codes 64.99, 66.12, 66.19.1, 66.19.3, 66.29.2, 66.29.9 of 66.30 van de Standaard Bedrijfsindeling;

  • e. indien de getroffen startende MKB-onderneming kwalificeert als een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van paragraaf 2, onderdeel 20bis, van de Tijdelijke kaderregeling COVID-19;

  • f. indien de getroffen startende MKB-onderneming op grond van artikel 8 van de Wet verbod pelsdierhouderij een vergoeding heeft ontvangen voor schade, bedoeld in dat artikel.

Artikel 2.1.5. (informatieverplichtingen bij aanvraag)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

  • 2 Een aanvraag omvat in ieder geval:

    • a. gegevens over de getroffen startende MKB-onderneming, waaronder het nummer waarmee de getroffen startende MKB-onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer dat op naam van de getroffen startende MKB-onderneming staat of, in geval de getroffen startende MKB-onderneming een eenmanszaak betreft en deze geen zakelijke rekening heeft, het rekeningnummer van de eigenaar van de eenmanszaak;

    • b. gegevens over de contactpersoon bij de getroffen startende MKB-onderneming, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

    • c. een opgave van de omzet in de referentieperiode, blijkend uit:

      • 1°. indien de getroffen startende MKB-onderneming omzetbelasting afdraagt over de gehele omzet in de referentieperiode en daarvan aangifte doet per maand of kalenderkwartaal: kopieën van de aangiftes voor die maanden of kwartalen, indien die aangiftes enkel betrekking hebben op de getroffen startende MKB-onderneming en die voldoen aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968;

      • 2°. indien de getroffen startende MKB-onderneming, bedoeld in onderdeel 1°, niet beschikt over de daar bedoelde kopieën: een afschrift uit de boekhouding van de getroffen startende MKB-onderneming, een kopie van de baten lasten rekening of een ander document waaruit het bedrag duidelijk blijkt waarover zij in de referentieperiode omzetbelasting heeft betaald;

      • 3°. indien de getroffen startende MKB-onderneming omzetbelasting afdraagt over de gehele omzet in de referentieperiode en daarvan aangifte doet per kalenderjaar: een kopie van de aangiftes voor het kalenderjaar waarin de referentieperiode valt, indien die aangiftes enkel betrekking hebben op de getroffen startende MKB-onderneming en voldoet aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968, en een kopie van een bewijsstuk waaruit het bedrag duidelijk blijkt waarover zij in de referentieperiode omzetbelasting heeft betaald;

      • 4°. indien de getroffen startende MKB-onderneming over zijn gehele omzet, of een deel daarvan, geen omzetbelasting afdraagt: een kopie van een bewijsstuk waaruit de omzet in de referentieperiode duidelijk blijkt en een kopie van de jaarrekening of het jaarverslag van het kalenderjaar 2020 of een ander bewijsstuk waaruit de omzet in het kalenderjaar 2020 blijkt;

    • d. de omzet in de subsidieperiode, blijkend uit:

      • 1°. indien de getroffen startende MKB-onderneming omzetbelasting afdraagt over de gehele omzet in de subsidieperiode en daarvan aangifte doet per maand of kalenderkwartaal: kopieën van de aangiftes voor die maanden of kwartalen, indien die aangiftes enkel betrekking hebben op de getroffen startende MKB-onderneming en voldoen aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968;

      • 2°. indien de getroffen startende MKB-onderneming, bedoeld in onderdeel 1°, niet beschikt over de daar bedoelde kopieën: een afschrift uit de boekhouding van de getroffen startende MKB-onderneming, een kopie van de baten lasten rekening of een ander bewijsstuk waaruit duidelijk het bedrag blijkt waarover zij in de subsidieperiode omzetbelasting heeft betaald;

      • 3°. indien de getroffen startende MKB-onderneming omzetbelasting afdraagt over de gehele omzet in de subsidieperiode en daarvan aangifte doet per kalenderjaar of de getroffen startende MKB-onderneming over zijn gehele omzet, of een deel daarvan, geen omzetbelasting afdraagt: een kopie van een bewijsstuk waaruit de omzet in de subsidieperiode duidelijk blijkt;

    • e. indien van toepassing: een verklaring dat de getroffen startende MKB-onderneming een vestiging heeft die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de eigenaar of eigenaren van de onderneming en voorzien is van een eigen opgang of toegang, blijkend uit:

      • 1°. een kopie van een zakelijke huur- of koopovereenkomst van de vestiging;

      • 2°. een kopie van de belastingaangifte van het jaar 2019 of 2020 waaruit blijkt dat er sprake is van een werkruimte waarvan de vaste lasten en kosten fiscaal aftrekbaar zijn als bedoeld in artikel 3.16, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, of

      • 3°. een kopie van een ander bewijsstuk;

    • f. een verklaring van de getroffen startende MKB-onderneming waarin de getroffen startende MKB-onderneming aangeeft of de onderneming al dan niet deel uitmaakt van een groep, en indien de getroffen startende MKB-onderneming aangeeft deel uit te maken van een groep, waarin deze getroffen startende MKB-onderneming tevens aangeeft welke andere verbonden MKB-ondernemingen deel uitmaken van die groep en wat de inschrijfdatum in het handelsregister is van de eerste in het handelsregister ingeschreven onderneming van alle verbonden MKB-ondernemingen die deel uitmaken van die groep; en

    • g. indien de subsidieaanvrager een getroffen startende MKB-onderneming is met een inschrijfdatum in het handelsregister die ligt in de periode van 16 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 en de aangevraagde subsidie, overeenkomstig de berekeningswijze, bedoeld in artikel 2.1.3, ten minste € 25.000 bedraagt: een verklaring van een onafhankelijk en ter zake kundig persoon, overeenkomstig een door de minister vastgesteld model en met gebruikmaking van een door de minister vastgesteld middel, omtrent de getrouwheid van de opgaven, bedoeld in de onderdelen c, d en f.

  • 3 De minister wijst aan welke categorieën onafhankelijke en ter zake kundige personen een verklaring als bedoeld in het tweede lid, onderdeel g, kunnen afgeven.

Artikel 2.1.6. (aanvraagperiode)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 31 mei 2021 tot en met 12 juli 2021.

  • 2 Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 9:00 uur op de in het eerste lid genoemde begindatum en zijn tijdig ingediend indien zij op de in het eerste lid genoemde einddatum vóór 17:00 uur zijn ontvangen.

Artikel 2.1.7. (beslistermijn)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

De minister beslist binnen dertien weken na ontvangst van een aanvraag. Indien niet binnen deze termijn kan worden beslist, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beslissing wel kan worden genomen.

Artikel 2.1.8. (verplichtingen subsidieontvanger)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden dat de subsidieontvanger voldoet aan de bij deze regeling gestelde eisen.

  • 2 De administratie, bedoeld in het eerste lid, wordt tot tien jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling bewaard.

  • 3 De subsidieontvanger verleent gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de aan hem verleende subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

  • 4 Indien de subsidieontvanger actief of mede actief is in de verwerking en de afzet van landbouwproducten, bedoeld in artikel 2, punten 6 en 7, van verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193), geeft de subsidieontvanger de subsidie niet geheel of ten dele door aan primaire producenten.

Artikel 2.1.9. (subsidievaststelling)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

  • 2 De subsidie wordt vastgesteld aan de hand van de berekeningswijze, bedoeld in artikel 2.1.3.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Artikel 3.1. (gegevensuitwisseling)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 De minister levert aan de Belastingdienst gegevens over de subsidieaanvragers met het oog op het verkrijgen van de voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke vaststellings- en controlegegevens met betrekking tot de omzet van de aanvrager.

  • 2 De Belastingdienst maakt de voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke vaststellings- en controlegegevens met betrekking tot de omzet van de subsidieaanvrager bekend aan de minister.

Artikel 3.2. (staatssteun)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 2.1.1, bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door de Steunmaatregel SA.62867 (2021/N).

  • 2 De minister maakt na de datum van subsidievaststelling de gegevens bekend, bedoeld in paragraaf 4, onderdeel 88, van de Tijdelijke kaderregeling COVID-19.

  • 3 De gegevens, bedoeld in het tweede lid, blijven ten minste tien jaar openbaar beschikbaar.

Artikel 3.3. (overgangsrecht)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van een wijziging van deze regeling en op subsidies die voor dat tijdstip zijn verstrekt, blijft deze regeling van toepassing zoals deze luidde voor dat tijdstip.

Artikel 3.4. (inwerkingtreding en vervaldatum)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor 1 januari 2022 zijn verleend.

Artikel 3.5. (citeertitel)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 mei 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

M.C.G. Keijzer

Bijlage behorende bij de artikelen 1.1, 2.1.1 en 2.1.3

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Omschrijving activiteit

SBI-code

% vaste kosten / omzet

Landbouw, jacht en dienstverlening voor de landbouw en jacht

01

20%

Bosbouw, exploitatie van bossen en dienstverlening voor de bouwbouw

02

19%

Visserij en kweken van vis en schaaldieren

03

20%

Winning van aardolie en aardgas

06

15%

Winning van delfstoffen (geen olie en gas)

08

26%

Dienstverlening voor de winning van delfstoffen

09

22%

Voedingsmiddelenindustrie

10

13%

Vervaardiging van dranken

11

34%

Vervaardiging van tabaksproducten

12

39%

Textielindustrie

13

17%

Kledingindustrie5)

14

18%

Leer- en schoenenindustrie

15

16%

Houtindustrie

16

15%

Papierindustrie

17

24%

Grafische industrie

18

23%

Vervaardiging van cokesovenproducten en aardolieverwerking

19

7%

Vervaardiging van chemische producten

20

19%

Vervaardiging van farmaceutische producten

21

21%

Rubber- en kunststofproductindustrie

22

18%

Bouwmaterialenindustrie

23

24%

Basismetaalindustrie

24

22%

Metaalproductenindustrie

25

15%

Elektrotechnische industrie

26

46%

Elektrische apparatenindustrie

27

24%

Machine-industrie

28

12%

Auto- en aanhangwagenindustrie

29

7%

Overige transportmiddelenindustrie

30

11%

Meubelindustrie

31

17%

Overige industrie

32

16%

Reparatie en installatie van machines

33

21%

Energiebedrijven

35

16%

Winning en distributie van water

36

45%

Afvalwaterinzameling en – behandeling

37

26%

Afvalinzameling en -behandeling, voorbereiding tot recycling

38

24%

Sanering en overig afvalbeheer

39

17%

Algemene bouw en projectontwikkeling

41

7%

Grond-, water- en wegenbouw

42

15%

Gespecialiseerde bouw

43

13%

Autohandel en -reparatie

45

9%

Groothandel en handelsbemiddeling

46

11%

Detailhandel

47

15%

Vervoer over land

49

33%

Vervoer over water

50

43%

Vervoer door de lucht

51

62%

Opslag, dienstverlening voor vervoer

52

21%

Post en koeriers

53

31%

Logiesvestrekking

55

40%

Eet- en drinkgelegenheden

56

25%

Uitgeverijen

58

23%

Productie en distributie van films en telvisieprogramma’s

59

72%

Radio- en televisieomroepen

60

27%

Telecommunicatie

61

37%

IT-dienstverlening

62

23%

Diensten op het gebied van informatie

63

34%

Risicoanalisten en schadetaxateurs

66.21

20%

Assurantietussenpersonen

66.22

20%

Verhuur en handel van onroerend goed

68

26%

Juridische diensten en administratie

69

26%

Advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering

70.2

27%

Architecten-, ingenieursbureaus e.d.

71

18%

Research

72

33%

Reclamewezen en marktonderzoek

73

14%

Design, fotografie, vertaalbureaus en overige consultancy

74

20%

Veterinaire dienstverlening

75

15%

Verhuur en lease van auto’s consumentenartikelen, machines en overige roerende zaken

77

35%

Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling

78

7%

Reisorganisaties

79

6%

Beveiligings- en opsporingsdiensten

80

16%

Schoonmaakbedrijven, hoveniers e.d.

81

15%

Overige zakelijke dienstverlening

82

26%

Onderwijs

85

18%

Gezondheidszorg

86

15%

Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting

87

10%

Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting

88

11%

Kunst

90

37%

Culturele uitleencentra, musea, dieren- en planten en tuinen, natuurbehoud

91

37%

Loterijen en kansspelen

92

26%

Sport en recreatie

93

34%

Levensbeschouwelijke en politieke organisaties

94

17%

Reparatie van computers en consumentenartikelen

95

19%

Wellness en overige dienstverlening; uitvaartbranche

96

23%

Naar boven