Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek Boek 7, enz. (tijdelijke huurkorting)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 26-09-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 13-02-2024 en zichtdatum 26-05-2024.
Geldend van 01-04-2021 t/m heden

Wet van 24 maart 2021 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het geven door de verhuurder van een tijdelijke korting op de huurprijs te faciliteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel Ia

  • 2 Het verzoek wordt gedaan niet later dan een week nadat de verhuurder de huurder schriftelijk heeft geïnformeerd over de dag waarop de huur verstrijkt dan wel indien de verhuurder de huurder vóór de datum van inwerkingtreding van dit artikel schriftelijk heeft geïnformeerd over de dag waarop de huur verstrijkt, niet later dan een week na de datum van inwerkingtreding van dit artikel.

  • 3 Bij koninklijk besluit kan de toepassing van dit artikel worden verlengd tot 1 januari 2022.

  • 4 Indien uitvoering is gegeven aan het derde lid:

    • a. kunnen huurovereenkomsten die overeenkomstig het eerste lid zijn verlengd, nogmaals worden verlengd overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid;

    • b. wordt in afwijking van het tweede lid, indien de verhuurder de huurder vóór 1 juli 2021 schriftelijk heeft geïnformeerd over de dag waarop de huur verstrijkt en die huur verstrijkt na 30 juni 2021, het in dat lid bedoelde verzoek gedaan vóór 9 juli 2021.

Artikel V

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel VI

Deze wet treedt, met uitzondering van artikel IV, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel IV treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 24 maart 2021

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Uitgegeven de eenendertigste maart 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus