Bijlage 1. behorende bij artikel 7, derde lid, van de Regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
Beoordelingscriteria en weging
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
In deze bijlage wordt het beoordelingskader uitgewerkt, hetgeen een uitwerking is
van de scores en de weging van de criteria, bedoeld in artikel 7, eerste lid.
Daarbij worden de gehanteerde indicatoren uitgewerkt. Een toelichting op de subcriteria
is opgenomen onder de artikelsgewijze toelichting van artikel 7. Het beoordelen van de aanvragen wordt gedaan op deelplanniveau, onderstaande criteria
moeten voor iedere deelplan apart worden opgesteld en beoordeeld. Een definitie van
het deelplan is opgenomen in artikel 1.
Er wordt eerst een tussenscore per deelplan bepaald op grond van het gewogen gemiddelde
van de criteria in artikel 7, eerste lid, onderdelen a, b en c: effectiviteit, doelmatigheid en hardheid.
Vervolgens wordt de eindscore bepaald op grond van het gewogen gemiddelde van de scores
op alle criteria uit artikel 7, eerste lid: effectiviteit, doelmatigheid, hardheid, urgentie en prioriteit.
Een deelplan scoort onvoldoende indien de tussenscore of eindscore gemiddeld lager
is dan een 5,5 scoort bij de weging.
Om tot een rangschikking te komen van de aanvragen wordt op basis van de eindscores
van de deelplannen een programmascore voor de gehele aanvraag bepaald. De programmascore
is het gewogen gemiddelde van de eindscores per deelplan. De weging van een deelplan
is gelijk aan het aandeel te herstructureren woningen in het deelplan ten opzichte
van het totaal aantal te herstructureren woningen in de aanvraag.
A. Effectiviteit
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
De effectiviteit gaat over de mate waarin een deelplan of deelplannen bijdraagt of
bijdragen aan de doelen van het Volkshuisvestingfonds: verbeteren van de woonkwaliteit
en leefbaarheid in kwetsbare gebieden. In de weging wordt binnen dit hoofdcriterium
naar drie subcriteria gekeken.
Verbeteren woonkwaliteit en -omgeving
-
•
Gemiddeld aantal kwaliteitsaspecten dat wordt verbeterd; Tot kwaliteitsaspecten van de woningen worden gerekend: constructieve problematiek,
achterstallig onderhoud, ongezond binnenmilieu, verduurzaming, toegankelijkheid. In
het geval van sloop en nieuwbouw wordt meegewogen hoeveel kwaliteitsaspecten ten grondslag
liggen aan het besluit om te slopen.
-
•
Aandeel te herstructureren woningen; deze indicator geeft aan welk deel van de woningen wordt geherstructureerd ten opzichte
van de totale woningvoorraad in een deelgebied.
-
•
Aandeel particuliere voorraad; Het aandeel particuliere woningen ten opzichte van het totaal aantal woningen dat
in het deelplan wordt geherstructureerd.
-
•
Kwaliteit van het ruimtelijk ontwerp; een adequaat en toekomstbestendig ruimtelijk ontwerp van het plan bijvoorbeeld op
het gebied van openbare inrichting en klimaatadaptatie.
-
•
Afspraken over de betaalbaarheid en bestaande bewoners; Hierbij wordt onder andere gekeken in hoeverre de gemeente afspraken heeft gemaakt
of gaat maken met (particuliere) verhuurders die profiteren van het Volkshuisvestingsfonds
over de toekomstige huurprijzen en huurverhogingen na renovatie en of welk instrumentarium
gemeenten inzetten om nieuwe koopwoningen in het deelgebied meerjarig betaalbaar te
houden. Ook wordt het beleid rondom huidige bewoners meegenomen in dit onderdeel.
Balans samenstelling woningvoorraad
-
•
Aanpassen kwantitatieve samenstelling woningvoorraad; de mate waarin het deelplan bijdraagt aan het in balans brengen van de kwantitatieve
mismatch in de woningvoorraad.
-
•
Aanpassen kwalitatieve samenstelling woningvoorraad; de mate waarin het deelplan bijdraagt aan het in balans brengen van de kwalitatieve
mismatch in de woningvoorraad.
Samenhang leefbaarheidsaanpak
-
•
Integraal leefbaarheidsprogramma; de mate waarin het deelplan onderdeel uitmaakt van integraal programma om de leefbaarheid
in het deelgebied te verbeteren, waarbij ook aspecten geadresseerd als veiligheid,
arbeidsmarkt, zorg, onderwijs en overige.
-
•
Flankerend beleid; de mate waarin er gelijktijdig met de fysieke investeringen ook flankerende beleidsmaatregelen
en investeringen worden gedaan in het deelgebied. Bijvoorbeeld (sociaal)economisch,
zorg, onderwijs en veiligheid.
-
•
Betrokkenheid andere partijen: De mate van betrokkenheid van bewoners, woningcorporaties, verhuurders en andere
relevante partijen bij het opstellen en realisatie van het deelplan. Dit kan blijken
uit participatietrajecten, samenwerkingsverbanden, actieagenda’s en intentieverklaringen.
B. Hardheid
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
Binnen het hoofdcriterium hardheid wordt beoordeeld op de mate van zekerheid van een
tijdige realisatie van het programma (indien meerdere deelplannen per aanvraag van
elk individueel deelplan). De hardheid wordt beoordeeld aan de hand van drie subcriteria:
-
•
Tijdige realisatie: de mate waarin aangetoond kan worden dat de gestelde start en einddata gehaald kunnen
worden. Dit kan blijken uit de status van het proces en de nog door te lopen planologische
procedures rond het project, de mate van zekerheid dat het project bij een positief
besluit doorgaat, op tijd start en voldoende snel wordt gerealiseerd
-
•
Stand van zaken; de stand van zaken in overleg en onderhandelingen tussen gemeente, woningcorporaties,
particulieren en/of (markt-)partijen
-
•
Risico’s voor een tijdige realisatie; organisatorische, financiële en projectrisico’s die de planning van de herstructurering
kunnen beïnvloeden.
C. Doelmatigheid
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
In het hoofdcriterium doelmatigheid wordt gekeken naar een efficiënte besteding van
het Volkshuisvestingsfonds. Daartoe wordt naar twee indicatoren met onderliggende
sub-indicatoren gekeken:
-
•
Additionaliteit; het aandeel van het herstructureringsprogramma dat niet gerealiseerd kan worden
zonder bijdrage van het Volkshuisvestingsfonds. Gespecificeerd naar activiteit: renovatie,
transformatie en sloop/nieuwbouw.
-
•
Proportionaliteit; de gevraagde bijdrage per additionele geherstructureerde woning gespecificeerd naar
activiteit: renovatie, transformatie en sloop/nieuwbouw.
De hoofdcriteria ‘Urgentie’ en ‘Prioriteit’ onderscheiden zich van de andere drie
hoofdcriteria omdat de score op dit criterium vaststaan en niet afzonderlijk beoordeeld
hoeven te worden door de toetsingscommissie. De score wordt wel meegenomen bij het
bepalen van de eindscore door de toetsingscommissie.
D. Urgentie
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
De urgentie wordt bepaald voor alle deelgebieden waarvoor een aanvraag is ingediend
bij het Volkshuisvestingsfonds. Hierbij wordt gekeken naar een drietal dimensies om
de kwetsbaarheid van een gebied te bepalen. De drie dimensies zijn: woningvoorraad,
huishoudens en inkomen en veiligheid. De score op dit onderdeel is relatief. Dit betekent
dat per dimensie het gemiddelde van alle deelplannen wordt bepaald en dat ieder deelplan
ten opzichte van dat gemiddelde wordt gescoord. Een deelgebied is bovengemiddeld kwetsbaar
als het boven het gemiddelde scoort van alle aanvragen. Een deelgebied:
-
• dat op drie dimensies bovengemiddeld kwetsbaar is ontvangt 10 punten.
-
• dat op twee van de drie dimensies bovengemiddeld kwetsbaar is ontvangt 6,6 punten.
-
• dat op een van de drie dimensies bovengemiddeld kwetsbaar is ontvangt 3,3 punten.
E. Prioriteit
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
Het Volkshuisvestingsfonds kent twee type prioritaire gebieden: de 16 Stedelijke vernieuwingsgebieden
en de 13 grens- en krimpregio’s. Aanvragen uit deze prioritaire gebieden krijgen extra
punten in de beoordeling waarbij:
-
• aanvragen uit de 16 stedelijke vernieuwings-gebieden 10 punten ontvangen,
-
• aanvragen uit de 13 grens- en krimpregio’s 5 punten ontvangen.
-
• In gevallen waarin in een aanvraag het programma betrekking heeft op zowel prioritaire
als niet prioritaire gebieden, dan worden de bonuspunten relatief toegepast naar aandeel
van het aantal woningen dat binnen het prioritaire en niet-prioritaire gebied ligt.
Schematische weergave beoordelingskader
[Regeling vervallen per 28-06-2023]
Elk hoofdcriterium krijgt een deelscore op een schaal van 1 tot 10. Vervolgens wordt
het gewogen gemiddelde bepaald om de deel-/eindscore te bepalen waarbij de weging
als volgt is:
Tussenscore: deelscore effectiviteit*(3/8)+ deelscore hardheid * (2,5/8) + deelscore
doelmatigheid * (2,5/8).
Eindscore: deelscore effectiviteit*0,3 + deelscore hardheid *0,25 + doelmatigheid
*0,25 + deelscore urgentie* 0,05 + deelscore prioritair gebied*0,15.
|
Criteria ter beoordeling door de Toetsingscommissie
|
Vooraf vastgesteld
|
Hoofdcriteria
|
A. Effectiviteit
|
B. Hardheid
|
C. Doelmatigheid
|
D. Urgentie
|
E. Prioritaire gebieden
|
Weging
|
30%
|
25%
|
25%
|
5%
|
15%
|
Subcriteria
|
Verbetering woonkwaliteit en omgeving
|
Balans samenstelling woningvoorraad
|
Samenhang leefbaarheidsaanpak
|
Tijdige start en afronding
|
Proportionaliteit
|
Kwetsbaarheid gebied
|
Prioritaire gebieden
|
Maximaal aantal punten per criterium
|
12
|
12
|
6
|
10
|
10
|
10
|
10
|
Indicatoren
|
1. Gemiddeld aantal kwaliteitsaspecten dat wordt verbeterd
2. Aandeel te herstructureren woningen
3. Aandeel particuliere voorraad
4. Kwaliteit van het ruimtelijke ontwerp
5. Afspraken over de betaalbaarheid en huidige bewoners.
|
1. De mate waarin de kwantitatieve samenstelling van woningvoorraad in balans wordt
gebracht
2. De mate waarin de kwalitatieve samenstelling van de woningvoorraad in balans wordt
gebracht
|
1. Integraal leefbaarheids-programma
2. Flankerende beleidsmatige ingrepen
3. Betrokkenheid van andere partijen
|
1. Aantonen van een tijdige realisatie van het programma
2. Stand van zaken onderhandelingen tussen gemeente, woningcorporaties en/of (markt-)
partijen.
3. Risico’s voor een tijdige realisatie
|
1. Additionaliteit van de gevraagde bijdrage
2. Proportionaliteit van de gevraagde bijdrage
|
1. De relatieve kwetsbaarheid van het deelgebied t.o.v. andere deelgebieden waar een
bijdrage voor is gevraagd.
|
1. SV-gebied
2. Krimp- en grensregio’s
|