De minister die belast is met de leiding van een ministerie draagt aan de departementale
CISO ten aanzien van digitalisering en informatievoorziening, met betrekking tot het
ministerie, de taak op tot:
-
a. het ontwikkelen en coördineren van departementaal informatiebeveiligingsbeleid en
-kaders en het ondersteunen van de implementatie en naleving hiervan;
-
b. het zorgdragen voor het departementale informatiebeveiligingsbeleid als onderdeel
van het departementale digitaliserings- en informatievoorzieningsbeleid, bedoeld in
artikel 4, onder e;
-
c. het ontwikkelen en actueel houden van een departementaal risicobeeld met betrekking
tot informatiebeveiliging;
-
d. het bijdragen aan het opstellen en beheren van het meerjarig informatieplan voor het
ministerie, bedoeld in artikel 4, onder c, met betrekking tot de departementale informatiebeveiliging;
-
e. het bijdragen aan het opstellen van het rijksbrede informatiebeveiligingsbeleid, het
risicobeeld en het calamiteitenplan, bedoeld in artikel 13, onder a, c en j, en de rijksbrede I-strategie, bedoeld in artikel 11, onder a, en aan het integrale beveiligingsbeleid, de risicoanalyse en het calamiteitenplan,
bedoeld in artikel 4, eerste, derde en zesde lid, van het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021, met betrekking tot de departementale informatiebeveiliging;
-
f. het gevraagd en ongevraagd adviseren van de departementale CIO, het verantwoordelijk
lijnmanagement en CISO’s van dienstonderdelen over de informatiebeveiliging en de
risico’s daarvoor van (voorgenomen) wet- en regelgeving, investeringen, beleids- en
uitvoeringstrajecten, informatieprocessen en informatiesystemen;
-
g. het gevraagd en ongevraagd adviseren en informeren van de CISO Rijk voor zover dit
redelijkerwijs noodzakelijk is voor diens taakuitoefening, bedoeld in artikel 13, en van de departementale beveiligingsautoriteit ten behoeve van diens taakuitoefening
op grond van het bepaalde in het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021;
-
h. het monitoren en controleren van het informatiebeveiligingsbewustzijn binnen het ministerie,
het adviseren van het kerndepartement en dienstonderdelen hierover en het zorgdragen
voor het vergroten van het bewustzijn over informatiebeveiliging binnen het ministerie;
-
i. het onderhouden van relaties met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, het Nationaal
Cyber Security Centrum en de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
aangaande dreigingen die verband houden met de informatiebeveiliging van het departement;
-
j. het ontwikkelen en coördineren van informatiebeveiligingsactiviteiten, -projecten
en het zorgdragen voor een projectportfolio voor informatiebeveiliging;
-
k. het bijdragen aan CIO-oordelen en kwaliteitstoetsen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, met betrekking tot informatiebeveiliging; en
-
l. het monitoren en signaleren van afwijkingen van artikel 41, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en het informeren hierover van de secretaris-generaal als eigenaar van een zelfstandig
bestuursorgaan.