Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19

[Regeling vervalt per 01-10-2025.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-03-2021 t/m 14-06-2021

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 2020, kenmerk 1742422-209889-MEVA, houdende regels voor het subsidiëren van een bonus aan professionals die in de sector zorg en welzijn een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd in verband met de uitbraak van het COVID-19 virus (Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Bonus voor zorgprofessionals

Artikel 3. Activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie

De minister kan subsidie verstrekken aan zorgaanbieders voor het uitkeren van een bonus aan een zorgprofessional.

Artikel 4. Hoogte van de subsidie

De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3 bedraagt maximaal € 1.800 per zorgprofessional en bestaat uit de volgende berekeningsbestanddelen:

  • a. de aan de zorgprofessional netto uitgekeerde bonus van € 1.000; en

  • b. voor zover de bonus is uitgekeerd aan een werknemer: een bedrag van ten hoogste € 800 ten behoeve van de verschuldigde belasting als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, indien deze daadwerkelijke is afgedragen; of

  • c. voor zover de bonus is uitgekeerd aan een derde: een bedrag van € 750 ten behoeve van de op grond van artikel XXIII van het Belastingplan 2021 verschuldigde belasting.

Artikel 5. Subsidievoorwaarden

  • 1 Subsidie wordt enkel verstrekt aan zorgaanbieders die op 1 september 2020 in het handelsregister stonden ingeschreven, met ten minste twee werkzame personen en met een hoofd- of nevenactiviteit met een SBI-code die in de Bijlage is opgenomen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan subsidie worden verstrekt aan een zorgaanbieder indien uit de aanduiding waarmee de zorgaanbieder op 1 september 2020 is ingeschreven in het handelsregister, naar het oordeel van de minister blijkt dat de zorgaanbieder een hoofd- of nevenactiviteit uitvoert die in de Bijlage is opgenomen.

  • 3 Dit artikel is niet van toepassing op de Stichting SBOH en de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts.

Artikel 6. Wijze van subsidieverstrekking

De minister verstrekt:

  • a. indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, een subsidie die ambtshalve wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd;

  • b. indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, doch minder dan € 125.000, een subsidie waarbij op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten wordt aangetoond dat de te subsidiëren activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen;

  • c. indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, een subsidie waarbij wordt aangetoond dat de te subsidiëren activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen en waarbij tevens rekening en verantwoording wordt afgelegd in de jaarrekening omtrent de met de gesubsidieerde activiteiten samenhangende kosten.

Artikel 7. Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1 De subsidieaanvraag wordt uiterlijk 10 november 2020 om 23.59 uur door de minister ontvangen, tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2 Voor een aanvraag tot verlening van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3 De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a. een opgave van het aantal zorgprofessionals die werkzaamheden hebben verricht bij de zorgaanbieder tijdens de COVID-19 uitbraak;

    • b. een opgave van het aantal zorgprofessionals waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de werknemers en de derden;

    • c. een opgave van het nummer waarmee de zorgaanbieder geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;

    • d. een volmacht ingeval door een ander dan een tekenbevoegde bestuurder subsidie wordt aangevraagd; en

    • e. een bankafschrift op naam van de aanvrager, dat niet ouder is dan drie maanden.

Artikel 8. Besluit tot subsidieverlening

  • 1 De minister besluit binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2 Het besluit tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:

    • a. het aantal uit te keren bonussen waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b. de hoogte van het subsidiebedrag;

    • c. de wijze van verantwoording;

    • d. de wijze waarop kan worden aangetoond dat de activiteiten zijn verricht; en

    • e. de termijn waarbinnen de vaststelling van de subsidie moet worden aangevraagd.

  • 3 Bij het besluit tot subsidieverlening, verstrekt de minister een voorschot ter hoogte van 100%.

Artikel 9. Verplicht eindheffingsbestanddeel

  • 1 De zorgaanbieder is verplicht de uitkering van de bonus aan te wijzen:

  • 2 De zorgaanbieder deelt schriftelijk mede aan derden die een uitkering van de bonus ontvangen dat de over de bonus verschuldigde eindheffing is afgedragen.

Artikel 10. Administratieplicht

  • 1 De zorgaanbieder zorgt ervoor dat een ordentelijke administratie wordt gevoerd die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de gerealiseerde prestatie-eenheden en betalingen kunnen worden nagegaan.

  • 2 De zorgaanbieder houdt voor uitkeringen van de bonus aan derden een afzonderlijke administratie bij waaruit blijkt aan wie de bonus is uitgekeerd.

  • 3 De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende 10 jaren na vaststelling bewaard.

Artikel 11. Subsidieverplichtingen

  • 1 De bonus wordt uitgekeerd aan:

    • a. een werknemer die op 1 maart 2020, of bij latere indiensttreding op de datum van indiensttreding, is ingeschaald in een salarisschaal die lager is dan de salarisschaal waarvoor geldt dat het salaris in de eerste reguliere periodiek tezamen met de eindejaarsuitkering en de vakantietoeslag, bij een voltijds dienstverband, leidt tot een bruto jaarsalaris van € 73.000 of meer;

    • b. een derde voor wiens werkzaamheden in het kader van een arbeidsovereenkomst gesloten met een ander dan de zorgaanbieder, een bruto uurloon is gehanteerd dat niet hoger is dan € 39;

    • c. een derde die voor zijn werkzaamheden in het kader van een overeenkomst tot opdracht of overeenkomst van aanneming van werk een bruto uurtarief heeft gehanteerd dat niet hoger is dan € 88,90 inclusief btw.

  • 2 De bonus wordt zo spoedig mogelijk door de zorgaanbieder uitgekeerd aan de zorgprofessional, doch in ieder geval binnen 5 maanden na de dagtekening van de subsidieverlening.

  • 3 Indien niet aan de verplichtingen, bedoeld in het tweede lid, wordt voldaan doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld melding aan de minister.

  • 4 Bij subsidies bedoeld in artikel 6, onderdeel a, doet de subsidieontvanger onverwijld melding aan de minister indien de daadwerkelijk verschuldigde belasting, bedoeld in artikel 4, onderdelen b en c, lager uitvalt dan het daarvoor verleende bedrag.

  • 5 De minister besluit over de meldingen, bedoeld in het derde en vierde lid, ten tijde van de subsidievaststelling.

Artikel 12. Subsidievaststelling subsidies tot € 25.000

  • 1 Bij subsidies, bedoeld in artikel 6, onderdeel a, toont de zorgaanbieder op verzoek van de minister op de in de beschikking aangegeven wijze aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 De minister neemt binnen 22 weken na afloop van het kalenderjaar 2021 ambtshalve een besluit over de vaststelling van de subsidie.

  • 3 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

Artikel 13. Subsidievaststelling subsidies van € 25.000 tot € 125.000

  • 1 Bij subsidies, bedoeld in artikel 6, onderdeel b, dient de zorgaanbieder een aanvraag in voor de vaststelling van de subsidie binnen 22 weken na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 2 Voor een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3 De zorgaanbieder toont aan de hand van een verklaring inzake werkelijke kosten aan dat de activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

  • 4 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

  • 5 De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

Artikel 14. Subsidievaststelling subsidies vanaf € 125.000

  • 1 Bij subsidies, bedoeld in artikel 6, onderdeel c, dient de zorgaanbieder een aanvraag in voor de vaststelling van de subsidie binnen 22 weken na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 2 Voor een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3 De zorgaanbieder legt rekening en verantwoording af aan de hand van een bijlage bij jaarrekening die vergezeld gaat van een verklaring en het verslag van feitelijke bevindingen van een accountant, overeenkomstig een door de minister vastgesteld en bekendgemaakt accountantsprotocol.

  • 4 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

  • 5 De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

Artikel 15. Subsidievaststelling subsidies vanaf € 125.000 aan GGD

  • 1 In afwijking van artikel 6, onderdeel c, vraagt de GGD bij subsidies vanaf € 125.000 jaarlijks uiterlijk op 15 juli na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, de vaststelling van de subsidie aan door verantwoordingsinformatie aan de minister te verstrekken op de wijze bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

  • 3 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

  • 4 De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

Artikel 15a. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 3. Pgb-zorgbonus voor pgb-zorgverleners

Artikel 15b. Nadere begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

Artikel 15c. Pgb-zorgbonus voor pgb-zorgverleners

  • 1 De minister kan op aanvraag van een budgethouder besluiten een pgb-zorgbonus uit te betalen aan een pgb-zorgverlener die op basis van een zorgovereenkomst aan die budgethouder zorg heeft verleend tijdens de COVID-19 uitbraak, en voor zover wordt voldaan aan de overige voorwaarden in dit hoofdstuk.

  • 2 Aan een pgb-zorgverlener wordt ten hoogste één pgb-zorgbonus uitbetaald.

Artikel 15d. Zorgovereenkomst

  • 2 In afwijking van het eerste lid is dit hoofdstuk niet van toepassing op een zorgovereenkomst die middels de vigerende vastgestelde modelovereenkomsten van de SVB is gesloten door de budgethouder met:

    • a. een zorginstelling; of

    • b. een partner of een familielid.

Artikel 15e. Voorwaarden pgb-zorgbonus

  • 1 Een pgb-zorgverlener kan in aanmerking komen voor een pgb-zorgbonus indien de budgethouder verklaart dat de pgb-zorgverlener werkzaamheden heeft verricht ten laste van het pgb en daarbij een uitzonderlijke prestatie heeft verricht tijdens de COVID-19 uitbraak.

  • 2 In afwijking van het eerste lid komt de pgb-zorgverlener niet in aanmerking voor een pgb-zorgbonus indien de zorg is verleend op basis van een zorgovereenkomst waarbij:

  • 3 In afwijking van het eerste lid komt de pgb-zorgverlener niet in aanmerking voor een pgb-zorgbonus als deze tevens gemachtigd of wettelijk vertegenwoordiger is van de budgethouder, zoals geregistreerd in de administratie van de SVB, en als gemachtigde of wettelijk vertegenwoordiger de aanvraag heeft ingediend ten behoeve van zichzelf als pgb-zorgverlener.

Artikel 15f. Aanvraag van de pgb-zorgbonus

  • 1 Voor de aanvraag van de pgb-zorgbonus wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2 De budgethouder verklaart bij de aanvraag dat de pgb-zorgverlener uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om diens persoonsgegevens aan de SVB te verstrekken en te laten verwerken ten behoeve van het verkrijgen van de pgb-zorgbonus en dat de budgethouder hierover een toestemmingsverklaring van de pgb-zorgverlener ten minste vijf jaar in zijn administratie bewaart.

  • 3 De aanvraag wordt uiterlijk 12 april 2021 om 23.59 uur door de minister ontvangen, tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15g. Besluit en uitbetaling van de pgb-zorgbonus

  • 1 De minister besluit binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag en maakt dit besluit bekend aan de budgethouder.

  • 2 De minister betaalt het bedrag van de pgb-zorgbonus in één keer uit aan de pgb-zorgverlener.

Artikel 15h. Intrekking van de pgb-zorgbonus

  • 1 De minister kan een besluit tot toekenning van een pgb-zorgbonus intrekken indien:

    • a. de budgethouder aan wie een pgb-zorgbonus is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor een pgb-zorgbonus ten onrechte is toegekend; of

    • b. het besluit tot toekenning van een pgb-zorgbonus anderszins onjuist was en de pgb-zorgverlener als ontvanger van de pgb-zorgbonus dat wist, dan wel behoorde te weten.

  • 2 De minister vordert een bedrag, dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid ten onrechte is uitbetaald, terug van de pgb-zorgverlener aan wie is uitbetaald.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 16. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020 en vervalt met ingang van 1 oktober 2025.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H.M. de Jonge

Bijlage Lijst met sbi-codes

Als bedoeld in artikel 5 van de onderhavige regeling, wordt subsidie enkel verstrekt aan zorgaanbieders die op 1 september 2020 in het handelsregister stonden ingeschreven, met een hoofd- of nevenactiviteit met de daarbij horende SBI-code die voorkomt op de onderstaande lijst.

Omschrijving activiteit

SBI-code

Ziekenhuizen en geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting

86.10

Universitair medisch centra

86.10.1

Algemene ziekenhuizen

86.10.2

Categorale ziekenhuizen

86.10.3

Geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting

86.10.4

Praktijken van huisartsen

86.21

Praktijken van medisch specialisten en medische dagbehandelcentra (geen tandheelkunde)

86.22

Praktijken van medisch specialisten en medische dagbehandelcentra (geen tandheelkunde en psychiatrie)

86.22.1

Praktijken van psychiaters en dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheids- en verslavingszorg

86.22.2

Gezondheidscentra

86.92.1

Preventieve gezondheidszorg (geen arbo begeleiding)

86.92.3

Medisch laboratoria, trombosediensten en overig behandeling ondersteunend onderzoek

86.92.4

Ambulancediensten en centrale posten

86.92.5

Verpleeghuizen

87.10

Huizen en dagverblijven voor verstandelijke gehandicapten

87.20

Huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten en verzorgingshuizen

87.30

Huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten

87.30.1

Verzorgingshuizen

87.30.2

Jeugdzorg en maatschappelijke opvang met overnachting

87.90

Jeugdzorg met overnachting en dagverblijven voor jeugdzorg

87.90.1

Maatschappelijke opvang met overnachting

87.90.2

Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting gericht op ouderen en gehandicapten

88.10

Thuiszorg

88.10.1

Welzijnswerk voor ouderen

88.10.2

Ondersteuning en begeleiding van gehandicapten

88.10.3

Ambulante jeugdzorg, maatschappelijk werk en advies en lokaal welzijnswerk

88.99

Ambulante jeugdzorg

88.99.1

Maatschappelijk werk

88.99.2

Lokaal welzijnswerk

88.99.3

Apotheken

47.73

Naar boven