In de regeling wordt verstaan onder:
-
1.
het fonds: het Mondriaan Fonds,
-
2.
het bestuur: de directeur-bestuurder van het fonds,
-
3.
eigen inkomsten: de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant
van de exploitatierekening:
Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:
-
a. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;
-
b. overige bijdragen uit publieke middelen;
-
c. rentebaten;
-
d. bijdragen in natura;
-
e. kapitalisatie van vrijwilligers;
-
f. waardering vrijkaarten; en
-
g. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.
-
4.
reserves: vrij besteedbaar vermogen, behorende tot:
Het fonds kan subsidie verstrekken in de vorm van een bijdrage aan musea die van belang
zijn voor de regio en een landelijke uitstraling hebben en die acute liquiditeitsproblemen
hebben, ter aanvulling van aan die instellingen in het kader van de COVID-19-crisis
door gemeenten of provincies verstrekte of te verstrekken additionele financiële bijdragen,
als een gedeeltelijke tegemoetkoming in gederfde inkomsten.
-
2 In afwijking van het eerste lid komen tevens voor subsidie in aanmerking musea als
bedoeld in het eerste lid aanhef onderdeel a en b, die niet voldoen aan tenminste
één van de kenmerken, bedoeld in het eerste lid onderdeel c, voor zover deze hun standplaats
hebben in een provincie waar geen instelling is gevestigd als bedoeld in het eerste
lid.
Artikel 4. Weigeringsgronden
Geen subsidie wordt verstrekt aan instellingen
-
a. die structureel subsidie ontvangen ten laste van een andere departementale begroting
dan die van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; of
-
b. die niet kunnen aantonen of aannemelijk kunnen maken, dat aan hen een additionele
financiële bijdrage als bedoeld in artikel 2, is verstrekt of zal worden verstrekt ter hoogte van ten minste 100 procent van het
aangevraagde subsidiebedrag;
-
c. aan wie reeds eerder een bijdrage is toegekend door de minister van OCW op basis van
de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19.
-
2 Onverminderd art 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt uitsluitend subsidie verstrekt voor zover de door de instelling verworven
eigen inkomsten over het jaar 2018, blijkend uit de jaarrekening die betrekking heeft
op dat jaar, ten minste 15 procent bedragen van de totale baten van die instelling.
-
3 Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in tweede lid niet een geheel getal
is, wordt dat getal naar beneden afgerond, indien het eerste cijfer achter de komma
een 4 of lager is, en naar boven afgerond, indien dat cijfer een 5 of hoger is.
Artikel 7. Hoogte subsidiebedrag
-
1 De subsidie bedraagt 22,5 procent van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 verworven
eigen inkomsten van de instelling, blijkend uit de jaarrekeningen die betrekking hebben
op die jaren, onder aftrek van een bedrag dat gelijk is aan 12,5 procent van de reserve
van de instelling per ultimo 2018.
-
2 Indien de aanvraag voldoet aan de bepalingen in dit reglement, besluit het bestuur
de bijdrage, waarvan de hoogte overeenkomstig artikel 7 wordt vastgesteld, toe te kennen.
-
4 Indien de subsidie wordt verleend aan een aanvrager die aannemelijk heeft kunnen maken
dat aan hem een additionele financiële bijdrage als bedoeld in artikel 4 onder b zal worden verstrekt, geschiedt de verlening onder de ontbindende voorwaarde van
verstrekking van de additionele financiële bijdrage.
Artikel 9. Subsidieplafond
Het subsidieplafond bedraagt 16.000.000 euro.
Artikel 10. Begrotingsvoorbehoud
Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen
door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur
Artikel 12. Verantwoording
-
2 Aanvragers die een subsidie van meer dan 125.000 euro per jaar ontvangen dienen tevens
een financiële verantwoording in. Deze dient vergezeld te gaan van een verklaring
omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld
in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 13. Hardheidsclausule
Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen
of onderdelen daarvan buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte
toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 14. Inwerkingtreding
Deze regeling wordt aangehaald als: Compensatieregeling Coronacrisis Musea meer dan
100.000 bezoekers.