Tijdelijke vrijstelling van enkele verplichtingen Arbeidsomstandighedenwet COVID-19 2020

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 11-04-2020 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 april 2020, 2020-0000048518, tot tijdelijke vrijstelling van enkele verplichtingen krachtens de Arbeidsomstandighedenwet in verband met COVID-19 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 30, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Gezien:

Overwegende dat:

Besluit:

Artikel 1. Vrijstelling hercertificatie

  • 2 De in het eerste lid bedoelde certificaathouder kan, nadat de geldigheidsduur van het certificaat is verlopen, de werkzaamheden waarvoor het certificaat was afgegeven, voortzetten tot en met 31 augustus 2020 met inachtneming van de overigens bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet ter zake van het certificaat of de werkzaamheden bestaande verplichtingen.

Artikel 2. Gevolg vrijstellingstermijn voor geldigheidsduur certificaat

Na het eindigen van de vrijstelling, bedoeld in artikel 1, en de daarop volgende hercertificatieprocedure wordt bij vaststelling van de einddatum van de duur van de hercertificatie, de duur van de vrijstellingsperiode, bedoeld in artikel 1, tweede lid, in mindering gebracht op de geldigheidsduur van de hercertificatie zoals die is vastgelegd in het certificatieschema.

Artikel 3. Vrijstelling termijn bijscholing kraanmachinisten

  • 1 Er wordt vrijstelling verleend van de in paragraaf 7.2.2, onderdeel 1, subonderdeel a en b, van de schema’s voor registratie, bedoeld in artikel 7.7 van de Arbeidsomstandighedenregeling, opgenomen verplichting om bijscholingsdagen binnen de daar genoemde periode te volgen, met dien verstande dat één bijscholingsdag of 2 dagdelen wordt gevolgd in de eerste 42 maanden van de periode van vijf jaar en de tweede bijscholingsdag of 2 dagdelen wordt gevolgd na de 42 ste maand in de periode van vijf jaar.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vrijstelling wordt alleen verleend indien de registratiehouder aantoont dat hij zich in de periode van 1 maart tot en met 30 juni tijdig had aangemeld voor de bijscholing.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde aanmelding wordt aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring van de erkende trainer bij wie de registratiehouder zich had aangemeld.

Artikel 4. Aanvullende vrijstellingen inzake asbestverwijdering

Artikel 5. Aanvullende vrijstellingen inzake duikberoepen

In aanvulling op de vrijstelling, bedoeld in artikel 1, geldt ten aanzien van de certificaten, bedoeld in de artikelen 6.14a, derde lid, en 6.16, derde, zesde en zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit het volgende:

  • a. de termijnen waarbinnen het aantal verrichtingen voor de doorlopende beroepservaring voorgeschreven bij de toetstermen voor hercertificatie verricht moeten zijn en de termijnen voor de verrichtingen die bepalend zijn bij het toezicht door de certificerende instelling op basis van de bijlage XVIa tot en met XVIe van de Arbeidsomstandighedenregeling, worden verlengd met zes maanden; en

  • b. er wordt in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 augustus 2020 vrijstelling verleend van de in artikel 6.14a, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit opgenomen verplichting om personen, die worden belast met het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid, binnen twaalf maanden na het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 6.14a, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, opnieuw arbeidsgezondheidskundig te onderzoeken, indien dat onderzoek in de periode van 1 maart tot en met 30 juni 2020 weer opnieuw uitgevoerd zou moeten worden.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2020.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 april 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

T. van Ark

Naar boven