Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra

[Regeling vervalt per 31-12-2024.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 18-11-2021 t/m 27-05-2022

Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 4 februari 2020, kenmerk 1640959-201242-CZ, houdende regels voor het subsidiëren van instellingen voor medisch-specialistische zorg en audiologische centra, voor het stimuleren van digitale informatie-uitwisseling met de patiënt en onderling (Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • basisgegevensset Zorg (BgZ): de Basisgegevensset Zorg is de minimale set van patiëntgegevens die specialisme-, ziektebeeld- en beroepsgroep overstijgend relevant is en van belang voor de continuïteit van zorg. De Basisgegevensset Zorg is gedefinieerd met behulp van de zorginformatiebouwstenen (Zib's);

  • DBC-producten (Diagnose Behandeling Combinatie): een DBC omvat het traject dat een patiënt doorloopt als hij zorg nodig heeft voor een specifieke diagnose, vanaf het eerste contact bij een instelling voor medisch specialistische zorg tot en met de behandeling die hieruit eventueel volgt. De DBC vormt de basis voor de declaratie van de geleverde zorg;

  • dienst van algemeen economisch belang: een dienst als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • dienstverlener Zorgaanbieder (DVZA): dit betreft een rol in het MedMij- afsprakenstelsel. De DVZA levert diensten aan de instelling gerelateerd aan de uitwisseling tussen persoon en instelling en committeert zich hiervoor aan de naleving van de afspraken van het MedMij-afsprakenstelsel;

  • eHealth: het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, en met name internet-technologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren;

  • elektronisch patiëntendossier (EPD): een softwaretoepassing waarbij medische patiëntengegevens in digitale vorm bewaard en beschikbaar gemaakt worden;

  • groep: als bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden;

  • handboek toetsingsprocedure VIPP MSZ en audiologische centra: het handboek dat de IT-auditor gebruikt om vast te stellen of de instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra de resultaten van de modules hebben behaald en aan de subsidieverplichtingen hebben voldaan;

  • IT-Assessment: toets volgens de richtlijn 3000D van NOREA voor assurance-opdrachten door IT-auditors, ten behoeve van de subsidievaststelling uitgevoerd door een door NOREA erkende onafhankelijke IT-auditor;

  • onafhankelijke IT-auditor: een IT-auditor die is ingeschreven in het register van gekwalificeerde IT-auditors, het Register EDP-Auditor, dat beheerd wordt door NOREA;

  • ICT-leverancier: producent van een informatiesysteem dat wordt gebruikt binnen instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra bedoeld om de elektronische informatie-uitwisseling van, naar of tussen één of meer systemen te integreren;

  • instellingen: als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet Toelating Zorginstellingen met uitzondering van de categorieën als bedoeld in artikel 1.2, sub 3 tot en met 24 van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

  • minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • MedMij-afsprakenstelsel: de set van afspraken die door de Stichting MedMij wordt beheerd ten behoeve van het veilig uitwisselen van persoonsgegevens tussen zorggebruikers en zorgverleners;

  • Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): belangenbehartiger en werkgever van de acht samenwerkende umc’s in Nederland

  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ): branchevereniging voor algemene ziekenhuizen en categorale instellingen in Nederland;

  • NOREA: de beroepsorganisatie van IT-auditors in Nederland;

  • omzet peiljaar: dit betreft de productie van de DBC die met gebruikmaking van het model-jaardocument Maatschappelijke Verantwoording is opgenomen in de jaarverantwoording 2018, die is goedgekeurd door de accountant en wordt gepubliceerd via de website van het CIBG. VWS hanteert voor deze subsidie peiljaar 2018 en 2019;

  • persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO): een hulpmiddel voor de patiënt om relevante gezondheidsinformatie afkomstig van de zorgverleners, te verzamelen, te beheren en desgewenst te delen via gestandaardiseerde gegevensverzamelingen voor gezondheidsinformatie en geïntegreerde digitale zorgdiensten;

  • startmeting monitor: een vooraf uitgevoerde meting door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) of Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), waarin de startpositie van de instellingen ten aanzien van de doelstellingen uit deze regeling wordt vastgelegd;

  • Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN): Branchevereniging voor zelfstandige klinieken in Nederland;

  • Zorg informatiebouwsteen (Zib): informatiemodel van minimale klinische concepten, die elk meerdere gegevens in zich herbergen met een afgesproken inhoud, structuur en onderlinge relatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 14153, datum inwerkingtreding 20-05-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 12-02-2020.

In het onderdeel ‘IT-Assessment’ ‘3000D’ vervangen door ‘3000A’.

Hoofdstuk 2. Subsidiabele activiteiten

Artikel 3

De minister kan op aanvraag aan een instelling eenmalig een subsidie verstrekken voor activiteiten met betrekking tot de informatie-uitwisseling tussen instellingen en patiënt en tussen instellingen onderling.

Artikel 4

  • 1 De activiteiten, bedoeld in artikel 3, bestaan uit het uitvoeren van maximaal 3 modules, genoemd in bijlage 1, waaronder in ieder geval module 1 en 3, en waarbij module 1 regulier of versneld kan worden uitgevoerd.

  • 2 De modules, bedoeld in het eerste lid, bestaan uit:

    • a. verplichte module 1: de instelling kan digitaal gegevens beschikbaar stellen aan het PGO van de patiënt, conform het MedMij-afsprakenstelsel:

      • regulier: de activiteit moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn behaald; of

      • versneld: de activiteit moet uiterlijk op 31 mei 2021 zijn behaald.

    • b. optionele module 2: de instelling kan digitaal informatie uitwisselen naar het PGO van de patiënt conform het MedMij-afsprakenstelsel en de patiënt kan vanuit het PGO informatie terugzenden richting de instelling. De activiteit moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn behaald.

    • c. verplichte module 3: de instelling kan digitaal de BgZ en relevante correspondentie uitwisselen met een andere instelling. De activiteit moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn behaald.

  • 3 Indien subsidie wordt verleend voor het versneld uitvoeren van module 1, dan wordt het besluit tot subsidieverlening op dit punt van het versneld uitvoeren niet herzien.

Artikel 5

De activiteiten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden aangewezen als diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie.

Artikel 6

Subsidie wordt, in aanvulling op artikel 1.5, onder b, van de Kaderregeling OCW, SZW en VWS, uitsluitend verstrekt indien de instelling:

  • a. de startmeting monitor, bedoeld in artikel 1, heeft ingevuld;

  • b. de modules, waarvoor zij subsidie verkrijgt, uitvoert en daarbij de bijbehorende resultaten, normen en standaarden, genoemd in bijlage 1, worden behaald;

  • c. met de Staat een overeenkomst sluit waarbij de Staat haar belast met en zij zich verplicht tot het verrichten van de dienst van algemeen economisch belang, bedoeld in artikel 5.

Hoofdstuk 3. Categorieën van instellingen

Artikel 7

Instellingen zijn ten behoeve van deze regeling onderverdeeld in de volgende categorieën:

  • a. universitair medische centra;

  • b. ziekenhuizen;

  • c. klinische revalidatiecentra;

  • d. dialysecentra;

  • e. radiotherapeutische centra;

  • f. epilepsiecentra;

  • g. audiologische centra;

  • h. restcategorie: bestaat uit zelfstandige behandelcentra, centra voor niet klinische revalidatie en categorale ziekenhuizen, nader onder te verdelen in:

    • restcategorie 1: instellingen met een DBC-omzet van meer dan € 20 miljoen per jaar.

      Deze categorie levert veelal zorg aan een beperktere doelgroep of beschikt over een beperkter aantal specialismen dan een ziekenhuis. In de regel levert de instelling zowel klinische als poliklinische zorg;

    • restcategorie 2: instellingen met een DBC-omzet tussen € 500.000 en € 20 miljoen per jaar. De instelling levert in de regel alleen poliklinische zorg, vaak vanuit één specialisme of beperkt tot een specifieke doelgroep.

Artikel 8

  • 1 Indien een instelling deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 1, wordt op grond van deze regeling slechts één subsidie per groep verstrekt.

  • 2 Audiologische centra die deel uitmaken van een instelling die reeds in aanmerking komt voor een subsidie op grond van deze regeling, komen niet zelfstandig in aanmerking voor subsidie.

Hoofdstuk 4. Hoogte van de subsidie

Artikel 9

  • 1 De subsidie bestaat uit de som van de voor de desbetreffende instelling per module geldende subsidiebedragen, bedoeld in het tweede lid, voor de modules waarvoor subsidie wordt verstrekt.

  • 2 De subsidie per module bedraagt voor de verschillende categorieën van instellingen, bedoeld in artikel 7, als volgt:

     

    Module 1 Regulier

    Module 1 Versneld

    Module 2

    Module 3

    Universitair Medisch Centra

    € 225.000

    € 320.000

    € 205.000

    € 205.000

    Ziekenhuizen

    € 190.000

    € 265.000

    € 170.000

    € 170.000

    Klinische Revalidatiecentra

    € 130.000

    € 185.000

    € 120.000

    € 120.000

    Dialysecentra

    € 75.000

    € 105.000

    € 65.000

    € 65.000

    Radiotherapeutische centra

    € 75.000

    € 105.000

    € 65.000

    € 65.000

    Epilepsie centra

    € 110.000

    € 155.000

    € 100.000

    € 100.000

    Audiologische centra

    € 57.000

    € 80.000

    € 52.000

    € 52.000

    Restcategorie 1

    € 150.000

    € 210.000

    € 140.000

    € 140.000

    Restcategorie 2

    € 57.000

    € 80.000

    € 52.000

    € 52.000

Hoofdstuk 5. Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel 10

  • 1 De aanvraag tot verlening van een subsidie kan vanaf 1 maart 2020 om 9.00 uur, worden ingediend en wordt uiterlijk 31 oktober 2020 om 23.59 uur ontvangen.

  • 2 Een aanvraag die na 31 oktober 2020 wordt ontvangen, wordt afgewezen.

  • 3 Voor de aanvraag tot verlening van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt, waarbij de instelling de volgende gegevens verschaft:

    • a. algemene gegevens van de instelling;

    • b. onder welke van de categorieën, bedoeld in artikel 7, de instelling valt;

    • c. naam- en contactgegevens van de programmaverantwoordelijke medewerker;

    • d. voor welke modules de instelling subsidie aanvraagt en of module 1 regulier of versneld wordt uitgevoerd.

  • 4 De aanvraag gaat daarnaast vergezeld van een bevestiging dat de startmeting monitor, bedoeld in artikel 6, onder a, is ingevuld.

  • 5 De minister besluit:

    • a. in geval van een aanvraag ontvangen op uiterlijk 30 april 2020, binnen 13 weken na ontvangst van de desbetreffende aanvraag, of

    • b. in geval van een aanvraag ontvangen op uiterlijk 31 oktober 2020, binnen 13 weken na afloop van 31 oktober 2020,

    over de verlening van een subsidie.

Hoofdstuk 6. Subsidieverplichtingen

Artikel 11

Instellingen maken bij de inkoop van softwaresystemen bij ICT leveranciers gebruik van de inkoopvoorwaarden die zijn opgesteld door de VIPP programmabureaus van de NVZ, ZKN en NFU.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om uit eigen beweging en op verzoek kennis uit te wisselen met andere instellingen, de VIPP programmabureaus van NVZ, NFU en ZKN of betrokken stakeholders.

Artikel 13

Na het afronden van module 1, regulier dan wel versneld uitgevoerd, verstrekt de instelling binnen 13 weken de uitkomst van een IT-assessment als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aan de minister. Dit IT-assessment wordt beschouwd als tussentijdse rapportage en wordt betrokken bij de vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 15.

Artikel 14

  • 1 Een IT-assessment bepaalt of een instelling de modules waarvoor subsidie is verstrekt heeft uitgevoerd en of de bijbehorende resultaten, genoemd in bijlage 1, zijn behaald en aan de bijbehorende normen en standaarden, genoemd in bijlage 1, is voldaan.

  • 2 Een IT-assessment als bedoeld in het eerste lid wordt uitgevoerd:

    • a. door een onafhankelijke IT-auditor, die ingeschreven staat in het register van gekwalificeerde IT-auditors;

    • b. op basis van het Handboek VIPP MSZ toetsingsprocedure, te vinden op https://www.dus-i.nl/subsidies.

Hoofdstuk 7. Aanvraag en besluit tot subsidievaststelling

Artikel 15

Een aanvraag tot vaststelling van een subsidie wordt ingediend binnen 22 weken na het afronden van de laatste module waarvoor subsidie is verleend.

Artikel 16

  • 1 Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2 De ontvanger van een subsidie legt rekening en verantwoording af aan de hand van de tussentijdse rapportage, bedoeld in artikel 13, en een per module uitgevoerde IT-assessment als bedoeld in artikel 14.

  • 3 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per gerealiseerde module voor de modules waarvoor de minister bij de verlening subsidie heeft verleend.

  • 4 Indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de normen en resultaten bij een module, bedoeld in bijlage 1, wordt de subsidie voor die module op nihil vastgesteld.

Artikel 16a

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 8. Inwerkingtreding, vervaldatum en citeertitel

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2023.

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling subsidiëring Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional MSZ en audiologische centra.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

B.J. Bruins

Bijlage 1. Modules, behorende bij artikel 4, tweede lid

Module

1 Regulier: De instelling kan digitaal gegevens beschikbaar stellen aan de PGO van de patiënt conform het MedMij-afsprakenstelsel.

Resultaten

* De BgZ wordt conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar gesteld aan de PGO van de patiënt.

Conform BgZ 1.0 conform ZIB's 2017 of hoger en conform MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard MedMij BgZ.

* Correspondentie wordt conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar gesteld aan de PGO van de patiënt. Correspondentie bestaat uit radiologieverslagen, specialistenbrieven, voortgangsbrieven of ontslagbrieven, opgesteld in de eigen organisatie.

Conform MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger. Informatiestandaard MedMij PDF/A.

Normen

Aansluiting MedMij

* De instelling heeft een aansluiting bij een dienstverlener zorgaanbieder (DVZA), die bij MedMij gekwalificeerd is, op de gegevensdiensten voor de BgZ en PDF/A. De instelling mag de rol van MedMij gekwalificeerd DVZA ook zelf vervullen.

Beschikbaarheid gegevens

* De instelling kan de BgZ conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar stellen aan de PGO van de testpatiënt.

* De instelling kan correspondentie conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar stellen aan de PGO van de testpatiënt. Correspondentie bestaat uit radiologieverslagen, specialistenbrieven, voortgangsbrieven en ontslagbrieven, opgesteld in de eigen organisatie.

Procedure

* De instelling heeft een procedure waaruit blijkt dat de gegevens met maximaal 7 werkdagen vertraging na interne accordering beschikbaar worden gesteld aan de patiënt via de PGO van de patiënt.

* De instelling heeft een procedure waarin is beschreven vanaf welk moment, welke data beschikbaar is vanuit de instelling aan de patiënt via de PGO van de patiënt.

Scholing zorgverleners:

* De instelling kan aantoonbaar maken dat hun zorgverleners zijn geschoold rond het onderwerp informatie-uitwisseling richting patiënt via de PGO van de patiënt.

Gebruik

* Tenminste 5% van het aantal patiënten (van 16 jaar en ouder) dat een DBC-relevant contactmoment heeft gehad met de instelling doet een opvraging via zijn of haar PGO (unieke opvragingen), met uitzondering van instellingen waarbij de patiëntenpopulatie voor 90% of meer bestaat uit patiënten tot en met 18 jaar. Voor deze instellingen vervalt de norm van 5%.

Deadline

30-09-2022

Standaarden

* BgZ 1.0 conform ZIB's 2017 of hoger

* MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard MedMij BgZ (ophalen van gegevens uit een XIS)

* MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard MedMij PDF/A (ophalen van gegevens uit een XIS)

*Voor de patiëntauthenticatie zal gebruik worden gemaakt van de publieke of één of meerdere door de overheid erkende authenticatiediensten op minimaal betrouwbaarheidsniveau substantieel. Indien 'substantieel' nog niet breed beschikbaar is zal tenminste '2 factor authenticatie' worden toegepast.1

*Standaarden ten aanzien van de digitale toegankelijkheid, zoals Web Content Accessibilitity Guidelines (WCAG).

1 De verwachting is dat de Wet digitale overheid op 1 juli 2020 in werking treedt. De wet digitale overheid schrijft voor dat je als dienstverlener moet aansluiten op alle inlogmiddelen en machtigingsvoorzieningen van BZK en hoe dat gaat gebeuren. Aanvragers worden geadviseerd deze ontwikkelingen goed in de gaten te houden.

Module

1 Versneld: De instelling kan digitaal gegevens beschikbaar stellen aan de PGO van de patiënt conform het MedMij-afsprakenstelsel.

Resultaten

* De BgZ wordt conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar gesteld aan de PGO van de patiënt.

Conform BgZ 1.0 conform ZIB's 2017 of hoger en conform MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard MedMij BgZ.

* Correspondentie wordt conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar gesteld aan de PGO van de patiënt. Correspondentie bestaat uit radiologieverslagen, specialistenbrieven, voortgangsbrieven en ontslagbrieven, opgesteld in de eigen organisatie.

Conform MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger. Informatiestandaard MedMij PDF/A

Normen

Aansluiting MedMij

* De instelling heeft een aansluiting bij een dienstverlener zorgaanbieder (DVZA), die bij MedMij gekwalificeerd is, op de gegevensdiensten voor de BgZ en PDF/A. De instelling mag de rol van MedMij gekwalificeerd DVZA ook zelf vervullen.

Beschikbaarheid gegevens

* De instelling kan de BgZ conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar stellen aan de PGO van de testpatiënt.

* De instelling kan correspondentie conform het MedMij-Afsprakenstelsel beschikbaar stellen aan de PGO van de testpatiënt. Correspondentie bestaat uit radiologieverslagen, specialistenbrieven, voortgangsbrieven en ontslagbrieven, opgesteld in de eigen organisatie.

Procedure

* De instelling heeft een procedure waaruit blijkt dat de gegevens met maximaal 7 werkdagen vertraging na interne accordering beschikbaar worden gesteld aan de patiënt via de PGO van de patiënt.

* De instelling heeft een procedure waarin is beschreven vanaf welk moment, welke data beschikbaar is vanuit de instelling aan de patiënt via de PGO van de patiënt.

Scholing zorgverleners:

* De instelling kan aantoonbaar maken dat hun zorgverleners zijn geschoold rond het onderwerp informatie-uitwisseling richting patiënt via de PGO van de patiënt.

Gebruik

* Tenminste 5% van het aantal patiënten dat een DBC relevant contact moment heeft gehad met de instelling doet een opvraging via zijn of haar PGO (unieke opvragingen).

Deadline

31-5-2021

Standaarden

* BgZ 1.0 conform ZIB's 2017 of hoger * MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard MedMij BGZ (ophalen van gegevens uit een XIS)

* MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard MedMij PDF/A (ophalen van gegevens uit een XIS)

*Voor de patiëntauthenticatie zal gebruik worden gemaakt van de publieke of één of meerdere door de overheid erkende authenticatiediensten op minimaal betrouwbaarheidsniveau substantieel. Indien 'substantieel' nog niet breed beschikbaar is zal tenminste '2 factor authenticatie' worden toegepast.

*Standaarden ten aanzien van de digitale toegankelijkheid, zoals Web Content Accessibilitity Guidelines (WCAG).

Module

2: De instelling kan digitaal informatie uitwisselen naar de PGO van de patiënt conform het MedMij-afsprakenstelsel en de patiënt kan vanuit de PGO informatie terugzenden richting de instelling.

Resultaten

Deze module is gericht op “twee richtingsverkeer” tussen de PGO van de patiënt en de instelling.

Bij deze module wordt tenminste 2 van de 3 subdoelstellingen behaald. Het gaat hierbij om de subdoelstellingen:

1) De ingevulde vragenlijsten worden conform MedMij-afsprakenstelsel beschikbaar gesteld aan de PGO van de patiënt.

* De instelling legt vragenlijsten digitaal voor aan de patiënt ter beantwoording. De instelling ontvangt de ingevulde vragenlijst terug. Het gaat om tenminste één vragenlijst.

* De ingevulde vragenlijst is voor de patiënt beschikbaar via de PGO. Conform Informatiestandaard MedMij PDF/A of indien beschikbaar conform MedMij informatiestandaard vragenlijsten 1.0 of hoger.

2) De resultaten van de eHealth toepassingen worden conform MedMij-afsprakenstelsel beschikbaar gesteld aan de PGO van de patiënt.

* De instelling biedt eHealth toepassingen aan, aan de patiënt. De instelling ontvangt de metingen uit de eHealth toepassing terug.

Tenminste één eHealth toepassing die medisch relevant is moet beschikbaar zijn via het PGO van de patiënt.

* De resultaten van de eHealth toepassing zijn voor de patiënt beschikbaar via het PGO. Conform MedMij informatiestandaard PDF/A of hoger. Als het om zelfmetingen gaat zoals beschreven in het MedMij afsprakenstelsel dan conform MedMij informatiestandaard zelfmetingen 1.2 of hoger.

3) BgZ ontvangen

* De instelling kan voorstellen tot aanpassingen op de aanwezige BgZ-items van de patiënt ontvangen vanuit de PGO van de patiënt. Conform BgZ 1.0 conform ZIB's 2017 of hoger en conform MedMij-Afsprakenstelsel. Informatiestandaard Medmij BgZ

Normen

Vragenlijst:

* De instelling heeft een procedure voor het beschikbaar stellen en verwerken van een vragenlijst aan patiënten.

* De instelling informeert patiënten over het feit dat er een vragenlijst klaar staat via een link in de PGO van de patiënt.

* De ingevulde vragenlijst is in te zien in de PGO van een testpatiënt.

eHealth toepassing:

* De instelling heeft een procedure voor het beschikbaar stellen en verwerken van de metingen uit eHealth toepassingen aan patiënten.

* De instelling informeert patiënten dat eHealth toepassingen via het PGO van de patiënt beschikbaar zijn en dat deze door de patiënt kunnen worden gebruikt.

* De resultaten van de eHealth toepassing zijn in te zien in de PGO van de testpatiënt.

BgZ ontvangen

* De instelling kan bewijzen dat de instelling de door de patiënt aangepaste BgZ kan ontvangen middels een gecertificeerde DVZA aansluiting voor het ontvangen van een BgZ-item vanuit de PGO van de patiënt.

* De instelling heeft een procedure en afspraken over het verwerken van door de patiënt aangebrachte aanpassingen in BGZ-items.

Deadline

30-06-2023

Standaarden

* BgZ 1.0 of hoger conform ZIB's 2017

* MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard Medmij BgZ (sturen van gegevens naar een XIS)

* MedMij-Afsprakenstelsel versie 1.2 of hoger Informatiestandaard Medmij PDF (ophalen van gegevens uit een XIS)

* Indien het bij eHealth toepassingen zelfmetingen betreft zoals beschreven in het MedMij afsprakenstelsel dan conform de MedMij informatiestandaard zelfmetingen 1.2 of hoger

* Medmij informatiestandaard vragenlijsten 1.0 of hoger

*Voor de patiëntauthenticatie zal gebruik worden gemaakt van de publieke of één of meerdere door de overheid erkende authenticatiediensten op minimaal betrouwbaarheidsniveau substantieel. Indien 'substantieel' nog niet breed beschikbaar is zal tenminste '2 factor authenticatie' worden toegepast.

*Standaarden ten aanzien van de digitale toegankelijkheid, zoals Web Content Accessibilitity Guidelines (WCAG.)

Module

3: De instelling kan digitaal het BgZ en relevante correspondentie uitwisselen met een andere instelling.

Resultaten

* De BgZ wordt uitgewisseld tussen instellingen. Bij de uitwisseling is hergebruik, zonder overtypen, in het digitaal patiëntendossier van de gegevens door de ontvangende instelling mogelijk.

Eis: BgZ 1.0 of hoger

* Relevante correspondentie wordt ook uitgewisseld. Correspondentie kan bestaan uit radiologieverslagen, specialistenbrieven, voortgangsbrieven en/of ontslagbrieven.

Normen

Verzenden

* De instelling kan aan de hand van een testpatiënt aantoonbaar maken dat de hele BgZ kan worden verzonden naar een andere instelling.

* De instelling kan, aan de hand van een testpatiënt, aantoonbaar maken dat correspondentie over de patiënt naar andere instellingen in de keten kan worden verstuurd. Controle op specialistenbrieven, voortgangsbrieven en/of ontslagbrieven.

Ontvangen

* De instelling kan, aan de hand van een testpatiënt, aantoonbaar maken dat het mogelijk is om de hele BgZ vanuit een andere instelling te ontvangen.

Hergebruik

* De instelling toont voor de BgZ-secties: Allergieën, Klachten & Diagnoses en Behandelrestricties of (in specifieke gevallen) Zorgverleners, aan de hand van een testpatiënt, aan dat de 3 BgZ-secties kunnen worden ontvangen, beoordeeld en hergebruikt in het eigen elektronisch patiëntendossier. De instelling kan afwijken van de 3 verplichte BgZ-secties door een melding te maken bij DUS-I. In dat geval toont de instelling voor tenminste 6 BgZ-secties, aan de hand van een testpatiënt, aan dat de secties kunnen worden ontvangen, beoordeeld en hergebruikt in het eigen elektronisch patiëntendossier. De instelling kiest 6 BgZ-secties uit de lijst in de bijlage onder module 3.

PROCEDURE

* De instelling heeft procedures voor het verzenden, ontvangen, beoordelen en hergebruiken van de BgZ.

* De instelling heeft procedures voor het verzenden, ontvangen en beoordelen van binnengekomen correspondentie.

DAADWERKELIJK GEBRUIK

*Bij minimaal 1 specialisme vindt uitwisseling en hergebruik daadwerkelijk plaats. Het specialisme wordt hier in de audit op bevraagd.

* Zichtbare toename van verzenden en ontvangen van de BgZ.

Deadline

30-06-2023

Kader

Voor de uitwisseling tussen instellingen onderling wordt gebruik gemaakt van de visie op samenhang in de zorginfrastructuren in Nederland – op weg naar naadloze samenwerking in de zorg.

Standaarden

* BgZ 1.0 conform ZIB's 2017 of hoger.

* Voor de uitwisseling wordt gebruikt gemaakt van de Nederlandse standaarden.

BgZ – specificatie gebaseerd op zibs release 2017, geeft een toelichting op de de BgZ onderdelen ten behoeve van module 3.

#

Sectie

#

BgZ onderdeel

Inhoud

Zib

Versie

1

Demografie en identificatie

1.1

1.2

Patiëntgegevens

Burgerlijke staat

NAW gegevens, BSN, geboortedatum, geslacht, overlijdensinformatie, contactgegevens van de patiënt

Laatst bekende burgerlijke staat

Patient

BurgerlijkeStaat

v3.1

v3.0

2

Financiële informatie

2.1

Verzekeringsgegevens

De verzekeringsgegevens van de patiënt

Betaler

v3.1

3

Behandelrestricties

3.1

3.2

Behandelaanwijzingen

Wilsverklaring

Bekende behandelaanwijzingen

Bekende wilsverklaring

BehandelAanwijzing

Wilsverklaring

v3.1

v3.1

4

Contactpersonen

4.1

Contactpersoon

Eerste relatie/contactpersoon

Contactpersoon

v3.1

5

Functionele status

5.1

Functionele/mentale status

Laatst bekende functionele/mentale status

FunctioneleOfMentaleStatus

v3.1

6

Klachten en diagnoses

6.1

Problemen (incl. diagnoses)

Bekende problemen van alle probleemtypen

Probleem

v4.1

7

Sociale anamnese

7.1

7.2

7.3

7.4

7.5

Woonsituatie

Drugsgebruik

Alcoholgebruik

Tabakgebruik

Voedingsadviezen

Laatst bekende woonsituatie

Bekend drugsgebruik

Bekend alcoholgebruik

Bekend tabakgebruik

Bekende voedingsadviezen

Woonsituatie

Drugsgebruik

Alcoholgebruik

Tabakgebruik

Voedingsadvies

v3.1

v3.2

v3.1

v3.1

v3.1

8

Waarschuwingen

8.1

Alerts

Bekende alerts

Alert

v3.2

9

Allergieën

9.1

Allergie-intoleranties

Bekende allergieën

AllergieIntolerantie

v3.2

10

Medicatie

10.1

10.2

10.3

Medicatieafspraak

Toedieningsafspraak

Medicatiegebruik

Bekende medicatieafspraken

Bekende toedieningsafspraken

Bekend medicatiegebruik

Medicatieafspraak

ToedieningsAfspraak

MedicatieGebruik2

v1.0.1

v1.0.1

v1.0.1

11

Medische hulpmiddelen

11.1

Medische hulpmiddelen

Bekende medische hulpmiddelen

MedischHulpmiddel

v3.1

12

Vaccinaties

12.1

Vaccinaties

Bekende vaccinaties

Vaccinatie

v3.1

13

Vitale functies

13.1

13.2

13.3

Bloeddruk

Lichaamsgewicht

Lichaamslengte

Laatst bekende bloeddruk

Laatst bekende lichaamsgewicht

Laatst bekende lichaamslengte

Bloeddruk

Lichaamsgewicht

Lichaamslengte

v3.1

v3.1

v3.1

14

Uitslagen

14.1

Laboratoriumuitslagen

Bekende klinische chemie bepalingen, laatste uitslag

LaboratoriumUitslag

v4.1

15

Verrichtingen

15.1

Verrichtingen

Bekende operatieve verrichtingen

Verrichting

v4.1

16

Contacten

16.1

Contacten

Bekende ziekenhuisopnames (niet poliklinische contacten)

Contact

v3.1

17

Zorgplan

17.1

Geplande zorgactiviteiten

Bekende geplande zorgactiviteiten (medicatietoediening, voorgenomen verrichtingen, voorgenomen verpleegkundige acties, voorgenomen vaccinaties, afspraken, gewenste medische hulpmiddelen, overige)

OverdrachtGeplande-ZorgActiviteit

v3.1

18

Zorgverleners

18.1

Huisarts

De gegevens van de huisarts

Zorgverlener

v3.2

Naar boven