7.1. Beoordeling
[Regeling vervallen per 14-08-2022]
Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie dient de aanvraag in elk geval
te voldoen aan de maatstaven die in deze beleidsregels, met name in paragraaf 4 tot
en met 6, zijn neergelegd. Alleen aanvragen die voldoen aan deze maatstaven worden
beoordeeld op grond van de onderstaande inhoudelijke criteria, waaraan ook in voldoende
mate dient te worden voldaan om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie.
De beoordeling van de subsidieaanvragen op basis van de inhoudelijke criteria gebeurt
door middel van een puntenscore. Indien er voor een criterium bonuspunten te verdienen
zijn, dan wordt dit bij het desbetreffende criterium vermeld.
De volgende criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de kwaliteit van de
aanvragen die aan de hierboven vermelde eisen voldoen.
-
1.
Relevantie van het project
-
• De mate waarin het project bijdraagt aan de EPRM-doelstellingen en EPRM-Theory of
Change: het versterken van het vermogen van artisanale en kleinschalige mijnen om
op verantwoorde wijze te produceren en/of het vergroten van de hoeveelheid verantwoord
geproduceerde mineralen en het verschaffen van toegang tot de markt.
-
• De mate waarin het project aantoont hoe het de bevordering en implementatie van de
OESO-richtsnoeren inzake de zorgvuldigheidseisen voor verantwoorde bevoorradingsketens
van bodemschatten uit conflict- en hoogrisicogebieden ondersteunt, en hoe het de doelgroep
stimuleert om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding van de Europese verordening
conflictmineralen.
-
• De mate waarin het project contextuele factoren en ontwikkelingen (politieke, sociaaleconomische
en technische ontwikkelingen) beschrijft en er betrekking op heeft.
-
• De mate waarin het project voldoet aan de eisen en behoeften van de doelgroep(en)
en oplossingen biedt voor een probleem of specifieke vraag van de doelgroep(en), met
inachtneming van verschillen in dit verband tussen mannen en vrouwen.
-
• De mate waarin er sprake is van een stimulerende omgeving en stakeholders die het
project steunen.
-
• De mate waarin het project aansluit bij en samenwerking bevordert met bestaande activiteiten
en (lokale) initiatieven.
-
• De mate waarin het project een positief effect zal hebben op (een groot aantal) mijnwerkers
en hun gemeenschappen.
-
2.
Projectontwerp
-
• De mate waarin de interventiestrategie strookt met de context-, probleem-, gender-
en stakeholderanalyses.
-
• De mate waarin de interventiestrategie zal leiden tot de projectdoelstellingen (kwalitatieve
Theory of Change).
-
• De mate waarin het project een link creëert met de toeleveringsketen door te zorgen
voor markttoegang (voor dit criterium kunnen bonuspunten worden toegekend).
-
• De mate waarin het project verbanden tussen actoren in de toeleveringsketen stimuleert
door die actoren bij de projectactiviteiten te betrekken (bijvoorbeeld door middel
van partnerschappen, financiële bijdragen, afname-overeenkomsten, co-financieringsovereenkomsten
en joint ventures) (voor dit criterium kunnen bonuspunten worden toegekend).
-
• De mate waarin het project bijdraagt aan een eerlijke verdeling van de kosten van
passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen tussen de actoren in die keten (voor dit criterium kunnen bonuspunten worden toegekend).
-
• De mate waarin de activiteiten sensitief zijn voor genderaspecten bij de uitvoering
van en het toezicht op het project, en de mate waarin zij bijdragen aan een vermindering
of mitigatie van de negatieve impact van mijnbouw op de leef- en arbeidsomstandigheden
van vrouwen en aan gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de mijnen en mijnbouwgemeenschappen.
-
• De mate waarin de activiteiten worden uitgevoerd in een CAHRA en het project de conflict-/hoogrisicoaspecten
bij aankoop van mineralen duidelijk maakt.
-
• De mate waarin het project een realistische risicoanalyse bevat die de risico's en
risicobeperkingsstrategieën aantoont.
-
3.
Duurzaamheid
-
• De mate waarin het project maatregelen bevat en ontwerpt om een concrete, realistische
en haalbare duurzaamheidsstrategie uit te voeren waarmee het voortbouwen op de projectresultaten
na afloop van de beoogde looptijd wordt gegarandeerd (voor dit criterium kunnen bonuspunten worden toegekend).
-
• De mate waarin de projectresultaten worden voortgezet door doelgroepen, in lokale
structuren en/of verantwoordelijke organen.
-
• De mate waarin het project ontworpen is om dupliceerbaar en schaalbaar te zijn (in
andere regio's/landen en/of in omvang) (voor dit criterium kunnen bonuspunten worden toegekend).
-
4.
Partnerschap/organisatie
-
• De mate waarin de projectpartners hun sporen hebben verdiend op het vlak van verantwoorde
artisanale en kleinschalige mijnbouw en het creëren van een link met de markt, aanwezigheid
van vaardigheden en goede governancestructuren om het project uit te voeren.
-
• De mate waarin de keuze van projectpartners leidt tot een efficiënte uitvoering van
het project.
-
• De mate waarin in het project projectpartners zijn betrokken die up-, mid- en/of downstreamactoren
zijn (voor dit criterium kunnen bonuspunten worden toegekend).
-
5.
Uitvoering van het project
-
• De mate waarin de voorgestelde projectactiviteiten technisch uitvoerbaar en haalbaar
zijn in de geplande uitvoeringsperiode.
-
• De mate waarin het projectbudget strookt met de projectactiviteiten en accuraat is.
-
• De mate waarin het projectbudget realistisch en aanvaardbaar is met betrekking tot
de omvang van de beschreven impact/projectresultaten/activiteiten.
-
• De mate waarin het monitoring- en evaluatiesysteem volstaat en doeltreffend is voor
toezicht op de voortgang en corrigerende acties in termen van middelen, activiteiten,
output, uitkomsten en de onderliggende uitgangspunten.
-
• De mate waarin projectmedewerkers ervaren en in staat zijn om het project uit te voeren.