Besluit van 18 december 2019 tot wijziging van de Algemene douanewet, enige uitvoeringsbesluiten
op het gebied van de belastingen en enige andere besluiten
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 15 november 2019, nr. 2019-0000191387;
Gelet op de artikelen 3.54, 3.126a, 3.127, 4.21, 5.16b, 7.6 en 10.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001, hoofdstuk 2, artikel I, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 4, 31a en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, artikel 67 van de Successiewet 1956, de artikelen 9 en 12 van de Wet op de omzetbelasting 1968, artikel 1:1 van de Algemene douanewet, artikel 65 van de Wet op de accijns, artikel 4 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, de artikelen 20, 45, 67, 68, 69, 70 en 70a van de Wet belastingen op milieugrondslag, de artikelen 37h, 39 en 40a van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 38 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 8 en 10h van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
en artikel 4 van de Wet loonbelasting BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 december 2019,
nr. W06.19.0371/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 2019,
nr. 2019-0000214518;
Hebben goedgevonden en verstaan: