Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021–2024

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 12-11-2019 t/m 03-06-2020

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 oktober 2019, nr. 17644318, houdende wijziging van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid en de Regeling beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen in verband met het vaststellen van de criteria voor vierjaarlijkse subsidiëring in de periode 2021–2024 alsmede met enkele aanpassingen van technische aard (Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021–2024)

Artikel III. Overgangsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2020, 29346, datum inwerkingtreding 04-06-2020, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 12-11-2019.

2 Op de verstrekking van subsidie op grond van artikel 7.2 van de Erfgoedwet voor de jaren tot 2021 blijven de bepalingen van de Regeling beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen van toepassing zoals die luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, met uitzondering van de artikelen 3.7a en 3.12, tweede lid, en met dien verstande dat in artikel 3.6 in plaats van ‘Artikel 2.10 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid’ dient te worden gelezen ‘Artikel 2.11 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid’.

Artikel IV. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel V. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2021–2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Naar boven