Besluit implementatie wijzigingsverordening EMIR

[Regeling materieel uitgewerkt per 22-10-2021.]
Geraadpleegd op 21-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2022 en zichtdatum 24-05-2024.
Geldend van 22-10-2019 t/m heden

Besluit van 4 oktober 2019 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van de Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc‑derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (PbEU 2019, L 141) (Besluit implementatie wijzigingsverordening EMIR)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 2 september 2019, 2019-0000126058, directie Financiële Markten;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2019/834 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van de Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc‑derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (PbEU 2019, L 141) en de artikelen 1:24, derde lid, 1:25, derde lid, 1:79, eerste lid, 1:80, aanhef en onderdeel b, en 1:81, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 september 2019, nr. W06.19.0248/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 30 september 2019, 2019-0000149479, directie Financiële Markten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst met uitzondering van artikel I, onderdelen C, subonderdeel 1, en E, subonderdeel 1, dat in werking treedt op 18 juni 2021 en artikel I, onderdelen C, subonderdeel 2, en E, subonderdeel 2, dat in werking treedt op 18 juni 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 oktober 2019

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

Uitgegeven de eenentwintigste oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven