Instellingsbesluit Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering

Geraadpleegd op 09-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 07-05-2021 en zichtdatum 23-07-2025.
Geldend van 11-10-2019 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 23 september 2019, nr. 2692428 houdende instelling van de Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering (Instellingsbesluit Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Justitie en Veiligheid;

  • b. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 De commissie heeft tot taak samen met de politie, het openbaar ministerie, de Raad voor de rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten, de bijzondere opsporingsdiensten, en de Koninklijke marechaussee:

    • a) de inspanningen in kaart te brengen die nodig zijn bij deze organisaties om het nieuwe Wetboek van Strafvordering te kunnen invoeren en

    • b) op basis daarvan een breed onderschreven voorstel voor de implementatie inclusief kostenraming op te stellen.

  • 2 De commissie brengt daarover advies uit aan de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

  • 3 De commissie heeft voorts tot taak de maatschappelijke relevantie van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering voor het voetlicht te brengen en doet daartoe alles wat zij nodig acht.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1 Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden tot lid van de commissie benoemd:

    • a. prof. dr. mr. R.M. Letschert, rector magnificus Maastricht University, tevens voorzitter;

    • b. prof.dr.mr. M.F.H. Hirsch Ballin, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam

    • c. drs. A.H.M. de Jong, werkzaam bij ABDTOPConsult;

    • d. drs. K. Louwes, hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd;

  • 2 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 3 De voorzitter en overige leden kunnen (op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden) worden geschorst en ontslagen door de minister.

  • 4 Bij tussentijds vertrek van een commissielid zoals in het vorige lid bedoeld, kan de minister een ander lid benoemen.

Artikel 5. Werkwijze

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6. Vergoeding

Artikel 7. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden de eventuele bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 september 2019.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 23 september 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus