Beleidsregel tegemoetkoming Q-koorts 2019

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-08-2019 t/m heden

Beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juli 2019, kenmerk 1516264-189438-PG, over regels voor de verstrekking van een tegemoetkoming in verband met de grote gevolgen van de Q-koortsuitbraak (Beleidsregel tegemoetkoming Q-koorts 2019)

De Minister voor Medische Zorg,Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • Q-koorts: infectieziekte die kan overgaan van dieren op mensen, veroorzaakt door de bacterie Coxiel/a burnetii;

  • Q-koortsuitbraak: de uitbraak van Q-koorts in Nederland in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010;

  • Q-koortspatiënt: een nog in leven zijnde natuurlijke persoon die in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2012 in Nederland is besmet met Q­ koorts;

  • chronische Q-koorts: aandoening met langdurige ernstige klachten als gevolg van een acute Q-koortsinfectie, die blijkens bloedonderzoek heeft geleid tot een chronische infectie;

  • Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS): aandoening met ten minste zes maanden voortdurende klachten van ernstige vermoeidheid als gevolg van een acute Q­ koortsinfectie die niet tot chronische Q-koorts heeft geleid, en niet door andere oorzaken te verklaren zijn;

  • QVS gelijkend ziektebeeld: op QVS gelijkend ziektebeeld met ten minste zes maanden durende klachten van ernstige vermoeidheid als gevolg van een acute Q-koortsinfectie die niet tot chronische Q-koorts heeft geleid, die niet afdoende door andere oorzaken te verklaren zijn;

  • nabestaanden:

    • de ten tijde van het overlijden niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot of geregistreerde partner, of de levensgezel die ten tijde van het overlijden met de overledene een gezamenlijke huishouding voerde;

    • bij ontstentenis van de onder 1° bedoelde persoon, de kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;

    • bij ontstentenis van de onder 1° en 2° bedoelde personen, de overige bloedverwanten van de overledene in de eerste graad.

  • Minister: Minister voor Medische Zorg;

  • tegemoetkoming: een eenmalige financiële bijdrage als gebaar ter erkenning van de grote gevolgen van de Q-koortsuitbraak voor een Q-koortspatiënt met chronische Q-koorts, QVS of een QVS gelijkend ziektebeeld, of voor de nabestaanden van patiënten die zijn overleden met chronische Q-koorts.

Artikel 2. Het recht op een eenmalige tegemoetkoming

De Minister kent op aanvraag een tegemoetkoming toe aan een Q-koortspatiënt die is gediagnosticeerd met chronische Q-koorts, QVS of een op QVS gelijkend ziektebeeld, of, indien een Q-koortspatiënt met chronische Q-koorts is overleden, aan diens nabestaande of nabestaanden, indien de aanvrager voldoet of de aanvragers voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3, 4 of 5.

Artikel 3. Voorwaarden tegemoetkoming voor een patiënt met chronische Q-koorts

Een Q-koortspatiënt met chronische Q-koorts kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming indien hij is gediagnosticeerd met chronische Q-koorts, als gevolg van een besmetting met Q-koorts in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2012.

Artikel 4. Voorwaarden tegemoetkoming voor een patiënt met QVS of een QVS gelijkend ziektebeeld

Een Q-koortspatiënt met QVS of een op QVS gelijkend ziektebeeld kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming indien hij voor 1 oktober 2018 is gediagnosticeerd met QVS of met een op QVS gelijkend ziektebeeld, als gevolg van een besmetting met Q-koorts in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2012.

Artikel 5. Voorwaarden tegemoetkoming voor de nabestaande of nabestaanden van een patiënt overleden met chronische Q-koorts

De nabestaande of nabestaanden van een patiënt die is overleden met chronische Q-koorts kan of kunnen gezamenlijk in aanmerking komen voor een tegemoetkoming, indien de desbetreffende patiënt voor 1 oktober 2018 is gediagnosticeerd met en overleden met chronische Q-koorts, als gevolg van een besmetting met Q-koorts in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2012.

Artikel 7. De aanvraag

  • 1 Voor de aanvraag wordt een door de Minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2 Een Q-koortspatiënt is verplicht bij de aanvraag te verstrekken:

    • a. de gegevens waarnaar in het aanvraagformulier wordt gevraagd;

    • b. een verklaring dat hij is gediagnosticeerd met chronische Q-koorts, met QVS of een op QVS gelijkend ziektebeeld, als gevolg van een besmetting met Q-koorts in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2012;

    • c. een machtiging om gegevens bij de behandelend medisch beroepsbeoefenaren of Q-support op te vragen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag; en

    • d. desgevraagd overige inlichtingen en bewijsstukken, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 3 De nabestaande of nabestaanden van een patiënt die is overleden met chronische Q-koorts is of zijn verplicht bij de aanvraag te verstrekken:

    • a. de gegevens waarnaar in het aanvraagformulier wordt gevraagd;

    • b. een verklaring dat zijn of hun naaste is gediagnosticeerd met en overleden met chronische Q-koorts, als gevolg van een besmetting met Q-koorts in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2012;

    • c. een machtiging om gegevens bij de betrokken medisch beroepsbeoefenaren op te vragen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag; en

    • d. desgevraagd overige inlichtingen en bewijsstukken, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 4 Indien er meer dan één nabestaande is, dragen de nabestaanden er zorg voor dat aan één van hen een volmacht wordt verleend tot het indienen van een gezamenlijke aanvraag en vertegenwoordiging ten behoeve van de uitvoering van deze beleidsregel.

  • 5 De aanvraag voor een tegemoetkoming kan worden ingediend vanaf 1 augustus 2019 en wordt uiterlijk 1 januari 2021 ontvangen.

Artikel 8. Overlijden na aanvraag

  • 1 Indien een patiënt met chronische Q-koorts is overleden nadat hij de aanvraag heeft ingediend, maar voordat op deze aanvraag is beslist, wordt de behandeling van de aanvraag ten behoeve van de nabestaande of nabestaanden voortgezet, tenzij deze schriftelijk te kennen geeft of geven daarop geen prijs te stellen.

Artikel 9. Advies externe deskundigen

  • 1 Er is een door de Minister benoemde commissie van externe deskundigen die tot taak heeft in aan haar voorgelegde gevallen te adviseren over de medische aspecten van een aanvraag.

  • 2 De Minister kan indien hij dat wenselijk acht een aanvraag aan de commissie van externe deskundigen voorleggen.

Artikel 10. Besluit en uitbetaling

  • 1 De Minister beslist binnen 22 weken op een volledige aanvraag voor een tegemoetkoming.

  • 2 De Minister betaalt het bedrag van de tegemoetkoming in één keer uit.

  • 3 Indien de tegemoetkoming ertoe leidt dat de aanvrager over het kalenderjaar na het verkrijgen van de tegemoetkoming aantoonbaar geen aanspraak meer kan maken op zorgtoeslag op grond van de Wet op de zorgtoeslag, huurtoeslag op grond van de Wet op de huurtoeslag, of kindgebonden budget op grond van de Wet op het kindgebonden budget, kan de Minister hiervoor een aanvullende tegemoetkoming verstrekken.

Artikel 11. Intrekking

  • 1 De Minister kan een besluit tot toekenning van een tegemoetkoming intrekken indien:

    • a. de aanvrager of aanvragers aan wie een tegemoetkoming is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft of hebben verschaft, waardoor een tegemoetkoming ten onrechte is toegekend;

    • b. het besluit tot toekenning van een tegemoetkoming anderszins onjuist was en de aanvrager of aanvragers dat wist of wisten, dan wel behoorde of behoorden te weten.

  • 2 De Minister vordert een bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.

Artikel 13

De Beleidsregel tegemoetkoming Q-koorts wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze beleidsregel van toepassing blijft op tegemoetkomingen die op grond van deze beleidsregel zijn toegekend.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

B.J. Bruins

Naar boven