Instellingsbesluit Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden

[Regeling vervallen per 01-04-2021.]
Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 12-09-2020 t/m 31-03-2021

Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 18 april 2019, nr. 2569840, houdende instelling van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden (Instellingsbesluit Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden)

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

  • b. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 Er is een Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden.

  • 2 De commissie heeft tot taak onderzoek te doen naar:

    • a. de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid met betrekking tot interlandelijke adoptie van kinderen in tenminste de periode 1967–1998;

    • b. het bestaan van mogelijke misstanden met betrekking tot interlandelijke adoptie van kinderen in tenminste de periode 1967–1998 waarbij in ieder geval als startpunt de landen Bangladesh, Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka worden onderzocht;

    • c. bekendheid bij de Nederlandse overheid van mogelijke misstanden als bedoeld onder b;

    • d. de betrokkenheid van de Nederlandse overheid bij mogelijke misstanden als bedoeld onder b;

    • e. de bekendheid bij Nederlandse bemiddelende partijen of andere instanties/particulieren met mogelijke misstanden als bedoeld onder b;

    • f. de betrokkenheid van Nederlandse bemiddelende partijen of andere instanties/particulieren bij mogelijke misstanden als bedoeld onder b;

    • g. de mate waarin mogelijke betrokkenheid als bedoeld onder d en f. incidenteel of structureel van aard was;

    • h. de wijze waarop de Nederlandse overheid op signalen van mogelijke misstanden als bedoeld onder b. heeft gereageerd; en

    • i. of de wijze van reageren adequaat/toereikend is geweest, in het licht van de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid als bedoeld onder a.

  • 3 De commissie is bevoegd gedurende het onderzoek aanvullende vragen te formuleren en deze te onderzoeken en beantwoorden, indien zij dat dienstig acht aan de opdracht zoals neergelegd in lid 2 van dit artikel.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming, ontslag

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

  • 2 De voorzitter en de leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3 De voorzitter wordt door de Minister benoemd, de andere leden worden op voordracht van de voorzitter door de Minister benoemd.

  • 4 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 5 Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister op voordracht van de voorzitter onderscheidenlijk de resterende leden een ander lid dan wel een andere voorzitter benoemen.

  • 6 De voorzitter en overige leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de Minister.

Artikel 4. Instellingsduur

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 mei 2019 en wordt opgeheven per 1 april 2021.

  • 2 De Minister beslist over de eventuele verlenging van de termijn bedoeld in het eerste lid en brengt de commissie daarvan schriftelijk op de hoogte.

Artikel 5. Leden

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

Met ingang van 1 mei 2019 wordt tot 1 april 2021 tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de heer mr. T.H.J. (Tjibbe) Joustra, tevens voorzitter;

  • b. mevrouw prof dr. B.A. (Beatrice) de Graaf;

  • c de heer mr. G.H.J (Bert-Jan) Houtzagers.

Artikel 6. Secretariaat

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De commissie wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2 De commissie voorziet zelf in haar secretariaat.

  • 3 De Minister draagt, op verzoek van de voorzitter, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de commissie.

  • 4 Het secretariaat is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

  • 5 Aan het secretariaat kunnen medewerkers worden toegevoegd.

  • 6 De secretaris en de medewerkers van het secretariaat zijn geen lid van de commissie.

Artikel 7. Werkwijze

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De commissie en Onze Minister leggen in een protocol vast op welke wijze informatie wordt verstrekt en de vertrouwelijkheid daarvan wordt geborgd, op welke wijze personen worden gehoord en daarvan verslag wordt gedaan en hoe in het kader van hoor en wederhoor, bevindingen worden voorgelegd aan personen of instanties die door deze bevindingen worden geraakt of die daartegen bedenkingen zouden kunnen hebben.

  • 2 De voorzitter van de commissie ondertekent het protocol namens de commissie.

  • 3 De commissie verantwoordt haar werkwijze in het eindrapport.

  • 4 De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 8. Inwinnen van inlichtingen

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2 het Ministerie van Justitie en Veiligheid verleent de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij nodig heeft met inachtneming van het in artikel 7 bedoelde protocol.

  • 3 Ambtenaren van het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn verplicht om de leden van de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

  • 4 De commissie zal zich over de aan haar geboden medewerking verantwoorden in haar eindrapport.

Artikel 9. Vergoeding

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

De voorzitter en de andere leden voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen een vaste vergoeding per maand, gebaseerd op salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor voor de voorzitter is 12/36 en voor de andere leden 8/36.

Artikel 10. Kosten van de commissie

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde kostenraming, voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen, huisvesting en voor secretariële ondersteuning,

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en

    • c. de kosten voor oplevering van het rapport.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de Minister aan.

  • 3 De commissie voert een eigen financiële administratie en levert een financieel overzicht op.

  • 4 De commissie laat een accountantscontrole uitvoeren over het financieel overzicht.

Artikel 11. Huisvesting

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

De commissie verricht haar werkzaamheden op een locatie buiten het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 12. Rapport

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 De commissie brengt vóór 1 april 2021 haar eindrapport uit aan de Minister.

  • 2 Indien de commissie daartoe aanleiding ziet in de bevindingen van het onderzoek, doet zij tussentijds verslag aan de Minister.

  • 3 Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de commissie in de weg staan aan het tijdig uitbrengen van het rapport, dan stelt zij de Minister daarvan onverwijld op de hoogte.

  • 4 De Minister beslist over de eventuele verlenging van de termijn bedoeld in het eerste lid en brengt de commissie daarvan schriftelijk op de hoogte.

Artikel 13. Openbaarmaking

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 14. Archiefbescheiden

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 Het archief van de onderzoekscommissie wordt na afloop van het onderzoek overgebracht naar het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

  • 2 Het beheer vindt plaats met inachtneming van de door de onderzoekscommissie in haar protocol aangegeven vertrouwelijkheid, waarover de onderzoekscommissie nadere afspraken met het Ministerie van Justitie en Veiligheid maakt.

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2019

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 april 2021.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-04-2021]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Naar boven