Instellingsbesluit Adviescommissie beoordeling normaal maatschappelijk risico in het kader van het verbod op laagcalorisch gas

Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-09-2019 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 18 april 2019, nr. WJZ/19092392, tot instelling van de Adviescommissie beoordeling normaal maatschappelijk risico in het kader van het verbod op laagcalorisch gas (Instellingsbesluit Adviescommissie beoordeling normaal maatschappelijk risico in het kader van het verbod op laagcalorisch gas)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • b. adviescommissie: Adviescommissie beoordeling normaal maatschappelijk risico in het kader van het verbod op laagcalorisch gas;

  • c. wetsvoorstel: wetsvoorstel tot wijziging van de Gaswet betreffende een verbod op laagcalorisch gas voor de grootste afnemers, zoals dat op 19 maart 2019 voor consultatie is gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl;

  • d. afnemer: afnemer waarop het verbod op laagcalorisch gas van toepassing is;

  • e. verbod op laagcalorisch gas: verbod als bedoeld in artikel I, onderdeel D, van het wetsvoorstel opgenomen in artikel 10f, eerste lid.

Artikel 2

  • 1 Er is een Adviescommissie beoordeling normaal maatschappelijk risico in het kader van het verbod op laagcalorisch gas.

  • 2 De adviescommissie heeft tot taak om de minister te adviseren, in het kader van zijn bevoegdheid opgenomen in het wetsvoorstel, om op verzoek een vergoeding toe te kennen aan een afnemer indien het verbod op laagcalorisch gas schade voor die afnemer veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die de afnemer in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. De adviescommissie adviseert de minister over de wijze waarop het beste invulling kan worden gegeven aan het normaal maatschappelijk risico, gegeven de context van het verbod op laagcalorisch gas en de aard en omvang van de door het verbod op laagcalorisch gas getroffen afnemers.

  • 3 De adviescommissie adviseert in elk geval, op basis van een gemotiveerde analyse:

    • a. over de methode om het normaal maatschappelijk risico vast te stellen;

    • b. wat in het onderhavige geval als een redelijk normaal maatschappelijk risico kan worden aangemerkt;

    • c. op basis van welke bedrijfseconomische waarde of waarden wordt vastgesteld of de schade die de afnemer verzoekt te vergoeden het normaal maatschappelijk risico overstijgt en, voor zover het gaat om meerdere onderscheiden bedrijfseconomische waarden, hoe deze waarden zich onderling verhouden bij de hiervoor bedoelde vaststelling; en

    • d. voor zover sprake is van aan de afnemer gelieerde ondernemingen, in hoeverre bij de vaststelling, als bedoeld in onderdeel c, tevens de bedrijfseconomische waarden van die gelieerde ondernemingen moeten worden betrokken.

Artikel 3

  • 1 De adviescommissie brengt uiterlijk binnen vier maanden, nadat de voorzitter en andere leden van de adviescommissie in een separaat benoemingsbesluit zijn benoemd, haar schriftelijke advies uit aan de minister.

  • 2 De minister kan deze termijn verlengen.

  • 3 Na het uitbrengen van het advies wordt de adviescommissie opgeheven.

Artikel 4

  • 1 De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3 De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 4 De voorzitter of een van de andere leden van de adviescommissie heeft geen directe of indirecte betrokkenheid bij het onderwerp van de adviesaanvraag. Indien in een voorkomend geval uit feiten en of omstandigheden blijkt dat de voorzitter of een van de andere leden van de adviescommissie toch zelf direct of indirect betrokkenheid heeft bij de adviesaanvraag dan zullen zij zich onverwijld laten vervangen door hun plaatsvervanger en zich weerhouden van enige bemoeienis ten aanzien van de adviesaanvraag.

Artikel 5

  • 1 Gastdeskundigen worden door de minister benoemd. Gastdeskundigen kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 2 De minister kan een waarnemer aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de adviescommissie bij te wonen.

Artikel 6

  • 1 De adviescommissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De minister voorziet in het secretariaat van de adviescommissie.

  • 3 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de adviescommissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de adviescommissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4 De adviescommissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie beoordeling normaal maatschappelijk risico in het kader van het verbod op laagcalorisch gas.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 18 april 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Naar boven