Besluit van 8 februari 2019 tot wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft,
het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft en het Besluit Gedragstoezicht
financiële ondernemingen Wft ter implementatie van richtlijn 2015/2366/EU van het
Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betaaldiensten in de
interne markt, houdende wijzing van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU
en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG
(PbEU 2015, L 337) (Implementatiebesluit herziene richtlijn betaaldiensten)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 7 december 2018, 2018-00000185850,
directie Financiële Markten;
Gelet op de artikelen 1:5a, derde lid, 1:81, tweede lid, 2:3b, tweede lid, 2:3c, eerste lid, 2:106a, eerste lid, 2:107a, derde lid, 3:17, tweede en zevende lid, 3:18, derde lid, 3:29c, vierde lid, 3:57, tweede lid, 3:111b, eerste lid, 4:17, derde lid en 4:22, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 januari 2019,
nr. W06.18.0400/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 7 februari 2019, 2019-0000020316,
directie Financiële Markten;
Hebben goedgevonden en verstaan: