Terugwerkende kracht
Voor
dit
onderdeel
is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Een doorlopende post is een betaling aan een derde die door de belastingplichtige
wordt gedaan in naam en voor rekening van zijn opdrachtgever. Een doorlopende post
behoort niet tot de vergoeding voor de levering of dienst verricht door de belastingplichtige.
De betaling door de belastingplichtige aan een derde berust op een rechtstreekse rechtsverhouding
tussen de derde en de opdrachtgever.
Voorbeelden van situaties waar sprake is van doorlopende posten zijn:
-
– overdrachtsbelasting die in naam en voor rekening van de koper van de onroerende zaak
wordt betaald;
-
– btw die bij invoer in naam en voor rekening van de importeur wordt betaald door de
douane-expediteur;
-
– bpm die door de dealer wordt betaald bij registratie van de auto in naam en voor rekening
van de koper van de auto;
-
– griffierechten (inclusief uitgaven voor legalisaties en apostilles) die in naam en
voor rekening van de procespartij worden betaald;
-
– leges voor de toetsing van aangegane of gewijzigde pachtovereenkomsten door de Grondkamer
die in naam en voor rekening van een derde worden betaald;
-
– rechten voor het deponeren en muteren van registraties van merken door het Benelux-Bureau
voor de Intellectuele Eigendom die in naam en voor rekening van een derde worden betaald;
-
– in Nederland gemaakte kosten voor de levering van energie voor landvoertuigen door
de exploitant van het station die door de uitgever van een tankpas worden betaald
in naam en voor rekening van de tankpashouder. Deze kosten moeten in dat geval individualiseerbaar
zijn, bijvoorbeeld op basis van de kaartnummers en -registraties.
Voorbeelden van een situatie waarin geen sprake is van een doorlopende post, maar
waar de kosten deel uitmaken van de vergoeding voor de door de belastingplichtige
verrichte prestaties, zijn:
-
– de bpm die een importeur op eigen naam en voor eigen rekening verschuldigd is bij
registratie van de auto; en
-
– de kosten van bezorging van goederen bij de klant, wanneer de bezorging voor rekening
en risico van de verkoper is.
In de praktijk doen zich ook situaties voor waarin een belastingplichtige betalingen
verricht die voortvloeien uit een rechtsbetrekking tussen zijn opdrachtgever en een
derde en waarbij over die kosten btw in rekening is gebracht. De belastingplichtige
mag de op die kosten drukkende btw niet als voorbelasting in aftrek brengen als het
doorlopende posten zijn. Niet hij maar de opdrachtgever is dan immers de afnemer van
de prestatie. In de praktijk worden dergelijke doorlopende posten (inclusief de in
rekening gebrachte btw) echter soms door de belastingplichtige behandeld als eigen
ingekochte prestaties. De bedragen van die kosten en de daarop betrekking hebbende
btw brengt de belastingplichtige voor dezelfde bedragen weer aan zijn opdrachtgever
in rekening. Voor de toepassing van de btw wordt door deze behandeling eenzelfde resultaat
behaald als bij rechtstreekse toerekening van de kosten aan de opdrachtgever, namelijk
een btw-heffing bij de werkelijke afnemer van de prestatie tegen eenzelfde bedrag
aan btw. Daarom keur ik met toepassing van artikel 63 AWR het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat een belastingplichtige de in naam en
voor rekening van een opdrachtgever betaalde kosten als zijn eigen kosten aanmerkt
en de daarover aan hem berekende btw als voorbelasting in aftrek brengt.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
-
– de belastingplichtige berekent de kosten voor hetzelfde bedrag en onder hetzelfde
btw-regime door aan zijn opdrachtgever en voldoet de hierover verschuldigde btw op
aangifte;
-
– de belastingplichtige vermeldt de kosten afzonderlijk op de factuur aan de opdrachtgever;
en
-
– de belastingplichtige rekent het bedrag van deze kosten niet mee bij de vaststelling
van zijn recht van aftrek op zijn algemene kosten.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2020, 62745, datum inwerkingtreding 28-11-2020, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
In onderdeel 4.1 wordt na het zevende gedachtestreepje ingevoegd:
Het komt voor dat voor nieuwe, voor de verkoop bestemde motorrijtuigen het belastbare
feit voor de heffing van bpm plaatsvindt op een tijdstip dat de uiteindelijke koper
van het motorrijtuig nog onbekend is. De bpm is dan verschuldigd in naam en voor rekening
van dealers of handelaren. In een dergelijk geval vormt dit bedrag aan bpm bij de
latere levering van dit motorrijtuig door die dealer/handelaar geen doorlopende post
en is bij deze latere levering btw verschuldigd over de bpm die aan de koper wordt
doorberekend. Dit acht ik onwenselijk omdat daardoor een ongelijk speelveld ontstaat
met de levering van nieuwe auto’s die direct in naam en voor rekening van de koper
worden geregistreerd, met auto’s die via parallelimport worden geleverd en de levering
van gebruikte auto's. Om die reden keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat bij de levering door dealers/handelaren van nieuwe personenauto’s,
motorrijwielen en bestelauto’s in de zin van de Wet op de belasting van personenauto’s
en motorrijwielen 1992, waarvan verschuldigdheid van de bpm reeds in naam en voor
rekening van die dealers/handelaren is ontstaan, dit bpmbedrag voor de btw buiten
de maatstaf van heffing blijft.
Deze goedkeuring werkt terug tot en met 1 januari 2015.