Besluit vaststelling bedragen per eenheid uitkering gemeentefonds uitkeringsjaar 2016

[Regeling materieel uitgewerkt per 20-06-2020.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 30-04-2024.
Geldend van 20-06-2018 t/m heden

Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2016

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

handelende in overeenstemming met de staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2016 worden de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

namens deze,

R.R. ter Kuile

Directeur Bestuur en Financiën

Bijlage 1. de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2016 (bijlage bij artikel 1)

Nr.

Maatstaven

Bedragen in €

1

OZB woningen eigenaren

–0,1139%

1a

OZB niet-woningen eigenaren

–0,1546%

1b

OZB niet-woningen gebruikers

–0,1246%

2

Inwoners

154,58

3

Eenouderhuishoudens

208,30

3a

Eenpersoonshuishoudens

21,05

4

Jongeren

242,58

4a

Extra groei jongeren

256,36

5

Ouderen

81,12

5a

Inwoners 75 tot 85 jaar

26,78

6

a: Inwoners waddengemeenten t/m 2500

188,85

 

b: Inwoners waddengemeenten van 2501 t/m 7500

147,30

 

c: Inwoners waddengemeenten vanaf 7501

33,22

7

Huishoudens met een laag inkomen

44,08

7a

Huishoudens met een laag inkomen met drempel

456,11

7b

Huishoudens

90,74

8

Bijstand

2.085,74

8a

Loonkostensubsidie

1.900,77

11

Uitkeringsontvangers

85,69

12

Minderheden

320,53

12a

Minderheden met drempel

325,71

13

Klantenpotentieel lokaal

39,19

14

Klantenpotentieel regionaal

22,13

15

Leerlingen voortgezet onderwijs

370,50

15a

Leerlingen speciale school voor basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

230,78

15b

Extra groei leerlingen voortgezet onderwijs

220,56

15c

Achterstandsleerlingen met drempel

2.312,25

16

Land

41,01

18

Land * bodemfactor gemeente

26,19

19

Binnenwater

37,19

20

Buitenwater

22,93

21

Oppervlak bebouwing

594,34

22

Oppervlak bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern

3.080,12

22a

Oppervlakbebouwing woonkern

1.139,69

23

Oppervlak bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied

1.520,38

23a

Oppervlak bebouwing buitengebied

958,59

24

Woonruimten

59,68

25

Woonruimten * bodemfactor woonkern

50,70

27

a: Historische kernen <= 40 hectare

3.183,92

 

b: Historische kernen 41-64 hectare

6.899,37

 

c: Historische kernen >= 65 hectare

15.030,42

28

Historische waterweg

15,54

29

Bewoonde oorden 1930

31,31

30

Woningen 1930 in bewoonde oorden

85,74

31

a: ISV, onderdeel a

12.328.880,91

 

b: ISV, onderdeel b

7.566.718,34

32

Omgevingsadressendichtheid

74,24

32a

Omgevingsadressendichtheid met drempel

23,67

34

Oeverlengte * bodemfactor gemeente

11,70

35

Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor

5,81

36

Meerkernigheid

9.063,77

36a

Grote woonkernen

55.518,40

37

Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied

14.833,11

38

Bedrijven

77,46

38a

Belastingcapaciteit niet-woningen (in miljoenen)

380,60

39

Vast bedrag iedere gemeente

236.418,34

40

Vast bedrag Amsterdam

111.429.345,46

41

Vast bedrag Rotterdam

63.326.634,25

42

Vast bedrag Den Haag

49.085.717,12

43

Vast bedrag Utrecht

31.416.882,26

44

Vast bedrag Waddengemeenten

150.164,11

44a

Vast bedrag Baarle-Nassau

236.418,34

45

Herindelingsmaatstaf

1,00

45a

Herindelingsmaatstaf bij splitsing van een gemeente

1,00

Naar boven