Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet 2017

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 16-06-2019 t/m 13-10-2021

Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet 2017

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 37b, tweede, derde en zesde lid, van de Spoorwegwet en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

Een wijziging als bedoeld in bijlage 1, is geen vernieuwing of verbetering waarvoor een informatiedossier als bedoeld in artikel 37b, tweede lid, van de Spoorwegwet, hoeft te worden ingediend, tenzij het tevens een wijziging als bedoeld in bijlage 2 betreft.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

  • 1 Met betrekking tot verbeteringen of vernieuwingen waarvan de aanvrager weet of verwacht dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat een nieuwe vergunning voor indienststelling als bedoeld in artikel 37b, derde lid, van de Spoorwegwet, respectievelijk een nieuwe aanvullende vergunning voor indienststelling als bedoeld in artikel 37b, zesde lid, van de Spoorwegwet, zal eisen, kan de aanvrager beslissen direct een vergunning aan te vragen. De voor de beoordeling van deze vergunning in te dienen informatie geldt als informatiedossier als bedoeld in artikel 37b, tweede lid, van de Spoorwegwet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

De Beleidsregel vernieuwingen en verbeteringen spoorvoertuigen Spoorwegwet van 14 juli 2014 (Stcrt. 2014, 20650) wordt ingetrokken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst

Artikel 5

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet 2017.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Namens deze,

De inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport,

J.A. van den Bos

Bijlage 1. behorende bij artikel 1

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

Gevallen waarvoor geen informatiedossier hoeft te worden ingediend:

  • 1. Standaard onderhoud, waarbij onderdelen één op één worden uitgewisseld;

  • 2. Vervanging van onderdelen door een onderdeel met gelijke functionaliteit en eigenschappen. Het nieuwe onderdeel moet voorzien zijn van een EG-keuringsverklaring van de leverancier ten aanzien van de van toepassing zijnde TSI’s. Het nieuwe onderdeel dient dezelfde interfaces en raakvlakken te hebben met andere componenten in het spoorvoertuig als het te vervangen onderdeel. Met name voeding, overspanningsbeveiliging en EMC eigenschappen zijn hierbij relevant. Aantallen mogen niet wijzigen;

  • 3. Wijzigingen in de software of firmware van diagnose systemen. Diagnose systemen bieden informatieverzameling ten behoeve van de machinist of de storingsherstelling door de werkplaats, op basis waarvan deze een niet veiligheidsrelevante beslissing neemt;

  • 4. Wijzigingen in de software of firmware van klimaat of CCTV (Closed-Circuit Television) systemen;

  • 5. Het aanbrengen, verwijderen, wijzigen van bedrading of bekabeling, inclusief connectoren en klemmenstroken, die niet leiden tot functionele wijzigingen;

  • 6. Het isoleren van leidingen en pijpen (pneumatiek of airconditioning);

  • 7. Wijziging van de buitenbeschildering, bestickering of grafiek, waarbij de kleurstelling van de buitendeuren ten behoeve van reizigers en hun directe omgeving op de bakwand (50 cm om een deur) niet wordt gewijzigd;

  • 8. Het aanbrengen of wijzigingen van transfers (bijvoorbeeld stickers met aanduidingen als: eerste klas, toilet, etc.);

  • 9. Wijzigingen in de software of de content van het reizigersinformatiesysteem;

  • 10. Wijzigen van de hoeveelheid koelvloeistof in airco installatie;

  • 11. Wijzigingen, waarvoor door een erkende keuringsinstantie (of Gutachter) een verklaring van non-regressie voor de compatibiliteit met de Nederlandse hoofdspoorweginfrastructuur is afgegeven, voor zover het interoperabele spoorvoertuigen met buitenlandse landcode betreft, waarvoor reeds een vergunning voor inzet op de Nederlandse hoofdspoorweginfrastructuur is afgegeven;

  • 12. Aanbrengen of verwijderen van een Tag (treinidentificatie) op een spoorvoertuig;

  • 13. Twee treinstellen, ieder bestaand uit 2 rijtuigen, die geherconfigureerd moeten worden als gevolg van bijvoorbeeld een ongeluk. In dit geval kan het mogelijk zijn 1 nieuw treinstel te vormen uit 2 rijtuigen van verschillende treinstellen. De rijtuigen houden de Europese Voertuig Nummers en er is geen nieuwe vergunning vereist. Wel moet het onderhoudsschema van het resulterende treinstel worden aangepast;

  • 14. Vervanging van een component van een elektrische tractie motor (zoals een lager), door een betrouwbaardere variant;

  • 15. Vervanging van de hoofd lucht compressor door een betrouwbaardere variant met het zelfde gewicht, afmetingen, bevestiging en brandwerendheid (aangetoond met EN 45545-2 certificaat) als de bestaande.

Wijzigingen zoals hierboven beschreven, worden beoordeeld door degene die een wijziging aanbesteedt. Deze moet zelf beoordelen (aan de hand van het Veiligheidsbeheersysteem) of nadere analyse door keuringsinstantie noodzakelijk is. De wijzigingen moeten worden gedocumenteerd en op verzoek beschikbaar zijn voor de Minister.

Voor alle wijzigingen geldt dat na de wijziging moet worden voldaan aan van toepassing zijnde wettelijke eisen (TSI’s en nationale regelgeving).

Bijlage 2. behorende bij artikel 1

[Regeling vervallen per 14-10-2021 met terugwerkende kracht tot en met 16-06-2019]

In de volgende gevallen moet in elk geval een informatiedossier worden ingediend (deze gevallen zullen veelal leiden tot een (nieuwe) vergunning voor indienststelling):

  • 1. Alle wijzigingen die invloed kunnen hebben op de (passieve) veiligheid;

  • 2. Alle wijzigingen die invloed kunnen hebben op de infracompatibiliteit;

  • 3. Alle wijzigingen die invloed kunnen hebben op de werkbelasting en mogelijke afleiding van de machinist;

  • 4. Wijzigingen die gevolgen hebben voor de fundamentele ontwerpkenmerken1 van het systeem.

  • 5. Als een of meer type gegevens in de lijst van ERATV moeten worden herzien.

Voorbeelden:

  • Toevoegingen of wijzigingen aan ICT-hulpmiddelen in de cabine voor de machinist;

  • Wijziging in de functionaliteit van de treinbeïnvloeding (klasse A en B systemen);

  • Wijziging in de detectie-eigenschappen;

  • Wijziging van de EMC en het stoorstroomgedrag;

  • Wijziging in het stoorstroomdetectiesysteem of de instelling daarvan;

  • Wijziging aan de reminstallatie (inclusief remblokken, -voeringen of -schijven e.d.);

  • Wijziging van het wielprofiel, wieldiameter of wijziging van de equivalente coniciteit;

  • Wijziging van de soort of het type stootbuffers;

  • Wijziging in de besturing of installatie van de tractie;

  • Wijziging in hoofd- en hulpverbruikers die invloed hebben op het stoorstroomgedrag van het materieel, met uitzondering van voertuigen met dieselhydraulische of dieselelektrische tractie;

  • Wijziging aan de stroomafnemer of schuitje of koolsleepstukken;

  • Wijziging van wiel(stel) of draaistel of luchtvering of hoogteregeling of lastafhankelijke remming;

  • Wijziging van de besturing of vergrendeling van de passagiersdeuren;

  • (cumulatieve) wijziging van de ontwerpmassa van het type > 500 kg;

  • Vervanging van tractiemotoren door tractiemotoren met andere tractie curvesvermogen, gewicht of afmetingen;

  • Vervanging van de hoofd luchtcompressor door een nieuwe met een ander gewicht of afmetingen of die wordt geplaatst in een ander deel van het spoorvoertuig;

  • Herontwerp interieur om te voldoen aan de TSI-PRM2 (toiletten, carrosserie en deuren aangepast om toegangsniveau aan te passen);

  • Installatie van aanvullende apparatuur zoals HVAC, reizigersinformatiesystemen;

  • Een gewijzigde bestuurdersstoel.

  1. In elke TSI zijn de fundamentele ontwerpkenmerken aangegeven. Fundamentele ontwerpkenmerken staan ook in Bijlage II bij het ERATV-Besluit 2011/665/EU. Let op: in Bijlage II bij het ERATV-Besluit 2011/665/EU is per parameter en per voertuigcategorie aangegeven of de parameter wel of niet vereist is. ^ [1]
  2. De technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit. ^ [2]
Naar boven