Inleiding
Voor de voordelen die deelnemers ontvangen uit de projecten die gericht zijn op hinderbeperking
tijdens grootschalige wegwerkzaamheden bestaat een fiscale vrijstelling, welke is
vastgelegd in artikel 3.13, eerste lid, onderdeel i, van de Wet inkomstenbelasting 2001. Met dat artikel zijn voordelen uit projecten vrijgesteld die:
-
1. zijn gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden;
-
2. voldoen aan de door de Minister van Financiën in overeenstemming met Minister van
Infrastructuur en Waterstaat bij ministeriële regeling gestelde voorwaarden; en
-
3. door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat zijn aangewezen en bekendgemaakt
in de Staatscourant.
Hiermee zijn de voordelen uit de projecten die door het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat zijn aangewezen en bekendgemaakt aan de deelnemers van die projecten
vrijgesteld voor de belastingheffing in de inkomstenbelasting. In de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (URIB 2001) zijn hieraan de volgende voorwaarden gesteld:
-
• deelnemers kunnen ten hoogste één periode van twaalf maanden deelnemen aan het project;
-
• de beloningen die een deelnemer kan krijgen uit het project hebben een gezamenlijke
waarde van ten hoogste € 200 per maand en € 1.200 per deelnameperiode.
Daarnaast wordt invulling gegeven aan de motie TK 29 398 nr. 519. Met de aangenomen
motie is de direct uit te keren geldelijke beloning aan een deelnemer gemaximeerd
tot drie maanden. Wel is het mogelijk om aanvullend op de periode van drie maanden
met een geldelijk beloning, gedurende maximaal negen maanden een andere vorm van niet-geldelijke
beloningen te verstrekken. Dit in lijn met de totale maximale deelnameperiode van
12 maanden conform de URIB 2001, artikel 6a.
Dit document bevat kaders die het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan
projecten stelt om in aanmerking te kunnen komen voor de hiervoor onder punt 3 genoemde
aanwijzing.
Doel van de vrijstelling
De vrijstelling is vanwege doelmatigheidsredenen voorgesteld. Het bij de deelnemers
belasten van het verschil tussen de ontvangen vergoeding uit in verband met de deelname
aan een dergelijk project en de kosten die daarbij worden gemaakt, (bijvoorbeeld extra
brandstof in verband met omrijden, kosten voor thuiswerken etc.) zal – in verhouding
tot het fiscale belang – leiden tot hoge administratieve lasten bij de deelnemer aan
het project en tot uitvoeringslasten bij de Belastingdienst. Door de voordelen die
deelnemers van deze projecten genieten fiscaal vrij te stellen hoeven zij deze inkomsten,
die normaliter als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) worden aangemerkt, niet
in hun aangifte inkomstenbelasting op te nemen.
Voor welke voordelen wordt vrijstelling verleend?
Op basis van dit beleidskader worden projecten als bedoeld in artikel 3.13 van de Wet inkomstenbelasting 2001 aangewezen. Deelnemers aan dergelijke aangewezen projecten hoeven over de voordelen
die zij genieten uit deze projecten, gericht zijn op hinderbeperking tijdens grootschalige
wegwerkzaamheden, geen belasting te betalen. Bij de voordelen die verstrekt worden
bij deelname aan de aangewezen projecten, moet gedacht worden aan:
-
• Geldelijke beloningen, uitgekeerd op de bankrekening.
-
• Niet-geldelijke beloningen. Daarbij kan gedacht worden aan beloningen in de vorm van
cadeaus, gespecificeerde tegoedbonnen, en spaarpuntsystemen die inwisselbaar zijn
voor webshopartikelen die een financiële waarde vertegenwoordigen.
-
• Vergoedingen voor alternatief vervoer, denk hierbij aan OV-budget of -kaarten.
De beloningen die deelnemers ontvangen mogen in geen geval direct noch indirect door
de werkgever van de deelnemer worden bekostigd. Indien werkgevers (deels) deze voordelen
bekostigen dan is sprake van loon uit dienstbetrekking. Daarvoor geldt deze fiscale
vrijstelling niet. Tevens relevant voor werkgevers is dat onder voorwaarden de werkkostenregeling
van toepassing kan zijn.
Voor welke doelgroepen?
De aanwijzing is bedoeld voor projecten van overheden of projecten van derden in opdracht
van overheden (bijvoorbeeld aannemers) die maatregelen treffen om hinderbeperking
te realiseren tijdens grootschalige wegwerkzaamheden. Hierbij valt te denken aan het
belonen van weggebruikers die de hinderlocaties weten te mijden of weggebruikers die
bereid zijn (tijdelijk) met andere modaliteiten te gaan reizen of thuis te gaan werken.
Het voordeel dat deze groep weggebruikers tijdelijk geniet, kan onder de voorwaarden
van dit beleidskader en van de voorwaarden opgenomen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de URIB 2001 vrijgesteld worden van inkomstenbelasting.
Welke projecten komen voor vrijstelling in aanmerking?
Alleen projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden
komen in aanmerking voor vrijstelling. ‘Grootschalig’ wordt als volgt getypeerd:
-
• De betreffende wegwerkzaamheden zijn onderdeel van het RVM-netwerk.
-
• Wegwerkzaamheden van Rijkswaterstaat hebben minimaal een hinderklasse 3 of hindercategorie
A. Deze hinderklasse en -categorieën zijn gebaseerd op de hindercategoriematrix uit
de Werkwijzers Minder Hinder (zie: https://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/zakendoen-met-rijkswaterstaat/werkwijzen/werkwijze-in-gww/communicatie-bij-werkzaamheden/werkwijzers-minder-hinder.aspx).
-
• Wegwerkzaamheden van overige wegbeheerders moeten leiden tot een minimale vertraging
van 20 minuten extra reistijd ten opzichte van de situatie waarin er geen wegwerkzaamheden
plaatsvinden of moeten meer dan 50.000 dagelijkse gehinderde weggebruikers betreffen.
Welke voorwaarden worden gesteld aan de aanwijzing?
Het verzoek om aangewezen te worden moet ten minste de volgende onderdelen bevatten:
-
• Een bevestiging dat:
-
○ deelnemers ten hoogste één periode van twaalf maanden kunnen deelnemen aan het project;
-
○ de beloningen die een deelnemer kan ontvangen uit het project een gezamenlijke waarde
hebben van ten hoogste € 200 per maand en € 1.200 per deelnameperiode.
-
○ de geldelijke beloningen of waardebonnen niet langer dan drie maanden per deelnemer
worden uitgekeerd.
-
• Een omschrijving van de wegwerkzaamheden waaraan het project gekoppeld is, inclusief
een planning, een onderbouwing van de verwachte verkeershinder en een inschatting
van het aantal personen dat hinder ondervindt van de wegwerkzaamheden.
-
• Een inschatting van de duur van het project: start- en einddatum belonings- en/of
deelnameperiode.
-
• Een inschatting van de totale waarde van de beloningen/vergoedingen die verstrekt
worden. Bijvoorbeeld: het verwachte aantal beloningsdagen vermenigvuldigd met het
aantal mijdingen van de strekking waar de wegwerkzaamheden plaatsvinden per dag en
de uitgekeerde beloning per mijding.
Welke verplichtingen gelden er voor de verzoekers voorafgaand aan en na aanwijzing?
Voor projecten die worden aangewezen geldt dat:
-
• Tijdig in contact wordt getreden met het Ministerie van IenW op het hieronder vermelde
emailadres. Dit om te onderzoeken of aan alle eisen wordt voldaan en de planning af
te stemmen, bij het voornemen een projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige
wegwerkzaamheden op te zetten.
-
• de definitieve aanvraag niet eerder wordt ingediend dan 1 maand voorafgaand aan de
start van de aanbesteding van het betreffende project gericht op hinderbeperking tijdens
grootschalige wegwerkzaamheden. Dit om te voorkomen dat er te vroegtijdig een beslag
wordt gedaan op het budgettaire belang van een jaar, terwijl er nog veel kan wijzigen
in de planning van het project.
-
• de aanvraag tot aanwijzing informatie bevat over het project, t.b.v. een publicatie
in de Staatscourant waarin de volgende onderdelen worden opgenomen:
-
○ een korte omschrijving van het project.
-
○ een korte omschrijving van de te verwachten beloningen/vergoedingen aan deelnemers
(financiële waarde en vorm).
-
○ de duur van het project (verwachte start- en einddatum).
-
○ het verwacht aantal deelnemers, c.q. spitsmijdingen.
-
• deelnemers voorafgaand aan de start van hun deelname geïnformeerd zijn over:
-
○ het feit dat de genoten voordelen vrijgesteld zijn van inkomstenbelasting.
-
○ dat zij ten hoogste één periode van twaalf maanden kunnen deelnemen aan het project.
-
○ dat de geldelijke beloning maximaal drie maanden wordt uitgekeerd.
-
• indien de fiscale vrijstelling aan het eind van een kalenderjaar wordt beëindigd waar
dit niet was voorzien, deelnemers daarover per omgaande worden geïnformeerd.
-
• tenminste twee keer per jaar (1 mei en 1 november van het betreffende kalenderjaar)
een verantwoording per mail bij het Ministerie van IenW (vrijstellingsaanvraag@minienw.nl)
wordt aangeleverd die de volgende elementen bevat:
-
○ de verwachte looptijd van het uitkeren van beloningen/vergoeding.
-
○ een financiële terugblik (indien al van toepassing) op de waarde van de uitgekeerde
beloningen/vergoedingen aan deelnemers.
-
○ een financiële vooruitblik op de nog te verwachten waarde van uit te keren beloningen/vergoedingen
aan deelnemers.
Budgetplafond en aanwijzing
Het budgetplafond voor de aanwijzing van projecten gericht op hinderbeperking tijdens
grootschalige wegwerkzaamheden betreft een budgettair belang ter waarde van € 500.000,–
per jaar aan voor het Ministerie van Financiën gederfde belastinginkomsten. Dit belang
correspondeert met gemiddeld € 2.000.000,– aan uitgekeerde beloningen/vergoedingen
aan deelnemers.
Indien meer aanvragen worden ingediend dan het jaarlijkse plafond toelaat, worden
aanvragen die aan de gestelde voorwaarden voldoen, geselecteerd op volgorde van het
moment van indienen. De definitieve aanvragen die het eerste zijn binnengekomen en
binnen het budgetplafond passen, hebben voorrang op aanvragen die later zijn binnengekomen.
Het Ministerie van IenW draagt zorg voor het niet overschrijden van dit jaarlijkse
budgettaire belang door een deel van het budgettaire belang als reserve vast te houden
voor afwijkingen op de hieronder genoemde situaties, mede op basis van verkregen inzicht
in de toekomstig te verwachten projecten gericht op hinderbeperking.
De aanwijzing van een project voor vrijstelling wordt gegeven op basis van vooraf
verstrekte informatie, maar wel voor werkelijk verleende voordelen. Een vertegenwoordiger
van het project treedt zo snel als mogelijk met IenW in contact in verband met de
budgetconsequenties indien:
Zodra er sprake is van het bereiken van de reservezone van het budgettaire belang,
stopt het Ministerie van IenW in beginsel met het aan aanwijzen van projecten.
Projecten die geen vrijstelling genieten, zullen zelf hun deelnemers actief erop wijzen
dat zij de inkomstenbelasting over de beloningen/vergoedingen via hun aangifte inkomstenbelasting
moeten opgeven als ‘resultaat overige werkzaamheden’.
Vaststelling van de vrijstelling
Aanvragers krijgen schriftelijk bevestiging van IenW of het project wordt aan- of
afgewezen. Bij aanwijzing draagt IenW zorg voor de publicatie van het project in de
Staatscourant zodat belanghebbenden van de aanwijzing kennis kunnen nemen.
Indienen van de aanvraag en contact
De aanvraag moet per email worden ingediend bij vrijstellingsaanvraag@minienm.nl.
Op dit mailadres kunnen tevens vragen worden gesteld over dit beleidskader.
Handhaving/toezicht
In alle gevallen waarbij in ernstige mate wordt afgeweken van vooraf verstrekte informatie
dan wel de duur van het project, kan het Ministerie van IenW de aanwijzing intrekken
per kalenderjaar. Intrekken van de aanwijzing zal uitsluitend plaatsvinden per lopend
kalenderjaar (per 31 december). De reden hiervoor is de aangifte inkomstenbelasting
per kalenderjaar wordt opgegeven en het hiermee voor zowel de Belastingdienst als
voor deelnemers duidelijk is in welk kalenderjaar wel of geen vrijstelling geldt voor
de voordelen die deelnemers ontvangen uit de projecten die gericht zijn op hinderbeperking
tijdens grootschalige wegwerkzaamheden.
Projecten waarvan de aanwijzing tussentijds wordt ingetrokken, zullen zelf hun deelnemers
actief erop wijzen dat zij de inkomstenbelasting over de beloningen/vergoedingen via
hun aangifte inkomstenbelasting moeten opgeven als ‘resultaat overige werkzaamheden’.
Dit beleidskader treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant
waarin het wordt geplaatst.