Stcrt. 2019, 9630, datum inwerkingtreding 01-03-2019, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2018.
Het zevende en achtste lid zijn vernummerd tot resp. achtste en negende lid; het zevende
lid is nieuw toegevoegd.
1 De minister kan subsidie verstrekken aan zorgaanbieders voor het verlenen van medisch
noodzakelijke zorg aan een persoon, niet zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel
122a, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, die niet verzekerd is of waarvan de
verzekering niet is vast te stellen.
7 Een melding als bedoeld in het vijfde lid wordt verondersteld tijdig te zijn gedaan,
indien uit de verzekerdenadministratie, dan wel uit de administratie van de zorgaanbieder,
blijkt dat op de dag dat de zorg werd verleend, deze persoon verzekerd was, maar nadien
de ingangs- of einddatum van de desbetreffende verzekering op een andere datum is
vastgesteld en deze persoon achteraf niet verzekerd blijkt te zijn geweest op de dag
dat de zorg werd verleend.
8 Voor de melding wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt. De melding
wordt zo mogelijk elektronisch ingediend via het portaal www.meldpuntonverzekerdenzorg.nl.
9 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de zorgaanbieder met de Staat een overeenkomst
sluit waarbij de Staat hem belast met en hij zich verplicht tot het verrichten van
de dienst van algemeen economisch belang, bedoeld in artikel 4.