-
a. verzoeken van de raden van de orde aan de algemene raad goedkeuring te verlenen aan
een stageverkorting als bedoeld in artikel 9b, tweede lid, van de Advocatenwet;
-
b. de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 2.28, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
c. de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 3.16, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
d. verzoeken inzake vrijstelling deelname aan onderwijs beroepsopleiding advocaten als
bedoeld in artikel 3.18, eerste en vierde lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
e. de toepassing van de hardheidsclausule, bedoeld in artikel 3.19, negende lid, voor zover deze ziet op artikel 3.19, zesde lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
f. verzoeken inzake vrijstelling afleggen van toetsen beroepsopleiding advocaten als
bedoeld in artikel 3.20, eerste en tweede lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
g. verzoeken inzake toelating tot toetsen beroepsopleiding advocaten als bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
h. opleggen van alternatieve maatregelen als bedoeld in artikel 9.1, tweede lid, van de Verordening op de advocatuur zulks ter afronding van de beroepsopleiding ingevolge de Stageverordening 2005;
-
i. de vaststelling van andere opleidingsmaatregelen dan bedoeld in artikel 11 van de Stageverordening 2005 ingevolge artikel 9.1, derde lid, van de Verordening op de advocatuur;
-
j. onderzoeken naar het afsluitend examen en de verworven beroepservaring en het eisen
van een proeve van bekwaamheid of aanvullende examens, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Advocatenwet;
-
k. verzoeken tot erkenning van een beroepskwalificatie als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties advocatuur;
-
l. de kennisgeving, bedoeld in artikel 8c, zesde lid, van de Advocatenwet, inzake schrapping van het tableau na drie jaar voorwaardelijk als advocaat ingeschreven
te hebben gestaan;
-
m. verzoeken, bedoeld in artikel 9j, zesde lid, van de Advocatenwet, inzake vrijstelling van het vereiste dat een advocaat bij de Hoge Raad onvoorwaardelijk
is ingeschreven op het tableau;
-
n. verzoeken inzake ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie
kantoor te houden vanwege vestiging buiten Nederland als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet;
-
o. verzoeken inzake ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie
kantoor te houden vanwege detachering als bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de Advocatenwet;
-
p. verzoeken tot openbaarmaking van informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur;
-
q. verzoeken tot erkenning als opleidingsinstelling als bedoeld in de artikelen 16, eerste
lid, en 17, eerste en tweede lid, van de Regeling op de advocatuur;
-
r. de intrekking van de erkenning als opleidingsinstelling, bedoeld in artikel 19 van
de Regeling op de advocatuur;
-
s. het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom, bedoeld in artikel 4.17 van de Algemene wet bestuursrecht;
-
t. klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van klachten die betrekking hebben op gedragingen van leden van
de algemene raad of waarbij de algemeen secretaris zelf betrokken is geweest.