8. Toelichting op de begrippen huiselijk geweld en kindermishandeling en verschillende
vormen van geweld in huiselijke kring
Huiselijk geweld
is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt
gepleegd. De term huiselijk verwijst niet naar de plaats waar het geweld plaatsvindt,
maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer, bijvoorbeeld (ex)partner, gezins-
en familieleden. Dat geweld kan onder andere fysiek, seksueel en psychisch van aard
zijn. Vormen van huiselijk geweld zijn: (ex)partnergeweld, ouderen-mishandeling, eergerelateerd
geweld, huwelijksdwang, genitale verminking en mishandeling van ouders door hun kinderen.
Huiselijk geweld onderscheidt zich van publiek geweld doordat het plaatsvindt binnen
intieme relaties, gezins- of familieverhoudingen. Er is sprake van emotionele afhankelijkheid
en loyaliteitsbanden. Mensenhandel valt hier dus niet onder, maar wordt wel gemeld.
Kindermishandeling
Elke vorm van voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke,
psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen, ten opzichte van wie
de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief
of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden
berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
(ex-) Partnergeweld
Geweld tussen partners onderscheidt zich van geweld tegen kinderen in het gezin, omdat partners
beide volwassen zijn en kinderen per definitie kwetsbaarder zijn dan hun ouders.
Partners hebben een wederzijdse zorgverplichting en zijn vaak financieel, economisch
en sociaal afhankelijk van elkaar. Bij partnergeweld is vaak sprake van machtsongelijkheid,
waarbij de pleger een bepaald overwicht heeft op het slachtoffer. Er kan een patroon
ontstaan waardoor het slachtoffer (en het hele gezin) in een isolement kunnen raken.
Profielen) van (ex-)partnergeweld:
-
1. Intiem terrorisme (‘intimate terrorism’). Eenzijdig ernstig geweld van doorgaans de
man. Bijvoorbeeld: dreiging en intimidatie; constant in de gaten houden wat het slachtoffer
doet en waar zij is; het ondermijnen van de wil van het slachtoffer door het zelfvertrouwen
aan te tasten, door constante verbale aanvallen en door haar te overtuigen dat er
geen alternatieven zijn voor de relatie; de mogelijkheden om zich tegen het controlerende
gedrag te verzetten worden zoveel mogelijk beperkt door haar de toegang tot allerlei
bronnen te ontzeggen en afhankelijk te maken. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het slachtoffer
te weinig geld te geven en niet toe te staan contact te hebben met vrienden of familie.
-
2. Veel voorkomen partnergeweld (‘common couple violence’).
-
3. Gewelddadig verzet (‘violent resistance’).
-
4. Wederzijds geweld en controle (‘mutual violent control’).
Belaging
Het wederrechtelijk stelselmatig en opzettelijk inbreuk maken op iemands persoonlijke
levenssfeer, bijvoorbeeld door die ander voortdurend, hinderlijk te achtervolgen,
te bespieden, te bellen en te mailen of persoonlijk te bedreigen.
Belaging kan deel uitmaken van andere vormen van geweld tegen een (ex-)partner.
Eergerelateerd geweld
Eergerelateerd geweld omvat elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld, gepleegd
vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van
de eer van een man of een vrouw en daarmee van zijn of haar familie, waarvan de buitenwereld
op de hoogte is of dreigt te raken.
Het begrip ‘eergerelateerd geweld’ is de overkoepelende term voor alle vormen van
dwang en psychisch en fysiek geweld om te voorkomen dat een lid van de familie een
‘misstap’ zet die de familie-eer in de gemeenschap kan schaden en alle geweld tegen
de (vermeende) ‘eerschender’ om de geschonden eer te herstellen. Bij ‘eer’ kan het
gaan om persoonlijke eer (iemand houdt zich aan de basisvoorwaarden van de sociale
groep) of om maatschappelijke eer (men is gelijkwaardig en kan elkaar vertrouwen,
waardoor men respect, steun en bescherming krijgt). Daarnaast telt in veel bevolkingsgroepen
met een groepscultuur ook de familie-eer, die vooral is gekoppeld aan de seksuele
eer van vooral vrouwen en meisjes. Mannen en jongens hebben de taak deze eer te beschermen,
zo nodig te herstellen, desnoods met geweld. Dit zogenaamde eergerelateerd geweld
komt vooral voor in culturen rond de Middellandse Zee (Spanje en Italië kenden ook
eermoord), het Midden-Oosten, Zuid- en Centraal-Azië. Ook onder Roma en Hindoestaanse
gemeenschappen komt eergeweld voor. Onder orthodox-christelijke en joodse gemeenschappen
zien we vergelijkbare mechanismen rond kuisheid, aanzien, groepsdruk en sociale uitsluiting.
Er is een diversiteit aan vormen van eergerelateerd geweld en gradaties van ernst.
Denk hierbij aan eermoord, trotsmoord, (gedwongen) zelfmoord, verstoting, seksueel
misbruik, genezingsrituelen en bezweringen. Ook huwelijksdwang en achterlating kunnen
hieronder vallen, maar zijn niet altijd een gevolg van een eerkwestie, want hebben
soms bijvoorbeeld een financiële of verblijfsrechtelijke reden.
Ouderenmishandeling of ontspoorde zorg (vanaf 65 jaar)
Ouderenmishandeling (in huiselijke kring en professionele relatie) is het handelen
of het nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of
professionele relatie met de oudere (iemand van 65 jaar of ouder) staan, waardoor
de oudere persoon lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt en waarbij
van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid.
(VWS, 2011; H. Comijs, 1996).
In Nederland onderscheiden we als verschijningsvormen van ouderenmishandeling: lichamelijke
mishandeling, psychische mishandeling, verwaarlozing, financiële uitbuiting, seksueel
misbruik. Soms wordt een zesde vorm genoemd: schending van rechten. Voorbeelden hiervan:
schending van het recht op privacy, instemmingsrecht en recht op bewegingsvrijheid.
Deze worden beschouwd als een vorm van psychische mishandeling.
Ontspoorde (mantel)zorg: een specifieke vorm van ouderenmishandeling.
Overschrijding van de grens van goede zorg door een mantelzorger, veroorzaakt door
overbelasting, onmacht, onkunde of onwetendheid. Verschijningsvormen van ontspoorde
mantelzorg: psychisch geweld, fysiek geweld, verwaarlozing, seksueel grensoverschrijdend
gedrag en financieel misbruik.
Geweld tegen ouders jonger dan 65, door hun kinderen (voorheen oudermishandeling)
Een breed gedragen definitie ontbreekt nog. Op basis van signalen uit het veld is
deze categorie aangepast (voorheen oudermishandeling) naar de mishandeling van ouders
jonger dan 65 jaar door hun kinderen.
Werkdefinitie voor oudermishandeling : ‘Oudermishandeling is niet-incidenteel geweld in het gezin, gepleegd door een jeugdige
van 12 tot 23 jaar, gericht op (een van) de ouders/verzorgers.
Het gaat om herhaaldelijk en ernstig geweld dat niet alleen vanuit de puberteit verklaard
kan worden. Het geweld kan psychisch, fysiek en seksueel zijn, maar ook financiële
uitbuiting betreffen. Uitgezonderd van de definitie zijn (ex-)partnergeweld, geweld
tussen broers en zussen en ouderenmishandeling (deze vormen kunnen wel voorkomen naast
het geweld tegen de ouders/verzorgers)’.
Voor kinderen die geweld plegen tegen hun ouders jonger dan 65 jaar is geen categorie.
Daarom wordt onder deze categorie ook verstaan volwassenen die geweld tegen hun ouders
gebruiken.
Huwelijksdwang en achterlating
Huwelijksdwang is een religieus of wettelijk huwelijk waarbij de (voorbereidende)
huwelijkshandelingen tegen de vrije wil van minstens een van de huwelijkskandidaten
plaats hebben en waarmee onder een bepaalde vorm van dwang is ingestemd.
Huwelijksdwang is het dwingen van een meisje, jongen, vrouw of man tot een huwelijk.
Bij huwelijksdwang hebben een of beide huwelijkspartners weinig of geen zeggenschap
over de sluiting van het huwelijk, het huwelijk is tegen hun wil. Een weigering wordt
vaak niet geaccepteerd.
Slachtoffers van huwelijksdwang hebben doorgaans niet alleen te maken met een gebrek
aan vrije partnerkeuze, maar ook met een dwang om te trouwen, vaak voor een bepaalde
leeftijd. Als jongeren vervolgens tegen de wil van hun ouders/familie toch kiezen
voor een zelfgekozen partner, raken ze meestal het contact kwijt met de ouders of
worden ze verstoten.
Meestal gaat het bij huwelijksdwang om ouders die hun dochter of zoon een huwelijk
en/of een bepaalde partner opdringen. Vaak oefent op de achtergrond ook de familie
of de etnische gemeenschap druk uit. Die druk kan subtiel tot zeer dwingend zijn.
Huwelijksdwang is een vorm van huiselijk geweld en van eergerelateerd geweld. Blijvend
verzet tegen het huwelijk kan aanleiding zijn tot een gedwongen achterlating of eermoord.
Achterlating:
Het tegen de zin achterlaten in het land van herkomst (van de ouders) van jongeren,
vooral van meisjes van 12-23 jaar; vaak wordt het paspoort of de verblijfsvergunning
van het slachtoffer afgenomen om terugkeer naar het nieuwe thuisland te verhinderen.
Huwelijkse gevangenschap:
Naast het gedwongen worden om te trouwen, kan een persoon ook gedwongen worden om
getrouwd te blijven. Een vrouw of man is in dat geval een huwelijk aangegaan en wil
dit beëindigen, terwijl daarvoor de medewerking van de echtgenoot nodig is. Als de
echtgenoot deze medewerking weigert, is sprake van huwelijkse gevangenschap. Dit kan
voorkomen bij een formeel huwelijk, maar ook bij een informeel, religieus huwelijk.
Vaak zijn het vrouwen die door hun man gedwongen worden om gehuwd te blijven. Maar
het komt ook voor dat de vrouw haar man dwingt om gehuwd te blijven.
Kindermishandeling, kindcheck:
Onderdeel van de Wet van 14 maart 2013 tot wijziging van diverse wetten in verband
met de invoering van de verplichting voor bepaalde instanties waar professionals werken
en voor bepaalde zelfstandige professionals om te beschikken over een meldcode voor
huiselijk geweld en kindermishandeling en de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen,
onderscheidenlijk die meldcode te hanteren (Stb. 2013, 142) is de zogenaamde kindcheck, die betrekking heeft op professionals die met volwassenen werken. Als de situatie
van de cliënt aanleiding geeft om zich zorgen te maken over mogelijk aanwezige kinderen,
dan zijn de professionals verplicht om na te gaan of hun cliënt verantwoordelijkheid
draagt voor de opvoeding of verzorging van kinderen. Als dat het geval is, dan moeten
zij nagaan of de kinderen veilig zijn. Ze dienen daarvoor een aantal stappen te volgend
die beschreven staan in de Wet verplichte meldcode. De uitkomst hiervan kan zijn dat
de professional contact opneemt met het AMHK.
Kindermishandeling, vechtscheiding
Gesproken kan worden van een vechtscheiding als een scheiding zeer complex verloopt
door slepende meningsverschillen die vaak ook worden uitgevochten via mediators, advocaten
en hulpverleners. Niet alleen de twee ouders, ook de familie en vrienden om hun heen,
en ook scholen en andere instanties, raken betrokken in de strijd. In de loop van
dit proces is veel achterdocht en wantrouwen gegroeid die het steeds moeilijker maakt
tot constructieve oplossingen te komen. In deze scheidingen raken kinderen gevangen
en beschadigd. Het polariseren van de standpunten en het demoniseren van de andere
ouder leidt bij kinderen tot verwarring aangezien kinderen vaak niet in staat zijn
tot meervoudige partijdigheid. Het demoniseren van de andere ouder heeft als gevolg
dat ouders zichzelf superieur vinden aan de ander. Hierdoor voelen ouders zich in
hun recht staan om de opvoeding van het kind op zich te nemen en denken hierbij te
handelen in het belang van het kind. Dit leidt echter tot intensere conflicten, minder
vergevingsgezindheid en minder samenwerking bij onderhandelingen. Het kind wordt hiermee
de inzet van het conflict wat als gevolg kan hebben dat alle betrokken partijen vooral
over het kind spreken en niet langer met het kind. De kern van de verwaarlozing is
dat niemand meer aan het kind of de kinderen vraagt hoe het met hen gaat, wat ze ervaren
en wat ze nodig hebben, terwijl ze hier juist in scheidingssituatie extra behoefte
aan hebben. De negatieve gevolgen voor het kind bestaan uit psychosociale problemen,
zoals angsten, depressie en agressief gedrag. Er bestaat een sterke relatie tussen
de ernst van de conflicten tussen ouders en de ernst van de psychosociale gevolgen.