Besluit Orgaanbeschrijving Regionale Service Organisaties 2015

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Besluit Orgaanbeschrijving Regionale Service Organisaties 2015

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op het Algemeen Organisatiebesluit Buitenlandse Zaken 1996;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. CdP: het hoofd van een post;

  • b. post: een vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland als bedoeld in artikel 7 van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken;

  • c. PSG: de plaatsvervangend secretaris-generaal;

  • d. het PSG-MT: het managementteam onder leiding van PSG;

  • e. DBV: de directeur Bedrijfsvoering;

  • f. directeuren: de directeur Financieel Economische Zaken, de directeur Consulaire Zaken en Migratiebeleid en de hoofddirecteur Personeel en Organisatie;

  • g. RSO: een Regionale Service Organisatie.

Artikel 2. Taken RSO

  • 1 Ter bevordering van de doeltreffendheid, kwaliteit, continuïteit en doelmatigheid draagt PSG de uitvoering van bedrijfsvoeringstaken en consulaire taken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken die niet op het departement worden uitgevoerd zo veel mogelijk op aan de RSO’s.

  • 2 PSG stelt een producten- en dienstencatalogus vast waarin de werkzaamheden van de RSO’s en daaraan verbonden kwaliteitseisen en voorwaarden zijn vastgelegd. Het Hoofd RSO kan door DBV en de directeuren worden belast met aanvullende werkzaamheden behorend tot hun taakgebied wanneer deze naar hun oordeel uit oogpunt van doeltreffendheid, kwaliteit, continuïteit en doelmatigheid het beste bij het RSO kunnen plaatsvinden.

  • 3 PSG kan een RSO ook belasten met het verlenen van diensten aan andere overheidsorganen van het Koninkrijk.

Artikel 3. Hoofd RSO

  • 1 Een RSO staat onder leiding van een Hoofd RSO. Het Hoofd RSO geeft leiding aan diegenen die bij de RSO werkzaam zijn.

  • 2 Het Hoofd RSO is voor zijn taakuitoefening en die van zijn RSO verantwoording schuldig aan DBV en aan directeuren betreffende hun specifieke taakgebieden.

  • 3 Het Hoofd RSO is gehouden aanwijzingen op te volgen en vragen te beantwoorden van DBV en van directeuren betreffende hun specifieke taakgebieden.

  • 4 Het Hoofd RSO kan gevraagd en ongevraagd adviezen geven aan DBV, directeuren en CdP’s aangaande de goede uitvoering van de bedrijfsvoeringstaken en de consulaire taken.

  • 5 Het Hoofd RSO informeert periodiek:

    • a. PSG en DBV over de voortgang van de werkzaamheden die de RSO verricht;

    • b. de directeuren over de voortgang van de werkzaamheden die de RSO op hun specifieke beleidsterrein verricht;

    • c. de betrokken CdP’s over de voortgang van de werkzaamheden die het RSO voor of in relatie tot hun posten verricht.

  • 6 Het Hoofd RSO kan medewerkers van posten aanwijzingen geven betreffende de wijze waarop zij medewerking moeten verlenen aan de taken die aan het RSO zijn opgedragen.

Artikel 4. Regioraad

  • 1 Voor elke regio waarvoor een RSO is ingesteld, is er een Regioraad die is belast met het gevraagd en ongevraagd adviseren van het PSG-MT en zijn leden over de wijze waarop de doeltreffendheid, kwaliteit, continuïteit en doelmatigheid van de aan de posten, de RSO’s en departementsonderdelen opgedragen bedrijfsvoeringstaken en consulaire taken kunnen worden verbeterd.

  • 2 De Regioraad wordt gevormd door de CdP’s van de ambassades en permanente vertegenwoordigingen in de regio van de RSO.

Artikel 6. Overgangsbepaling

Artikel 8

Deze regeling kan worden aangehaald als: Besluit Orgaanbeschrijving Regionale Service Organisaties 2015.

, 26 september 2014

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,
namens deze,

de secretaris-generaal,

R. Jones-Bos

Naar boven