Stcrt. 2020, 21471, datum inwerkingtreding 11-04-2020, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-03-2020.
In de artikelen 4, eerste lid, onderdeel b, subonderdelen 2° en 4°, en onderdelen
c en d, 9, onderdeel e, en 23, tweede lid, onderdeel a, van bijlage 2.5.1, wordt na
‘landbouwonderneming’ telkens ingevoegd ‘of visserij- of aquacultuuronderneming’.
In de begripsomschrijvingen van ‘kredietovereenkomst’ en ‘uitwinning’ in artikel 1,
tweede lid, van bijlage 2.5.1, in de artikelen 3, onderdelen a, d, f, g en k, 4, eerste
lid, aanhef, en onderdelen a en b, 6, 8, eerste lid, 9, onderdeel c, aanhef en subonderdeel
1°, 10, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, 11, tweede lid, 12, eerste lid, 15,
derde lid, 17, eerste en tweede lid, 23, tweede lid, 25, eerste tot en met vierde
lid, en 26, tweede tot en met vierde lid, van bijlage 2.5.1, en in het opschrift van
artikel 4 van bijlage 2.5.1, wordt na ‘MKB-landbouwondernemer’ telkens ingevoegd ‘of
MKB-visserij- of aquacultuurondernemer’.
In de artikelen 3, onderdelen f tot en met j, 4, 6, 8, derde lid, 9, aanhef en onderdelen
a en e, 10, 11, tweede lid, 12, tweede lid, 14, eerste lid, lid 5a, zesde lid, onderdeel
c, en negende lid, 17, eerste lid, onderdeel a, 18, eerste lid, 19, eerste lid, 20,
eerste lid, 21, eerste lid, 22, eerste lid, 23, 25, eerste lid en vierde lid, onderdelen
a, b en d, en 26, eerste tot en met derde lid, van bijlage 2.5.1, en in de opschriften
van de artikelen 4, 8, 9, 10, 12, 19, 21, 22 en 25 van bijlage 2.5.1, wordt na ‘landbouwborgstellingskrediet’
telkens ingevoegd ‘of visserij- of aquacultuurborgstellingskrediet’.
In het opschrift van bijlage 2.5.1, in de artikelen 3, aanhef en onderdeel g, en 16,
eerste lid, van bijlage 2.5.1, en in de opschriften van de artikelen 3 en 16 van bijlage
2.5.1, wordt ‘landbouwborgstellingsovereenkomst’ telkens vervangen door ‘borgstellingsovereenkomst’.
Bijlage 2.5.1 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punten aan het slot van de definitiebepalingen
van ‘uitwinning’ en ‘vermogensversterkend krediet’ door puntkomma’s, een definitiebepaling
toegevoegd, luidende:
visserij- of aquacultuurborgstellingskrediet: financiering als bedoeld in artikel 6 aan een MKB-visserij- of aquacultuurondernemer
op grond van een kredietovereenkomst, die overeenkomstig artikel 8 is verleend.
2. In de artikelen 2, 9, onderdeel c, subonderdeel 1°, en onderdeel d, 12, eerste
lid en derde lid, onderdeel a, 17, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 18, vierde
lid, en 29, zevende lid, wordt na ‘landbouwborgstellingskredieten’ telkens ingevoegd
‘of visserij- of aquacultuurborgstellingskredieten’.
3. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a, wordt ‘artikel 8, tweede lid’ vervangen door ‘artikel 8, derde,
vierde of vijfde lid’.
b. In onderdeel d, wordt ‘respectievelijk 10 procent van het landbouwborgstellingskrediet
met een minimum van € 5.000 voor een landbouwborgstellingskrediet dat op grond van
een kredietovereen-komst is verstrekt die voldoet aan de criteria van artikel 6’ vervangen
door ‘respectievelijk 10 procent van het landbouwborgstellingskrediet of visserij-
of aquacultuurborgstellingskrediet met een minimum van € 5.000 voor een landbouwborgstellingskrediet
of visserij- of aquacultuurborgstellings-krediet dat op grond van een kredietovereenkomst
is verstrekt die voldoet aan de criteria van artikel 6’.
c. In onderdeel e, wordt na ‘artikel 6’ ingevoegd ‘, of het visserij- of aquacultuurborgstellingskrediet
dat op grond van een kredietovereenkomst is verstrekt die voldoet aan de criteria
van artikel 6,’.
d. In onderdeel k, wordt na ‘vermogensversterkende kredieten’ ingevoegd ‘, of het
totaal aan visserij- of aquacultuurborgstellingskredieten,’.
4. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 3°, wordt na ‘ in Nederland uit’ toegevoegd
‘of voert meer dan de helft van de activiteiten van zijn visserij- of aquacultuuronderneming
in Nederland uit’.
b. In het tweede lid wordt ‘onderdeel b’ vervangen door ‘onderdeel c’.
5. In de artikelen 11, eerste lid, 12, eerste lid, 14, eerste lid, 15, 17, eerste
en tweede lid, en in de opschriften van de artikelen 14, 15, 17 en 20 wordt na ‘landbouwborgstelling’
telkens ingevoegd ‘of visserij- of aquacultuurborgstelling’.
6. Aan artikel 11, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel b door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
c. 1,5 procent van het bedrag van het landbouwborgstellingskrediet of visserij- of
aquacultuur-borgstellingskrediet indien het financiering betreft als bedoeld in artikel
6;
d. 0,5 procent van het bedrag van het landbouwborgstellingskrediet of visserij- of
aquacultuur-borgstellingskrediet indien het financiering betreft als bedoeld in artikel
6 aan een MKB-landbouwondernemer of MKB-visserij- of aquacultuurondernemer die een
starter of overnemer is.
7. Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
a. in de aanhef van het eerste lid wordt na ‘vermogensversterkende kredieten’ ingevoegd
‘of uit hoofde van het visserij- of aquacultuurborgstellingskrediet of de visserij-
of aquacultuurborgstellings-kredieten’.
b. In het tweede lid wordt ‘aan de criteria van artikel’ vervangen door ‘aan de criteria
van artikel 6’.
8. In artikel 18, tweede lid, wordt na ‘artikel 17,’ ingevoegd ‘ eerste lid,’.
Stcrt. 2020, 27598, datum inwerkingtreding 20-05-2020, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-03-2020.
In artikel 6, onderdeel a, wordt ‘twee jaar’ vervangen door ‘vier jaar’
In artikel 11, onder c, wordt na ‘artikel 6’ toegevoegd ‘, en de financiering een
looptijd heeft van ten hoogste twee jaar’.
In artikel 11, onder d wordt na ‘overnemer is’ toegevoegd’, en de financiering een
looptijd heeft van ten hoogste twee jaar’.
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11, onderdeel d door een puntkomma
worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
-
e. 2,25 procent van het bedrag van het landbouwborgstellingskrediet of visserij- of
aquacultuurborgstellingskrediet indien het financiering betreft als bedoeld in artikel
6 en de financiering een looptijd heeft van meer dan twee jaar, maar niet langer dan
vier jaar;
-
f. 0,75 procent van het bedrag van het landbouwborgstellingskrediet of visserij- of
aquacultuurborgstellingskrediet betreft indien het financiering betreft als bedoeld
in artikel 6 aan een MKB-landbouwondernemer of MKB-visserij- of aquacultuurondernemer
die een starter of overnemer is, en de financiering een looptijd heeft van meer dan
twee jaar, maar niet langer dan vier jaar.
In artikel 14, lid 5a, wordt in onderdeel a wordt ‘ten hoogste 2 jaar’ vervangen door
‘ten hoogste 4 jaar’.
In artikel 14, lid 5a, wordt in onderdeel b wordt na ‘gekozen kalenderkwartaal’ toegevoegd
‘doch uiterlijk in het negende kalenderkwartaal dat volgt op het kalenderkwartaal
waarin de kredietovereenkomst is gesloten’.