3. Inhoud van het onderzoek
[Regeling vervallen per 20-10-2014]
3.1. Object van onderzoek en beleidskader
[Regeling vervallen per 20-10-2014]
Het object van onderzoek is de door de zorgaanbieder opgestelde ‘Vaststelling transitiebedrag 2014’. Het beleidskader voor de controle wordt gevormd door de van toepassing zijnde beleidsregel
en nadere regels, en het formulier ‘Vaststelling transitiebedrag 2014’. De van toepassing
zijnde regels zijn:
Voor de berekening van omzet uit prestatiebekostiging:
Voor de berekening van het schaduwbudget:
Voor huisartsenlaboratoria:
Voor trombosediensten:
In circulaire CI/13/33C d.d. 6 september 2013 is de werking van het transitiemodel
nader toegelicht.
Overige van toepassing zijnde regels zijn:
De hierboven genoemde beleidsregels en nadere regels vormen het beleidskader voor
de controle door de accountant, echter uitsluitend indien en voor zover deze regels
de grondslag vormen voor de in de paragraaf 3.2 vermelde toetsingscriteria.
3.2. Toetsingscriteria
[Regeling vervallen per 20-10-2014]
Voor de controle van de juistheid van het schaduwbudget en de omzet uit prestatiebekostiging
in het formulier ‘Vaststelling transitiebedrag 2014’ baseert de externe accountant
zich op de gecontroleerde jaarrekening 2014. Indien sprake is van een niet-goedkeurende
controleverklaring bij de jaarrekening beoordeelt de accountant wat de gevolgen hiervan
zijn voor de controle van het schaduwbudget en de omzet uit prestatiebekostiging.
Hij brengt deze gevolgen tot uitdrukking in zijn controleverklaring bij de opgaven
in het formulier ‘Vaststelling transitiebedrag 2014’.
De externe accountant kiest een zodanige controleaanpak dat een redelijke mate van
zekerheid wordt verkregen dat zowel het schaduwbudget als de omzet uit prestatiebekostiging
op juiste wijze aansluiten op de jaarrekening en juist zijn berekend met inachtneming
van de hieronder genoemde toetsingscriteria.
De externe accountant moet in ieder geval vaststellen dat:
-
– Het formulier juist en volledig is ingevuld, rekening houdend met de toelichting/invulinstructie
die onderdeel van het formulier vormt.
-
– De in het formulier opgenomen cijfermatige gegevens aansluiten op de jaarrekening
en, voor zover niet uit de jaarrekening af te leiden, op juiste wijze zijn ontleend
aan de intern beschikbare registraties.
-
– De in het formulier opgenomen cijfermatige gegevens zijn opgenomen in overeenstemming
met de van toepassing zijnde de NZa-beleidsregels en nadere regels zoals vermeld in
paragraaf 3.1 van dit protocol.
3.3. Materialiteit en controletolerantie
[Regeling vervallen per 20-10-2014]
Bij zijn oordeelsvorming omtrent (1) het schaduwbudget en (2) de omzet uit prestatiebekostiging
in het formulier ‘Vaststelling transitiebedrag 2012’ streeft de externe accountant
naar een redelijke mate van zekerheid. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische
technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid
van 95%.
Een controleverklaring met een goedkeurende strekking impliceert dat, gegeven eerder
genoemde betrouwbaarheid, niet meer dan 1% van het schaduwbudget respectievelijk de
omzet uit prestatiebekostiging onjuist, onzeker of onvolledig is.
Voor de strekking van de controleverklaring gelden de volgende toleranties, voor elk
van de componenten ‘schaduwbudget’ en ‘omzet bij prestatiebekostiging’ afzonderlijk.
Deze zijn uitgedrukt in een percentage van het schaduwbudget, respectievelijk de omzet
bij prestatiebekostiging volgens het formulier.
|
Goedkeurend
|
Beperking
|
Oordeelonthouding
|
Afkeurend
|
Fouten in het formulier
|
≤ 1%
|
> 1% en ≤ 3%
|
n.v.t.
|
> 3%
|
Onzekerheden in de controle
|
≤ 3%
|
> 3% en ≤ 10%
|
> 10%
|
n.v.t.
|
De externe accountant rapporteert aan de zorgaanbieder alle tijdens de controle gevonden
fouten voor zover deze meer dan 0,1% van het schaduwbudget, respectievelijk de omzet
bij prestatiebekostiging betreffen. De zorgaanbieder corrigeert alle door de externe
accountant gerapporteerde fouten. Hierbij maakt hij onderscheid in structurele en
incidentele fouten. Structurele fouten worden in de gehele massa gecorrigeerd. Incidentele
fouten worden voor de gevonden post gecorrigeerd. Daarnaast wordt voor alle geconstateerde
fouten beoordeeld welke consequenties hieraan moet worden verbonden voor de gehele
massa. De benoemde rapportagetolerantie van 0,1% heeft geen gevolgen voor de controleaanpak
en te verstrekken controleverklaring.
Er is sprake van een fout in het formulier wanneer uit de controle is gebleken dat
(een gedeelte van) de gegevens over 2014 niet in overeenstemming is met één of meer
van de toetsingscriteria zoals vermeld in paragraaf 3.2 van dit protocol.
Er is sprake van een onzekerheid in de controle wanneer er onvoldoende controle-informatie
aanwezig is om te bepalen of (een gedeelte van) het formulier wel of niet in overeenstemming
is met één of meer van de toetsingscriteria zoals vermeld in paragraaf 3.2 van dit
protocol.
De accountant kan in het kader van de toepassing van dit protocol uitgaan van de juistheid
van dergelijke gegevens in bronsystemen die voor jaarrekeningdoeleinde zijn getoetst,
tenzij hij indicaties heeft dat de bronsystemen op het punt van de uitgevraagde kostprijsinformatie
onvoldoende betrouwbaar zijn. Als sprake is van onbetrouwbare indicaties zal de accountant
deze aspecten nader onderzoeken of, als dit niet mogelijk is, de gevolgen voor de
betrouwbaarheid van de kostprijsinformatie tot uitdrukking brengen in het Assurance
rapport.
Een voorbeeld Assurance rapport is toegevoegd als bijlage 1A van dit controleprotocol.