3 De minister wordt aangewezen als lidstaat als bedoeld in de artikelen 32, tweede lid,
33, 34, vierde lid, 36, eerste en tweede lid, artikel 152, eerste en derde lid, artikel
154, eerste, tweede en derde lid van verordening 1308/2013 en de artikelen 20, 21,
22, eerste lid, 23, 28, tweede lid, 29, tweede lid, 30, 31, 33, eerste lid, 34, 35,
tweede lid, 50, vierde lid, 51, tweede en zesde lid, 52, 54, eerste lid, 55, vierde
lid, 56, eerste lid, 57, 60, tweede en zesde lid, 62, eerste en derde lid, 63, eerste
lid, 65, eerste lid, 66, eerste en vierde lid, 68 eerste en tweede lid, 70, 71, eerste
tot en met derde en zesde lid, 72, 73, 78, tweede en derde lid, 80, 83, eerste lid,
85, eerste en vierde lid, 86, eerste lid, 87, 89, eerste en tweede lid, 90, eerste
en vierde lid, 96, vijfde lid, 97, 98, tweede lid, 99, 100, 101, 104, eerste lid,
105, eerste en derde lid, 106, eerste, derde en vierde lid, 107, eerste, tot en met
derde lid, 108, eerste en derde lid, 109, eerste lid, 110 tot en met 115, 117, tweede
lid, 125, derde lid,127, tweede lid, 132, tweede lid, 143, 144, 146, tweede, vierde
en vijfde lid en bijlage IX, onderdelen 1 en 2, van verordening 543/2011.